Samenvatting politieke communicatie
KERNBEGRIPPEN
- Politieke communicatie
o Doelgericht: intentie = cruciaal → kiezer informeren + beïnvloeden
o Door, voor, over politieke actoren
Deze cursus: focus op publieke vormen
Politieke actoren = elke actor die invloed tracht uit te oefenen op politieke
besluitvormingsproces / actoren met politieke doelen
Partijpolitici, landen/staatshoofden, koningen, religieuze leiders,
lobbygroepen, vakbonden, ngo’s, terreurorganisaties (via geweld →
illegitieme communicatie) …
o Terreurorganisaties: gelijkaardige communicatie en -
mediatechnieken als politici
Door: politici op massamedia → communicatie = ↑ gedemocratiseerd ~
democratisering electoraal
Voor: burgers, agendasetting door de media
Over: media als watchdog
o Communicatie
Media (kranten, sociale media …), maar ook kledij, protest, liedjes, blogs,
onafhankelijke websites …
o 3 centrale actoren: politiek – media – publiek
Interactie hiertussen → wisselwerking
! contextafhankelijk, meeste onderzoek in VS → breder toepasbaar?
McNair: geen lijn tussen politieke organisaties – burgers → alle politiek = gemedieerd
o Politieke
actoren
zouden
niet
bestaan
zonder
media
(zouden
hun
boodschappen niet over kunnen overbrengen) en burgers kunnen hun wensen enkel
uiten via de media
o ! groot debat binnen politieke communicatie
EEN REIS DOOR DE TIJD + nog enkele kernbegrippen
- Geschiedenis democratie – journalistiek
o Nieuwsmedia als waakhond van de democratie: politici verantwoordelijk houden,
zorgen dat burgers genoeg informatie (kunnen) hebben voor geïnformeerde stem
o Eeuwenoude relatie: belangrijke rol journalistiek bij ontstaan democratieën
, Autocratische regimes: groot belang van sociale media
o Democratisering
16e-17e E: objectiviteit ≠ zo belangrijk → media kozen duidelijk standpunt ↔
monarchie, belangenbehartiging van het volk
1e democratieën: media ingeschreven in GW als centrale actor om
democratie te bewaken
Bv. Thomas Jefferson – Amerikaanse GW
o Liever kranten zonder regering, dan regering zonder kranten
o 1st amendment: persvrijheid + VvM
Historisch verbond democratie – journalistiek
- Politieke communicatie en onze democratie
o Kwalitatieve, liberale democratie = participatie, geankerd in de constitutie, van
rationele + geïnformeerde burgers
Politiek: alternatieven nodig (≠ politieke partijen)
Media: burgers moeten die alternatieven kunnen kennen
Diversiteit in media = cruciaal
Vrije circulatie alternatieven + publiek gemaakt aan iedereen (info)
Publiek: burgers moeten de alternatieven willen kennen
Actief op zoek gaan naar informatie
! selectieve blootstelling
→ geïnformeerd stem uitbrengen
→ publieke sfeer (PS)– Habermas (1962)
= waar individuele opinies een publieke opinie beginnen vormen
Privépersonen komen samen als publiek: ons samen informeren,
debatteren en discussiëren over politieke en maatschappelijke zaken
18e E: ontstaan in thee/koffiehuizen v/h (= electoraat) in VK + Fr
o Politieke debatten + veel invloed op politici (vrij directe
communicatie met machthebbers) → discours van kritisch +
geïnformeerd publiek dat machten en autoriteiten monitort
Voorwaarden
o Burgers moeten toegang hebben tot info
o Publiek moet genoeg onderwezen zijn om die info rationeel
en effectief te gebruiken → educatie = cruciaal
Bevat alle communicatieve instanties v/d maatschappij → media
vormt de publieke sfeer
o Media: 5 kernfuncties → kwaliteitsvolle publieke sfeer
Informeren: feiten overbrengen
Onderwijzen: achtergrondinfo, verdieping, feiten uitleggen
Platform bieden: uitwisseling politici – burgers mogelijk (p = gemedieerd)
Watchdog → publieke controle
Kanaal bieden
Belangenbehartiging
! dit wordt steeds meer gezien als mediabias
Randvoorwaarde: correcte info
≠ neutrale info → +/- onmogelijk
3 soorten politieke realiteit
o Objectieve: feiten zoals die zich daadwerkelijk voordoen
, o Subjectieve: feiten zoals die ervaren worden door burgers,
journalisten en politieke actoren
o Geconstrueerde (dominant in PS): feiten zoals die
weergegeven worden in de media + bredere discoursen
Media bias
Onbewust: owv beperkingen / restricties
Bewust: media als p actor → p agenda /
bepaalde ideeën/idealen naar voor schuiven
o ↔ Geen p functie, veranderen aard
v/d p
o Bv. Fox News – Rupert Murdoch
o Kritieken volgens McNair
Beperkingen objectiviteit → media bias
Burgers ≠ voldoende onderwezen om als rationele actor te handelen
Politieke apathie
Afwezigheid van alternatieven
↓ verschillen tussen partijen, ideologieën met elkaar verweven
o Media rapporteren op +/- zelfde manier over alle partijen
o Absence of choice? Of net overvloed?
Echte macht ligt bij grote bedrijven en andere niet-verkozen instituties → de
macht ligt bij het geld
Manufacture of consent – Lippmann
Kern van liberale democratie = inspraak van de burgers
o Consent = gemanipuleerd door biased media
2 visies
o Manipulatie + geheimhouding in p vs. media als watchdog
o Manipulatie + geheimhouding door zowel p als media
Pseudo-events: newsmaking ipv newsgathering
~ 24/7 nieuws, steeds ↑ mediakanalen
o → vragen bij ideaaltypisch beeld van de media
o Andere kritiek / bedreiging: van low naar high-choice media environments (ME)
Media: versnipperd (↑ (gespecialiseerde) zenders) + steeds meer kanalen
Traditionele, niet-interactieve media staan onder druk
~ Proliferatie andere diensten bv. streamingsdiensten
→ ↑ competitie, sneller nieuwsritme, ↑ commerciële nieuwswaarden
Werkt high-choice ME de democratie tegen? Hoe?
Invloed op p information environment
o Systeem van vraag – aanbod (beide: fragmentatie)
Vraag
Hoeveelheid + kwaliteit p nieuws en p info
die mensen wensen te consumeren
Vaardigheden van burgers om p nieuws en
info te begrijpen, verwerken en onthouden
Aanbod
Hoeveelheid + kwaliteit p nieuws en p info
Toegang tot en mogelijkheid om te leren van
p info