Hoofdstuk 4: Het moderne imperialisme (1870 - 1914)
● Inleiding
⇒ Vraagjes
⇒ • Welk werelddeel had de leiding in de 19de eeuw: Europa
⇒ • Welke landen hadden de leiding: Frankrijk en Groot-Brittanië
⇒ • Wie waren de opkomende grootmachten: Japan en de VS
● 4.1 Motieven (oorzaken) voor het moderne imperialisme
○ Economische en sociale motieven
⇒ Aan wat was er nood door de sterke bevolkingsgroei en de industriële revolutie?
⇒ • Goedkopere grondstoffen
⇒ • Afzetmarkten
⇒ • Strategische steunpunten
○ Ideologisch motief
⇒ De ‘superieure’ Europeanen wilden de andere volkeren beschaven en hen bekeren
⇒ tot het Christendom.
○ Politiek motief
⇒ Opkomst van het nationalisme
⇒ • Bezit van een koloniaal imperium: het aanzien stijgt.
⇒ • Succesvolle kolonisatiepolitiek leidt de aandacht van binnenlandse problemen.
⇒ Na 1870 (Frans - Duitse oorlog) waren in Europa de machtsverhoudingen gewijzigd.
⇒ • Duitsland werd op korte tijd een moderne industriestaat en de nieuwe concurrent
⇒ • van Groot Brittannië wil kolonies.
⇒ • Economische crisis zorgt voor spanningen.
⇒ Conflicten tussen Europese staten werden opgelost tijdens internationale
⇒ conferenties.
⇒ • De conferentie van Berlijn (1885): De Belgische koning Leopold II verwierf daar
⇒ • persoonlijk een enorm gebied in Centraal-Afrika namelijk Congo
● 4.2 De Europese mogendheden verdeelden de wereld
○ 4.2.2 De Europese kolonisatie werd mogelijk gemaakt door:
⇒ De industriële revolutie speelde een belangrijke rol bij de uitbouw van een koloniaal
⇒ imperium:
⇒ • Superieure bewapening, snel transport van grote hoeveelheden mensen en
⇒ • goederen, vlotte communicatie,...
⇒ • Geneesmiddelen tegen tropische ziektes
⇒ De rol van de ontdekkingsreizigers is ook belangrijk: verkenning van onbekend
⇒ gebied.
⇒ In de kolonies zorgden de interne verdeeldheid en regionale rivaliteit ervoor dat de
⇒ europeanen hun verdeel- en heerspolitiek konden voeren.
, ○ SAMENVATTING
⇒ Afrika werd verdeeld onder Europese staten
⇒ • De grootste kolonisatoren waren Frankrijk en Groot-Brittannië.
⇒ • Duitsland en Italië waren teleurgesteld wegens te weinig koloniale uitbreiding.
⇒ • Congo werd persoonlijk bezit van Leopold II.
⇒ In Azië waren de belangrijkste kolonisatoren Groot-Brittannië
⇒ • Ook niet-Europese industriestaten gingen gebieden veroveren
⇒ • ○ Voorbeelden: De VS in de Stille Oceaan: o.a. Filipijnen
⇒ • ○ Voorbeelden: Japan: o.a. Korea, Mantsjoerije
● 4.3 Gevolgen van het modern imperialisme
⇒ In de 19de eeuw waren de koloniserende staten ervan overtuigd dat ze de kolonies
⇒ een dienst bewezen, maar hun imperialisme had ook negatieve kanten.
⇒ • De huidige grenzen/staatsgrenzen van Afrika en Azië
⇒ • Deze werden bepaald door de Europeanen tijdens onderhandelingen. Hierbij werd
⇒ • geen rekening gehouden met etnische verschillen. Dit leidt tot op de dag van
⇒ • vandaag voor spanning.
⇒ • Verloren gaan van de traditionele economie
⇒ • De lokale economie werd vervangen door een economie bepaald door Europese
⇒ • landen.
⇒ • → Dit gebeurde door middel van:
⇒ • → ○ Dwangarbeid
⇒ • → ○ De plaatselijke bevolking werd gedwongen hard te werken voor de
⇒ • → ○ Europeanen. Ze werden mishandeld of zelfs gedood indien ze niet voldeden
⇒ • → ○ aan de verwachtingen.
⇒ • → ○ Invoer van monoculturen
⇒ • → ○ In plaats van de traditionele landbouw (teelt van voedingsmiddelen voor eigen
⇒ • → ○ gebruik) kwam nu de teelt van nijverheidsgewassen (worden verwerkt in de
⇒ • → ○ industrie) zoals katoen, tabak, … = monoculturen.
⇒ • → ○ Invoer van geldeconomie
⇒ • → ○ De Europeanen werden in Afrika geld in. Dit zorgde voor een ingrijpende
⇒ • → ○ verandering in de Afrikaanse samenleving: Ruilhandel werd vervangen door
⇒ • → ○ geld, deze introductie veranderde ook de wijze waarop mensen naar elkaar
⇒ • → ○ keken. Ze werden nu wel beoordeeld op basis van de hoeveelheid geld die ze
⇒ • → ○ hadden.
⇒ • → ○ Economisch afhankelijk van Europa
⇒ • → ○ Door de afschaffing van de traditionele economie, werden de kolonies
⇒ • → ○ afhankelijk van het moederland, o.a. voor voedselbevoorrading. De grond van
⇒ • → ○ de plaatselijke bevolking werd afgenomen. De inheemse mensen hadden
⇒ • → ○ hierdoor honger terwijl ze langs velden vol gewassen wonen. De kolonies
⇒ • → ○ ontwikkelden geen zelfstandige economie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noameuwissen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.