Hoofdstuk 4: de babytijd
Adolf Portmann -> theorie van de fysiologische vroeggeboorte. = kind bereikt pas na eerste
levensjaar het ontwikkelingsniveau dat analoog is met wat vergelijkbare dieren onmiddellijk na de
geboorte kunnen.
Onderscheid tussen:
- Nestblijvers = krijgen meerdere jongen tegelijk , komen hulpeloos ter wereld, duurt lang voor
ze zich naar zelfstandig nest begeven
- Nestvlieders = 1 jong per dracht , zelfredzaam vanaf geboorte, zintuigen werken goed en
jong kan op eigen kracht voortbewegen.
- Mens = aparte positie, globaal nestvlieders maar tegelijkertijd ook kenmerken van
nestblijvers (hulpeloos, lang voor eigen nest,…)
Kind komt na 9 maand in de fysiologische baarmoeder in de psychologische baarmoeder terecht ->
contact met medemens is nodig om ten volle mens te worden -> basis wordt gelegd voor typische
menselijke eigenschappen, rechtop lopen, de taal en zelfbewustzijn.
Einde van 2e dracht (na een jaar) = psychologische geboorte.
Uitrusti ng van pasgeborene
Syn = neonatus
Kind beschikt over aantal aanpassingsmechanismen waarmee het prikkels enigszins weet te ordenen
en doeltreffend te reageren.
Het beschikt over functionerende zintuigen en een reeks motorische reactiewijzen maar beperkt
controlemechanisme.
Motorische reacti es
Kind slaapt gemiddeld 2/3 van de tijd. -> wakker = doezelige toestand van waarin alertheid erg
beperkt is.
5 verschillende arousal states:
Kinderen nemen dingen niet op dezelfde manier waar als volwassenen -> adualisme (volgens piaget)
= ontbreken van dubbelheid
Kind kan geen onderscheid maken tussen eigen subjectieve gewaarwording en dingen in de
buitenwereld die daar aan de basis liggen. = geen subject- objectsplitsing.
Kind ervaart stoom van wisselende impressies en geen besef van eigen lichaam.
Kind heeft knagend gevoel maar definieert het niet als honger.
- Oog nog niet klaar om te functioneren (anatomisch gezien)
- Mylinisering van gezichtszenuwen laat wensen over.
- Kind reageert op licht en op beperkte kleurperceptie
- Vlugge houterige beweging
2
, - Convergeren (met 2 ogen op 1 punt focussen) gaat moeilijk
- Geen flexibele accommodatie van lens = gezichtsveld max 30cm in omgeving
- Aanwezigheid contrast , meer beweging , matige complexiteit en driedimensionaliteit ->
prikkels die visuele aandacht snelst trekken
Twee verschillende mechanismen.
- Kind krijgt erfelijke gevoeligheid mee voor rudimentair patroon van menselijk gelaat
- Automatisch richten bij iedere prikkel waarin dit patroon te vinden is = mechanisme
gereguleerd door reflexcentrum in de hersenstam
- Gezicht bewust herkennen = wanneer cortex wordt ingeschakeld
Elementaire leerprocessen
Beschikken over bepaald leervermogen
- Habituatie= geleidelijk wennen aan herhaaldelijk terugkerende prikkels
- Klassieke conditionering = prikkels of gebeurtenissen die herhaaldelijk samen voorkomen
worden met elkaar geassocieerd zodat na verloop van tijd het ene signaal ervaren wordt
voor het verschijnen van het andere
- Operante conditionering= gedrag dat regelmatig gevolgd wordt door een beloning wordt
daar geleidelijk mee geassocieerd waardoor het in het vervolg vaker zal gesteld worden.
- Sociaal leren = nabootsinghypotese door spiegelneuronen, het kind ziet iemand een gedrag
stellen en gaat dit nadoen.
Sociale gerichtheid en emoti es
Huilen als primitief communicatiemiddel
- Geluid is zo onaangenaam dat omstaanders erop gaan reageren en proberen achter de
oorzaak van het probleem te komen om het op te lossen.
- Primitieve hulpkreet -> maar bij baby’s nog geen doelbewust gedrag
Enkele maanden later wel want dan is de baby zich bewust van het effect van huilen
De pasgeborene als asociaal wezen
- Niet overleven zonder hulp of bescherming
- Onbewust van dat feit
- Alles wat het doet of voelt staat in teken van elementaire niet-sociale behoeften
- De basis waaruit sociale gerichtheid zal ontwikkelen is wel al aanwezig
- Zintuigelijke voorkeuren die kind meekregen zetten volwassene aan tot aangaan en in stand
houden van contact tussen baby en kind.
- Sociale glimlach treedt op enige tijd later als kind en volwassene contact aanknopen ->
interacties worden nog groter
Beperkte gevoelswereld van pasgeborene
- Ofwel rustig ofwel huilen
- Gevoelswereld draait rond het al dan niet bevredigd worden van hun behoeften
- Behoefte op voorgrond = onlust = huilen
- Behoeftes bevredigd = lust = slapen of rustig rondkijken
- Soms solitaire glimlach van tevredenheid = sociale glimlach
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bruceseurey. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.