Hoofdstuk 2: Uitdagingen voor een Sterk Sociaal Werk in de toekomst
2.1 Een sociologische analyse
Sociologische literatuur: “In welke maatschappij leven we?”
Vele termen om dit te omschrijven, Global age, post-fordistische
maatschappij, netwerkmaatschappij, laatmoderniteit, …
Onze focus: 1ste & 2de moderniteit en risicomaatschappij.
2.1.1 Sociologische analyse van Beck
“Onze Westerse samenleving is een risicomaatschappij. De modernisering
verloopt in 2 stadia, overgang van 1ste naar een 2de moderniteit.”
Reflexieve modernisering : Een proces waarbij we overgaan van een 1ste naar een
2de moderniteit, waarin detraditionalisering en individualisering centraal staan.
Hierin ontstaan nieuwe sociale risico’s waar ook het sociaal werk mee
geconfronteerd wordt.
Reflexief: Herziening van het sociale handelen, het vermogen van elke
persoon om op zichzelf te reflecteren over hun sociale omstandigheden en
hierdoor hun eigen levensproject te (her)schrijven.
Moderniteit: Periode die wordt gekenmerkt door continue maatschappelijke
en culturele veranderingen in de samenleving.
Bv. Wetenschap, manier van leven, manier van werken, …
1ste moderniteit – Tijdens industriële revolutie
= Modernisering volgen het pad van de evolutie van kapitalisme en
industrialisering. Mogelijkheden nemen gestaag toe.
- Traditionele, agrarische samenleving -> Moderne, industriële samenleving
- Functionele differentiatie arbeid
- Wetenschappelijke vooruitgang en rationaliteit, geleidelijk uitbreidend
systeem van risicobeheersing- en terugdringing.
Bv. Oorzaak en gevolg van ongelukken, ziektes, sterfte, voeding, …
- Nieuwe maatschappelijke opdeling
Onderscheid tussen sociale klassen. Ontstaan kerngezin is gebaseerd op
betaald werk met een duidelijke genderverdeling.
2de moderniteit – 1960
= Verzwakking van traditionele structuren en sociale banden in een steeds meer
gedifferentieerde samenleving. Er is een sterke toename van detraditionalisering
en individualisering.
- Radicalisering van het moderniseringsproces: Veranderingsprocessen gaan
steeds sneller en diepgaander.
- Detraditionalisering: Traditionele maatschappelijke contexten brokkelen af.
- Individualiseringsproces: Mensen krijgen meer zelfstandigheid, meer
keuzevrijheid en verantwoordelijkheid.
Gevolg: Positieve gevolgen, maar ook nieuwe (sociale) risico’s.
, Hoofdstuk 2: Uitdagingen voor een Sterk Sociaal Werk in de toekomst
2.1.2 Reflexieve modernisering van Berger
Berger (2004): Metafoor van het ‘treinmodel’ vs het ‘automodel’.
Treinmodel (determinisme): Collectieve manier van verplaatsen, machinist
bepaalt voor iedereen de snelheid en is zelf ook gebonden. Er zijn keuze
mogelijkheden aanwezig, maar beperkt.
Bv. 1ste of 2de klasse, reisformules, … .
Automodel (flexibiliteit): Individuele manier van verplaatsen, maar er zijn ook
beperkingen.
Bv. Auto kunnen betalen, verzekering, technische keuring, verkeersregels, … .
2.1.3 Reflexieve modernisering in de praktijk
Economie & arbeid: Cultuur:
- Uitzendarbeid - Meer vrije tijd
- Voltijds werken ≠ norm - Secularisering
- Wijziging soort arbeid, … - Consumentisme, …
Relaties: Politiek:
- Meer echtscheidingen - Partijhoppers
- Homohuwelijk - Vaste verbanden in vraag stellen
- Bewust Ongehuwde Moeder
2.1.4 Bredere maatschappelijke context
Vandaag: Actieve welvaartsstaat:
- Overheid zet in op activering van burgers.
- Proces van individualisering: Burgers hebben zelf verantwoordelijkheid om
leven in handen te nemen.
! Niet iedereen kan mee in dit proces.
Neoliberale logica: Ontstaan beleidstendensen, vermaatschappelijking en
vermarkting.
2.1.4.1 Vermaatschappelijking
Vermaatschappelijking: Verschuiving binnen de zorg, waarbij ernaar gestreefd
wordt om mensen met een beperking, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, …
met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de
samenleving te laten innemen, en hen waar nodig te ondersteunen en de zorg
zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.
- Kern: Kwetsbare burgers met al hun mogelijkheden en beperkingen een
zinvolle plek in de samenleving laten innemen.
- Verwijst naar zorg die verleend wordt, in en door de samenleving.
- Vermaatschappelijking als opportuniteit om naar een meer zorgzame en
warme samenleving te evolueren.
Actueel debat: “Hoe moeten we reageren op deprofessionalisering die samengaat
met vermaatschappelijking?”
2.1.4.2 Vermarkting
New Public Management: Meer management, meer meten en meer markt.
Basis.
- Marktlogica in een non-profit sector: Ontstaan van een zorgmarkt.