Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Begrippenlijst businessmanagement 2021/2022 (CE&ORM) Edumundo €4,49
Ajouter au panier

Autre

Begrippenlijst businessmanagement 2021/2022 (CE&ORM) Edumundo

 0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Alle begrippen uit het vak Businessmanagement in één overzichtelijk document

Aperçu 2 sur 10  pages

  • 20 janvier 2023
  • 10
  • 2021/2022
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
Begrippenlijst
Aandeelhouders: Stakeholders die hebben geïnvesteerd in de organisatie en daarom mede-
eigenaars zijn van de organisatie.
Abstracte doelstellingen: Doelstellingen die voor belanghebbenden niet direct herkenbaar zijn; het
aantal kopjes koffie dat men moet verkopen is als doel herkenbaarder voor medewerkers dan de ROI
van een project.
Adhocratie: Organisatietype voor het uitvoeren van tijdelijke projecten; uitvoerende kern bestaande
uit professionals die samenwerken aan complexe en innovatieve vraagstukken.
Afnemers: Stakeholders die producten of diensten afnemen.
Afnemersprocessen: Wijzen waarop organisaties toegevoegde waarde leveren aan afnemers; één
van de vier processen van de balanced scorecard.
Ansoffs groeistrategieën: Vier groeistrategieën gebaseerd op het onderscheid tussen de markt
waarop een organisatie wil groeien en de producten waarmee zij wil groeien.
Autoritair leiderschap: Een stijl gericht op de macht van de leidinggevende die alles bepaalt.
Basisonderdelen van een organisatie: De organisatie bestaat uit de strategische top, het
middenmanagement, de uitvoerende kern, de ondersteunende staf; ook wel fundamentele
organisatieonderdelen genoemd.
Bedrijfstak: Verzameling van organisaties die ongeveer gelijksoortige producten of diensten leveren
in een bepaalde branche.
Belangenorganisatie: Stakeholders die als belangbehartigers van speciale groepen invloed hebben
op een organisatie.
Beslissingsbevoegdheid: Zeggenschap hebben over de wijze waarop een individuele taak wordt
uitgevoerd of over de strategie van de organisatie als geheel.
Bevoegdheid: Het recht om beslissingen te nemen die voor de uitvoering van een taak nodig zijn.
Big five: De vijf persoonlijkheidskenmerken die bepalend zijn voor de uitvoering van de rol van de
leider.
Blauwe oceaan: Markt met weinig tot geen concurrentie waar een organisatie klanten kan bedienen
die tot dan toe onvoldoende keus hadden.
Bureaucratie: Organisatievorm waar regels, procedures en hiërarchie de norm zijn.
BV – besloten vennootschap: Een organisatie met rechtspersoonlijkheid waarbij het eigendom ligt
bij de aandeelhouders.
Centralisatie: Het in één hand houden van beslissingsbevoegdheden (de strategische top heeft alle
zeggenschap).
Coachend leiderschap: Een stijl die gericht is op het ‘in hun kracht zetten’ van medewerkers.
Community-buildingstrategie: Strategie gericht op het creëren van producten of diensten voor
specifieke communities of groepen mensen.
Concurrenten: Stakeholders die op dezelfde markt dezelfde klanten bedienen.
Concurrentiekrachten: Elementen uit de meso-omgeving die bepalend zijn voor de winstgevendheid
van een bedrijfstak (vaak gebruikt in relatie met Porters Vijfkrachtenmodel).
Concurrerende waardenmodel: Negen rollen van managers die elkaar aanvullen en zo invulling
geven aan de wijze van management.
Configuratie: Organisatietype dat wordt bepaald door de samenhang tussen de verschillende
organisatieonderdelen, hun grootte en belangrijkheid.
Consolidatiestrategie: Strategie gericht op het behoud van de huidige positie van de organisatie.
Consumer intimacy: Positie die draait om het onderhouden van de best mogelijke klantrelaties
(onderdeel van Treacey & Wiersema’s waardestrategieën).

, Contingentie: Gaat uit van de gedachte dat de kenmerken van een organisatie afhangen van diverse
factoren uit de omgeving van de organisatie.
Controleren: De verschillende manieren om werkzaamheden op elkaar af te stemmen.
Controleren: Managementtaak waarbij wordt bekeken of de resultaten zoals die zijn beschreven zijn
behaald.
Coördinatie door hiërarchie: Wijze van afstemming waarbij sommige mensen als taak krijgen om
toezicht te houden op anderen en om opdrachten te geven wanneer zij zien dat de organisatiedoelen
niet worden behaald; ook wel direct toezicht genoemd.
Coördineren: De wijze waarop mensen werkzaamheden organiseren.
Coördineren: Managementtaak waarbij men de werkzaamheden met verschillende afdelingen,
toeleveranciers, partners, etc. afstemt.
Cultuur: De tradities en overtuigingen binnen een organisatie waardoor de organisatie anders is dan
andere organisaties; ook wel ideologie genoemd.
CV – commanditaire vennootschap: Organisatie zonder rechtspersoonlijkheid waarbij één (of
meerdere) van de vennoten slechts met kapitaalinbreng (geld en/of kapitaalsgoederen maar geen
arbeid) betrokken is bij het bedrijf.
De balanced scorecard: Model waarbij de prestaties van een organisatie worden bijgehouden door
vier prestatiemaatstaven te monitoren (de financiële resultaten, de interne bedrijfsprocessen, de
afnemersprocessen en de leer- en groeiprocessen).
Decentralisatie: Het verdelen van beslissingsbevoegdheden over meerdere lagen in de organisatie.
Delegeren: Een managementtaak waarbij bepaalde taken en verantwoordelijkheden aan andere
personen lager in de hiërarchie worden overgedragen.
Demografische trends: Trends zoals leeftijd, geslacht en opleiding die betrekking hebben op de
opbouw van de bevolking in een bepaald gebied.
Depth of control: Het aantal niveaus waaraan een manager (in)direct leiding geeft, ook wel
spandiepte genoemd.
Destep-analyse: Analyse van zaken die niet of nauwelijks door individuele ondernemingen
beheersbaar zijn maar waardoor zij wel worden beïnvloed, zoals demografische trends, ecologische
trends, socio-culturele trends, technologische trends, economische trends en politieke trends; ook
wel macro-omgevingsanalyse of trendanalyse genoemd.
Dienend leiderschap: Een stijl die gericht is op het faciliteren van een team om doelen te bereiken.
Differentiatiestrategie: Eén van de vier posities die een organisatie kan innemen, waarbij de
organisatie ervoor kiest om de gehele markt te bedienen door voor elke deelmarkt een eigen product
of dienst aan te bieden (onderdeel van Porters model van generieke concurrentiestrategieën).
Direct toezicht: Wijze van afstemming waarbij sommige mensen als taak krijgen om toezicht te
houden op anderen en om opdrachten te geven wanneer zij zien dat de organisatiedoelen niet
worden behaald; ook wel coördinatie door hiërarchie genoemd.
Disruptie: Verstorend, ontwrichtend.
Diversificatie: Groei van een organisatie door in plaats van producten en diensten te verkopen op
bestaande en nieuwe markten volledig nieuwe markten te betreden met volledig nieuwe producten.
Divisiestructuur: Organisatietype waarbij de operationele kern bestaat uit kleinere organisaties
Doelen: Wat men binnen een organisatie probeert te bereiken.
Ecologische trends: Trends die betrekking hebben op de gevolgen van veranderingen in het
milieubewustzijn van consumenten en bedrijven.
Economische doelen: Doelen die door het management worden gesteld en te maken hebben met
economische en financiële grootheden en parameters.
Economische trends: Trends aangaande economische ontwikkelingen op lokaal, regionaal, landelijk
en mondiaal niveau.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bregmans13. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

69252 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté