TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN
SPECIFIEKE TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN SLI
Primaire taalstoornis ➔ staat op zz ➔ SLI
Secundaire taalstoornis
• Sensorische problemen
o gehoor en zicht
• Afwijkingen aan het spraakorgaan
• Cognitieve problemen
• Emotionele of contactstoornissen
• Onvoldoende taalaanbod
Normale taalontwikkeling
• Taalontwikkeling ➔ multidimentioneel gebeuren
• complex proces dat samenhangt met andere ontwikkelingsdomeinen
o Genetische predispositie
▪ aangeboren taalvermogen
▪ LAD: language acquisition Divice (Chomsky)
o Omgevingsfactoren
▪ Voldoende taalaanbod
▪ Taalstimulerende omgeving
o Sensori-motorische ontwikkeling
▪ Ontwikkeling van de zintuigen: zien, horen
▪ Motorische ontwikkeling
o Cognitieve ontwikkeling
o Sociaal emotionele ontwikkeling
o Neurologische rijping
• Taalbegrip VS taalproductie
o Taalvorm
▪ Fonologie = klankleer
• het onderdeel vd taalwetenschap dat de kleinste samenstellende
onderdelen vd menselijke taal beschrijft en bestudeert
• In het geval van gesproken talen zijn dit de klinkers en de medeklinkers
• in het geval van gebarentalen betreft het de handvormen, bewegingen, etc.,
die een gebaar uitmaken
▪ morfologie
• de interne structuur van woorden
• → vorming van verschillende vormen van hetzelfde woord
▪ syntaxis = opbouw van zinnen
o taalinhoud ➔ semantiek
▪ betekenis van woorden en zinnen
o taalgebruik ➔ pragmatiek
▪ gebruik van taal + communicatie
o metalinguïstisch bewustzijn ➔ nadenken over taal
• taalontwikkeling:
o start: geboorte
o voltooid: +- 12j
o Verschillende fasen op basis van taalinterne kenmerken
1
, ▪ Cruciale periode: tussen 0 en 5 jaar
▪ Taalbegrip voorsprong op taalproductie
o
Indeling taalstoornissen
• Ontwikkelingsstoornis VS verworven
o Taalontwikkelingsstoornis
▪ Geen duidelijk aantoonbaar hersenletsel/ etiologie
▪ Symptomen aanwezig vanaf de vroege kinderjaren
o Verworven taalstoornis bij kinderen
▪ Aantoonbaar hersenletsel
▪ Kinderafasie
▪ syndroom van Landau-Kleffner: na een periode van normale spraak- en
taalverwerving ontwikkelt een afasie, gepaard gaande met epilepsieaanvallen
• Specifiek VS niet-specifiek
o Primaire taalontwikkelingsstoornis
▪ Taalstoornis staat op zichzelf
▪ Niet te verklaren door gehoorstoornis, tweetaligheid, neurologische of orofaciale
afwijkingen, intelligentiestoornissen, abnormaal sociaal gedrag/contactstoornissen,
geen deprivatie of onvoldoende taalaanbod
▪ Geen duidelijke oorzaak
▪ ➔ exclusiviteitscriterium
o Secundaire taalontwikkelingsstoornis
▪ Oorzaak andere stoornis
▪ vb: slechthorendheid, verstandelijke beperking, blindheid, neuropsychiatrische
aandoeningen (autisme)…
Primaire taalontwikkelingsstoornis = specifieke taalontwikkelingsstoornis = specific lanquage impairment SLI
= ontwikkelingsdysfagie
Meest recente internationale term = Developmental language disorder DLD
Internationaal veel verschillende definities
• “Een specifieke taalontwikkelingsstoornis is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis van
genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door een taalontwikkeling die beduidend achterblijft
t.o.v. leeftijdgenoten, met inbegrip van de normale interindividuele variaties daarin, binnen de
regionale en sociale variëteit van de taal die het kind aan het verwerven is. TOS kan voorkomen in
zowel het taalbegrip als de taalproductie en in alle aspecten (fonologie, semantiek, morfosyntaxis en
pragmatiek) en modaliteit (gesproken, geschreven taal en gebarentaal). Een specifieke TOS staat op
zichzelf; er is geen duidelijke verklaring voor. Het kind heeft geen gehoorverlies, geen lage non-
verbale intelligentie, geen afwijking aan de spraakorganen, geen duidelijk aanwijsbare neurologische
afwijkingen en geen contactstoornis, en staat niet bloot aan extreme deprivatie of andere ongunstige
taalaanbodsituaties.”
o ➔ etiologie
o ➔ subtypes
o ➔ exclusiviteitscriteria
2
, o ➔ discrepantiecriterium tussen taalfunctioneren en C.L. of M.L.
▪ Mate van taalachterstand
• Taalbegrip: minstens 6 maanden achterstand t.o.v. de mentale leeftijd
• Taalproductie: minstens 12 maanden achterstand t.o.v. de mentale leeftijd
▪ Taalstoornis indien een kind lager scoort dan percentiel 10 op minstens 2 onderdelen
van een taaltest
• Internationaal aanvaard criterium
• Ongeveer gelijk aan -1,25 SD
▪ Nonverbaal IQ moet significant hoger zijn dan verbaal IQ
▪ Discussie over hanteren van exclusiviteits- en/of discrepantiecriteria ➔ combo
▪ ➔ SLI diagnosticeren adhv exclusiviteis- EN discrepantiecriteria!!
Voorbijgaand of persisterend?
• Taalachterstand
o Veel variatie! Niet alle kinderen die een wat tragere taalontwikkeling doormaken hebben
noodzakelijk problemen (laatbloeiers in taal).
o Taalstoornis VS vertraagde spraak- en taalontwikkeling
• Moeilijke differentiatie!
• 50% kinderen met taalachterstand op 2-3 jarige leeftijd is van voorbijgaande aard
• Moeilijk te voorspellen bij welke kinderen taalproblemen persisteren
Vertraagde spraak- en taalontwikkeling VSTO
• van voorbijgaande aard
• Language delay of specific language delay
• Achterstand in STO t.o.v. leeftijdsgenoten, // met jongere kinderen
• STO komt later op gang, verloopt trager
• Harmonisch profiel
• Achterstand taalproductie en/of taalbegrip
• Logopedische therapie
o Gunstig effect
o Spraak- en taalachterstand vermindert drastisch of verdwijnt volledig
• Scheidingslijn VSTO en SLI is niet zo duidelijk!
• Blijft belangrijk om ook kinderen met VSTO blijvend op te volgen
o Latere leeftijd: vaak minder goede resultaten op fonologische verwerking, taal gerelateerde
vaardigheden zoals lezen en spellen
o 16 jarige leeftijd: mindere prestaties op schools vlak
Ontwikkelingsdysfasie OD
• Ontwikkelingsdysfasie is een primaire hardnekkige taalontwikkelingsstoornis
• De diagnose kan enkel gesteld worden wnr aan de volgende inclusie- en exclusiecriteria voldaan is:
o Inclusiecriteria: de taalontwikkelingsproblemen zijn
hardnekkig op het vlak vd grootte vd taalachterstand en
de ernst vd stoorniskenmerken
▪ Hardnekkig impliceert dat de diagnose niet bij
een aanvangsonderzoek gesteld kan worden en
meestal ook niet vóór de leeftijd van 5-6j
o Exclusiecriteria: taalontwikkelingsproblemen kunnen niet
verklaard worden vanuit problemen in andere ontwikkelingsdomeinen vh kind/de jongere
Prevalentie:
3
, • Geschat tss 1-7% +
• Meer jongens
Classificatie SLI
• Heterogene groep:
o Variatie in ernst en linguïstisch profiel
o Dynamisch profiel
o Geen internationaal classificatiesysteem
• 2 subtypen
o Kinderen met een taalproductiestoornis en een relatief goed taalbegrip
o Kinderen met zowel een taalproductie als een taalbegripsstoornis
• Klinische subtypen:
o verbale auditieve agnosie (woorddoofheid), semantisch-pragmatische stoornis, verbale
dyspraxie, fonologisch-syntactische stoornis, lexicaal-syntactische stoornis
• 3 modaliteiten
o Taalbegrip, taalproductie en articulatie met drie gradaties: minor, moderate, severe (negen
subgroepen)
o Grootste groep: classic
▪ ~ fonologisch-syntactisch stoornis
▪ ernstige expressieve taalproblemen en een redelijk taalbegrip
• Van der Lely
o Semantisch-pragmatisch SLI type
o Fonologisch type SLI type
o Grammaticaal SLI type
▪ Grootste consensus
• Syntactisch-sequentieel-morfologisch type
o Variabiliteit tussen kinderen
o Morfosyntactische problemen:
▪ Expressie
• Beperkte lengte en complexiteit van uitingen
4