LOKALE POLITIEK 2022
1) INLEIDING TOT LOKALE POLITIEK
2) Hetzelfde maar anders
- Politieke partijen, middenveld, privésector en burger die allemaal inspraak
willen in lokaal bestuur (// met nationale politiek; enkel verplaatsing naar
kleinere schaal)
- Verschil met nationale politiek: nabijheid, meer vertrouwen en hogere
tevredenheid
→ Ook: meer inspraakmogelijkheden voor burgers+ privésector heeft grotere
invloed
- Poging tot uniformiteit op groot aantal diverse steden
→ 300 Vlaamse met andere grootte, economie en cultuur
→ Wallonië: 262 ; Brussel: 19 → 581 in totaal
3) Lokale politiek in Europa
- Geografisch onderscheid in continent
→ Noordelijke bestuurstraditie: grote gemeenten, ruime autonomie
→ Zuidelijke bestuurstraditie: kleine gemeenten, strikt toezicht (België)
o Beslissingsmacht met centrum delen: systeem van administratief
toezicht
o Gebrek aan autonomie oplossen door andere functies op centraal
niveau op te nemen (cumulatie) → drang naar political localisme
- Onderscheid vervaagt door hervormingen
→ Vlaanderen schuift van zuidelijk naar noordelijk ideaaltype
→ Let op voor comparatie: interne heterogeniteit wordt genegeerd
4) PROVINCIALE POLITIEK
- Oefenen bevoegdheden autonoom uit, maar onder controle hogere
overheden.
- Verantwoordelijkheid = alles wat niet valt onder algemeen belang van de
federale staat, gemeenschappen of gewesten (of onder gemeentelijk belang)
→ Ook dienstverlening naar gemeentes toe; bv hulp voor digitalisering
→ Grootste uitgaven: cultuur; ondersteuning; milieu, landschap & natuur
- Provincies geven weinig uit; 10x minder dan gemeenten, x35 minder dan Vla
5) Provinciegouverneur: gastcollege Van Cauter
- Algemeen: rol van gouverneur
→ Door gewestregering benoemd, in Vlaanderen ook voorzitter van deputatie
→ Voorzitter provincieraad
o Maar ook commissaris/vertegenwoordiger voor federale en Vlaamse
overheid, en bestuurlijk toezichthouder op lokale besturen
→ Provincieraadsverkiezingen om de 6j, gelijktijdig met
gemeenteraadsverkiezingen
o Vroeger federaal, sinds 2006 regionaal georganiseerd
o Deputatie staat in voor dagelijks bestuur
» Bestaat uit "gedeputeerden" met elk hun eigen bevoegdheid
» Worden voorgedragen door verkozen leden van provincieraad
- Federale bevoegdheden: focus op veiligheid (in enge en brede zin
van het woord)
1
, → Noodplanning (coördinatie bij rampen)
o Toezicht op openbare orde, veiligheid en volksgezondheid op
bovengemeentelijk niveau indien ramp zich voltrekt
→ Verkeersveiligheid
→ Administratief toezicht op de politiezones
→ Brandweer, wapenvergunningen, gevangenissen, overlast, …
- Coördinerende opdrachten
→ Brugfunctie tussen verschillende overheidsdiensten en andere partners
waarmaken
→ Projectmatig, integraal waterbeleid, milieuhandhaving, grens met
buurland, ….
- Bestuurlijk toezicht
→ Lokale besturen: één toezichthoudende overheid (Vlaamse Regering) en
gouverneur als commissaris van die Vlaamse Regering.
→ Algemeen bestuurlijk toezicht heeft vrijblijvend karakter
→ Toezicht vnl. o.b.v. klachten van raadsleden of burgers tegen besluiten
lokaal bestuur
o Klachteninhoud vnl. werking politieke of administratieve organen,
patrimonium, fiscaliteit, rechtspositieregeling, … → maar 23% brief
aan bestuur met opmerkingen
→ Tuchtmiddel: PG kan iedereen uit lokaal bestuur zwieren
→ Steun Audit Vlaanderen: via Minister van Binnenlands Bestuur
- Opvangcrisis ontheemden Oekraïne
→ Als Vlaamse regeringscommissaris faciliteren en aanvuren van
huisvestingsplaatsen
6) Provinciegriffier: parallelle evolutie maar in afgeslankte context
→ Tot '87 federaal benoemd, nu benoemd door provincieraad (mandaat 6j)
→ Provinciedecreet 2005: functie praktisch gelijk aan gemeentesecretaris
(griffier en financieel beheerder bleven titels)
o Voorzitter MAT (FB + enkele leidinggevende) en belast met interne
controle/organisatiebehering
o Ook financieel belangrijker: moet mee handtekenen
→ Vanaf DLB afgeslankt takenpakket: financieel en personeelsgewijs
inkrimping
o Staat in voor voorbereiding/uitvoering beslissingen PR en deputatie +
notuleert
o Algemene leiding provinciale diensten en scharnier tussen bestuur en
administratie
7) Plaats provincies in complex binnenlands bestuur
→ Grondwet stelt drieledige bestuursopbouw: gemeenten + provincies +
centrale overheid
o Lokale politiek werd als controlerende, vierde macht beschouwd maar
eigenlijk doorheen 19E als administratief instrument behandeld
o Met doorbraak politieke partijen werd provinciaal niveau wel belangrijk
→ Twee evoluties in '70s devalueerde provinciaal niveau : federalisme en
fusiegolf '76
→ Vanaf 2000 constant nieuwe intermediaire samenwerkingsverbanden
o Hulpverleningszones, vervoersregio's, … → gem. 68 per gemeente
o Schuldige: regionale overheden vooral, maar ook gemeenten zelf
2
, o Gevolg: weinig efficiëntie (allemaal verschillend werkingsgebied) en
weinig legitimiteit (onverkozen orgaan)
8) Internationaal dominant discours afgelopen twee decennia
→ Vereenvoudigen bestuurlijk landschap: verrommeling schaadt
transparantie
o Hervorming/afschaffing provinciaal niveau?
→ Logica van efficiëntie: schaalvergroting en overheidsverkleining zijn
evident
o Verplichte fusies?
→ Democratische legitimatie: verrommeling verhindert controlemechanismen
o Hervorming/afschaffing IGS?
- Maar, ook aandacht voor: belang identiteit en democratisch draagvlak nodig!
o Onderzoek: tevredenheid met provincie lager dan gemeente, hoger dan
regio
9) GEMEENTELIJKE POLITIEK
10) Inleiding
- GR zogezegd belangrijkste lokale bestuursorgaan
→ Regelt alle zaken van gemeentelijk belang en stelt algemene regels en
gemeentelijke reglementen vast
o Baas in én over de gemeente: formeel vooropgesteld in DLB
→ Maar in praktijk: overvleugeld door college + administratie
o Partijtucht; verdamping beleid uit klassieke gemeentelijke
besluitvormingscircuit!
- Motivatie om GRL te worden zijn eerlijk: belangen verdedigen van bepaalde
groep
→ Niet voor politieke carrière, publiek aanzien of bijhorende vergoedingen
11) Theoretisch ideaaltype van GR en GRL'en
- Representatieve democratie: bediscussiëren publieke zaak en beslissen in
naam van lokale gemeenschap
- Ideaalbeeld: lekenbestuur
→ Amateurs; deeltijds politici die zich wijden aan hogere publieke zaak
→ Geen aparte klasse beroepspolitici die specifieke competenties of
kwaliteiten vereist, moet met beide voeten in lokale gemeenschap staan
- Ideaalrol: stem lokale gemeenschap vertolken (voice) + beleidskeuzes maken
(choice)
→ Wensen/noden lokale gemeenschap oppikken, tegen elkaar afwegen en
aggregeren tot optimale beleidscompromis
→ Gemeente besturen als publieke dienstverleningsentiteit: gemeentebeleid
bepalen en implementatie van beleid nadien controleren
- Ideaal takenpakket: volksvertegenwoordiging, beleidsbepaling, controle (+
verantwoording)
12) Ideaaltype in praktijk onder druk: alle drie de rollen worden
beperkt
- Interne spanningen
3