Ik heb vorig jaar uitgebreide hoorcollege aantekeningen gemaakt voor het vak justitiële interventies. Ook heb ik een samenvatting voor alle literatuur en antwoorden op de studievragen. Dus de colleges, de literatuur en de studievragen zijn ook in een bundel te koop!
Risicotaxatie jeugdzorg
Doel: het zo goed mogelijk inschatten van een toekomstige gebeurtenis om deze te kunnen
voorkomen
• Strafrechtelijke kader (jeugdcriminaliteit): risico op recidive inschatten → juiste interventies
inzetten→ recidive verlagen.
• Civielrechtelijk kader (kindermishandeling): risico op zorgwekkende opgroei- en
opvoedingssituatie inschatten→ juiste interventies inzetten→ opgroei- en opvoedingssituaties
verbeteren.
Risicotaxatie in strafrechtelijk kader
Het percentage jongeren dat opnieuw een delict pleegt (recidive) is afhankelijk van de tijd.
• Na 1 jaar is dat meer dan 20%, na 4 jaar meer dan 50% en na 10 jaar bijna 70%.
Dit zegt wel iets over de effectiviteit van interventies, omdat na 10 jaar het grootste gedeelte alsnog
recidiveert.
Hoe kunnen we dit recidivepercentage verlagen?
Volgens Andrews & Bonta hangt de effectiviteit van een interventie af van 3 principes die ervoor
zorgen dat recidive afneemt. Het RNR-model:
1. Risicoprincipe = de intensiteit van de interventie moet afgestemd zijn op het recidiverisico.
o Bij een hoog risico intensief interveniëren
o Bij een laag risico matig/niet interveniëren
2. Behoefteprincipe = de interventie moet gericht zijn op de dynamische risicofactoren die het
sterkst samenhangen met recidive. Deze dynamische/veranderbare factoren worden ook wel
criminogene behoeften genoemd, bijv. middelengebruik, emotionele en/of gedragsproblemen,
delinquente vrienden, gehechtheidsproblematiek, etc.
3. Responsiviteitsprincipe = de interventie moet afgestemd zijn op de motivatie, leerstijl en
mogelijkheden van de jongeren. Er moet een goede match zijn tussen de jongere en de
interventie.
o Personalised treatment: zo best mogelijke match tussen interventie en cliënt → cognitieve
capaciteiten, bv LVB
Uit het onderzoek van Andrews en Bonta (2010) bleek dat
• Interventies zonder RNR-principes niet effectief of zelfs schadelijk zijn.
• Interventies met RNR-principes behalen 15-35% minder recidive.
• Aan hoe meer principes er voldaan wordt, hoe effectiever de interventie.
Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrecht
Hoe gaat risicotaxatie in Nederland in zijn werk?
Dit is een lange vragenlijst waarbij ingegaan wordt op risico’s, behoeften en responsiviteit. De uitkomst
van de taxatie resulteert in een keuze van een interventie.
Meerdere instanties gebruiken het LIJ op verschillende momenten in het proces
De politie voert een eerste selectie (Preselectie) uit bij de jongeren die geregistreerd worden bij hen. Dit is
een geautomatiseerde risicotaxatie en op basis daarvan wordt een risico-inschatting gemaakt.
Bij de politie zijn er twee soorten taxaties:
1. Preselect Recidive: taxatie van de kans dat een jongere in de nabije toekomst weer een delict pleegt.
• Dit is een actuarieel instrument (gemaakt met een statistische techniek) en is een soort
beslisboom. Volgens een aantal vaste variabelen uit deze beslisboom wordt de kans op recidive
ingeschat.
1
, o Stap 1: onderscheid op basis van aantal eerder geregistreerde delicten als verdachte
(hangt het sterkst samen met recidive)
▪ Meer registraties → hogere kans op recidive
o Stap 2: onderscheid op basis van geslacht. (als er sprake is van eerder geregistreerde
delicten)
▪ Jongens → hogere kans op recidive
o Stap 3: onderscheid op basis van aantal overige registraties ( alleen als er sprake is van
mannelijk geslacht)
▪ Meer registraties→ hogere kans op recidive
2. Preselect Zorg: taxatie van de kans dat er sprake is van een zorgwekkende opgroei- en
opvoedingssituatie.
• Ook dit is een actuarieel instrument in de vorm van een beslisboom.
o Stap 1: onderscheid op basis van aantal registraties van huiselijke twist
▪ Huiselijke twist: Iets mildere vorm van huiselijk geweld.
▪ Meer registraties→ hogere kans op kindonveiligheid
o Stap 2:
1. Indien registraties huiselijke twist: geen eerdere registraties van zedendelicten.
▪ Meer registraties→ hogere kans op kindonveiligheid
2. Indien geen registraties: aantal medebewoners registratie als verdachte.
▪ Meer medebewoners verdachte→ hogere kans kindonveiligheid
o Stap 3: onderscheid op basis van aantal registraties huiselijk geweld.
▪ Meer registraties→ hogere kans op kindonveiligheid
Hoe goed is de voorspelkracht van deze actuariële instrumenten?
Dit wordt bepaald met de AUC-waarde = de maat voor het aantal juiste
voorspellingen (discriminerend vermogen).
• Bij een AUC-waarde van .50 is 50% van de voorspellingen juist (slechtst;
hetzelfde als kop-of-munt)
• Bij een AUC-waarde van 1.00 is 100% van de voorspellingen juist (best).
Preselect Zorg en Recidive presteren goed: ongeveer 75% van de voorspellingen is juist. Dit komt
doordat gedrag het beste voorspelt kan worden met gedrag uit het verleden (statische,
onveranderbare risicofactoren) en dat gebeurt in deze instrumenten. Toch is 25% van de
voorspellingen onjuist, omdat je te maken kunt hebben met onvoorziene gebeurtenissen.
• Preselect zorg en recidive presteren goed (75%)
• Instrumenten scoren over het algemeen maar matig
• Inschattingen zonder gebruik van instrumenten (ongestructureerd klinisch oordeel) over het
algemeen niet beter dan random/toeval → 50% van de voorspellingen is juist
Naast een risicotaxatie is er ook een behoeftetaxatie in het LIJ. Wat is het verschil?
• Risicotaxatie = wie moeten behandeling krijgen en met welke intensiteit?
o Resultaat is één uitkomst, namelijk laag, midden of hoog (Preselect Recidive en Preselect
Zorg).
• Behoeftetaxatie = wat moet de behandeling zijn?
o Het resultaat van deze taxatie is een overzicht van veranderbare/dynamische
risicofactoren. In het LIJ is dit instrument
▪ 2a (korte taxatie)
▪ 2b (uitgebreide taxatie).
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Maryzax. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.