Sociaal Werk Hoofdstuk 1: Theorie van, over & voor sociaal werk
2.1 Basistheoretische onderbouw: Sociologische situering van SW
Sociaal werk is een praktijkgebasseerd beroep en een academische discipline die sociale
verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen
bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve
verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal. Ondersteund door sociaal
werk theorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en lokale vormen van
kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om levensuitdagingen en
problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen.
De Swer – Happy Sishyphus
- Rolt de steen helemaal boven op de berg, waarna hij daarna terug helemaal naar
beneden rolt.
Basistheoretische onderbouw schematisch:
3 Maatschappelijke lagen:
- Microniveau: Individuele leefwereld
- Mesoniveau: Hulp-en dienstverlenende organisaties
- Macroniveau: Samenleving
Waarom essentieel om inbedding beroep in maatschappij te begrijpen?
- SW = Meer dan sociaal-politiek instrument.
- Voor een humane en democratische samenleving.
- SW-rol in de toekomst te kunnen begrijpen.
- SW = GEEN uitvoerend beroep.
2.1.1 Sociaal werk in de maatschappij
Microniveau
= SW’ers hebben professionele identiteit.
- Cliënten krijgen te maken met:
Sociale exclusie
Bv. Werkloosheid, armoede, psychische problemen, criminaliteit, …
Problemen met sociale inbedding
Bv. Kwaliteit en intensiteit van sociale contacten, …
- Hoeveelheid kapitaal om mee aan de slag te gaan.
, Sociaal Werk Hoofdstuk 1: Theorie van, over & voor sociaal werk
Mesoniveau
= Organisaties/structuren die de inhoud van de regelgeving realiseren.
- Maar ook vrije initiatieven (soms nog niet wettelijk geregeld/ ontwettig)
- Mesoniveau = Werkingsgebied van SW’ers.
- SW als sociaal-politiek instrument (Onderdeel van ‘Civil Society’).
- SW ondersteunt individuen, groepen, organisaties, om zich sociaal te ontplooien
en maatschappelijk te engageren.
Bv. Sociale zekerheid, OCMW ’s, VDAB, Ziekenfonds, …
- Ontmoeten elkaar in professionele onderhandslingsruimte, wordt beïnvloed door 2
elementen:
Hoe komt een cliënt bij een dienst terecht?
Wat is de opdracht vaan de SW’er + welke middelen heeft die ter
beschikking?
- Werkt aan sociale inclusie en tegengaan van sociale exclusie, + toezien op
respecteren van regels (rechten & plichten).
Macroniveau
= Maatschappelijke ordening, hoe probeert een samenleving haar leden een kwaliteitsvol
leven te garanderen -> Wettelijke ordening.
Bv. Wet van 26 mei 2002: Recht op maatschappelijke integratie.
Decreet 1 maart 2014: Betreffende integrale jeugdhulp.
Decreet 3 juli 2015: Lokaal cultuurbeleid.
Conclusie:
Ontmoeting SW’er – cliënt:
- Grenzen van wetgeving/beleid
- Grenzen van organisaties
- Grenzen van professionele onderhandelingsruimte
- Politieke rol van SW’ers: Aanklagen van (structuele) mechanismen van sociale
uitsluiting.
2.2 Generalistisch sociaal werk
Mary Richmond – ‘Social diagnosis’ & ‘What is Social Casework.’
Generalistisch sociaal werk: Is een complexe opdracht, waarbij cliënten worden ingebedt
in een sociale & maatschappelijke context. Hierbij wordt rekening gehouden met
persoonlijke draagkracht, hulpbronnen in de omgeving, diversiteit & problemen op
diverse levensdomeinen.
Specialist – generalist:
Betekenis is moeilijk af te bakenen -> focus op gemeenschappelijke elementen uit
literatuur.
- Is ook zo bij basistheoretische onderbouw, onderscheid micro, meso, macro.
2.2.1 Microniveau
Professionele relatie/ werkalliantie: Relatie tussen generalistisch SW’er & Cliënt(en).
Onderscheid tussen Swbasishoudingen & specifiek generalistische basishouding:
- Bewust omgaan met eigen referentiekader
- Vertrouwensrelatie
- Krachtenbenadering
- Participatie
- Op maat & tempo van de cliënt