Samenvatting van het boek Inleiding Groepsdynamica, ISBN: 5472. Alle hoofdstukken op het laatste hoofdstuk (10) na zijn behandelend. Deze stof wordt ook gebruikt voor het tentamen groepsdynamica van de minor HRM (Human Resource Management) aan de Hanzehogeschool Groningen.
Samenvatting Inleiding Groepsdynamica
Hoofdstuk 1 – Mensen in groepen
Groepen → Mensen volgen het gedrag van andere groepsgenoten om erbij te horen. Over het
algemeen zijn mensen lid van vijf of meer groepen
Groepskenmerken → Men spreekt van een groep als er groepskenmerken aanwezig zijn. Hoe meer
hiervan aanwezig zijn hoe meer er sprake is van een hechte groep.
• Interactie: er moet sprake zijn van een regelmatige interactie tussen twee of meer personen.
• Identiteit: de personen die regelmatig met elkaar omgaan moeten het gevoel hebben een
groep te zijn.
• Doelen: de personen die met elkaar omgaan hebben gemeenschappelijke doelen.
• Afhankelijkheid: de personen die met elkaar omgaan hebben elkaar nodig om die
gemeenschappelijke doelen te kunnen bereiken
Soorten groepen → Er zijn een aantal groepen te onderscheiden. De volgende indelingen zijn
mogelijk.
• Indeling naar functie: Overleggen, beoordelen, besluiten, produceren, verzorgen en
beschermen, vrije tijd en recreatie, Politiek en geloof en opvattingen & therapie.
• Formele en informele groepen: In formele groepen worden personen aangesteld voor
bepaalde functies en bij een informele groep ontstaat alles spontaan zonder druk van
buitenaf.
• Reële en virtuele groepen: In een reële groep zijn de personen in elkaars nabijheid en in een
virtuele groep spreken de personen elkaar alleen online.
Identiteit van de groepen → Vast herkenbaar patroon waarop de groepsleden met elkaar omgaan
en waar ze voor staan. De structuur van een groep bestaat uit drie rationele verhoudingen en twee
andere kenmerken namelijk:
• Rationele Communicatiepatronen: Hoe groepsleden verbaal met elkaar communiceren
(bescheiden of dominerend).
• Rationele Status en invloed: Sommige personen hebben veel invloed binnen de groep en
daardoor vaak ook een status.
• Rationele Cohesie: is er sprake van een hechte of juist niet een hechte groep (hoge/lage
groepscohesie)
• Rollen: voorzitter, discussieleider (formeel) of grappenmaker, sfeerbewaker (informeel)
• Normen: Welke gedragingen wel en niet in de groep worden geaccepteerd.
Veldtheorie van Kurt Lewin → Hij stelde dat het gedrag (G) van een persoon een functie (f) is van
zijn persoonskenmerken (P) en van de kenmerken van de sociale omgeving (S). Hij formuleerde
dit als volgt: G = f(P,S) of G = f(P,K) (hierin is S verandert in K → kenmerken van de groep.)
,Collectief gedrag → De individu wordt beïnvloed door een aantal factoren als het gaat om gedrag
wat wordt vertoond in een collectieve omgeving:
• Anonimiteit: Ze voelen de macht van het aantal en de anonimiteit van zichzelf
• Besmettingen: Ze laten zich meeslepen door wat anderen doen
• Suggestibiliteit: Ze zijn vatbaar voor de meningen en opvattingen van anderen
Vraagstuk → Hebben groepsleden eigen kenmerken die los staan van de kenmerken van de
groepsleden? Kan de groep haar leden beïnvloeden of zijn het groepsleden die elkaar beïnvloeden?
Hier zijn drie opvattingen over:
• Individualistische benadering: Groepen hebben geen eigenschappen van zichzelf. Een groep
is een optelsom van individuele gedragingen van de leden.
• Groepsgerichte benadering: Groepen hebben een eigen identiteit. Het gedrag van de
groepsleden wordt door de kenmerken van de groep beïnvloed.
• Interactionele benadering: Combinatie van de bovenstaande twee opvattingen. Het gedrag
van de groepsleden wordt zowel bepaald door hun persoonseigenschappen als door de
kenmerken van de groep.
Groepsdynamisch onderzoek → Het onderzoeken van groepsdynamica kan op een aantal
verschillende manieren, namelijk:
• Observatieonderzoek: gedrag van mensen bestuderen door erna te kijken en te beschrijven
- Participerende observatie: De onderzoeker die observeert, maar ook deelneemt aan het
groepsproces. De onderzoeker is goed op de hoogte van alles binnen de groep
- Observeren als buitenstaander: De onderzoeker die observeert neemt niet deel aan het
groepsproces, zo kan de onderzoeker objectief gegevens verzamelen.
- Ongestructureerde observatie: Van te voren niet bepalen naar welk gedrag gekeken moet worden.
Dit zorgt voor subjectief gegevens verzamelen.
- Gestructureerde observatie: Wordt van te voren bepaald naar welk gedrag gekeken moet worden. Dit
zorgt voor objectief gegevens verzamelen.
• Survey-onderzoek: Personen een vragenlijst geven met vragen over bepaalde kenmerken van
groepsgedrag.
• Correlatieonderzoek: Hoe sterk is de samenhangen tussen bepaalde verschijnselen
(Bijvoorbeeld samenhang tussen groepsgrootte en cohesie)
• Experimenteel onderzoek: Met deze vorm kan men vaststellen wat de oorzaken zijn van een
bepaald verschijnsel.
, Hoofdstuk 2 – Functies van groepen en groepsontwikkeling
Redenen voor het leven in groepen → Onderstaand worden de verklaringen gegeven voor het leven
in een groepsverband:
• Evolutionaire verklaring: In vorige generaties had men een grotere kans om te overleven als
men in groepsverband leefde.
• Psychologische verklaring: Behoeften worden bevredigd door het leven in groepen
- De behoefte om ergens bij te horen: Mensen zijn erg gevoelig voor sociale uitsluiting
- De behoefte aan informatie: Mensen willen graag veel informatie opdoen
- De behoefte aan sociale steun en identiteit: Ergens bij willen horen en steun krijgen
• Cognitieve verklaring: Het nodig hebben van andere personen om bepaalde doelen te
kunnen bereiken
Twee soorten determinanten → Deze bepalen of mensen zich aansluiten bij een groep of zelf een
groep vormen:
• Sociaal-emotionele determinanten: Personen gaan met elkaar om als er interpersoonlijke
attractie is (elkaar een leuk persoon vinden) of fysieke aantrekkelijkheid (mensen die goede
eigenschappen hebben). Daarnaast gaan we om met personen die in alle opzichten op ons
lijken. Dit zijn gelijkenissen in:
- Interesses, voorkeuren en hobby’s
- Leeftijd, sociaaleconomische status, etniciteit, opleiding, beroep en politieke voorkeur
- Waarden, opvattingen en gedragingen
- Persoonlijkheidskenmerken
• Taakgerichte determinanten: Personen nemen deel aan een groep vanwege
groepsactiviteiten en groepsdoelen. Dit kan ook om eigen doelen te bereiken. Uiteindelijk
gaat het erom of de baten afwegen tegen de kosten en of er alternatieven zijn die een
betere optie zijn.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JHoogsteen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.