Diversity and community work
Diversity: an introduction
= veel discussies over diversiteit en cultuur
Bv: zwarte piet; veel discussies over
= diversiteit is meer dan cultuur maar het wordt vaak verengd naar cultuur
= een samenleving is heel divers en als ergotherapeut moeten we ons daar bewust van zijn
(we moeten daar een visie op hebben)
= als ergotherapeut gaan we van residentieel naar minder residentieel
Roadmap
1. Diversiteit
▪ Identiteit en nieuwe identiteiten
▪ Polarisatie
= veroorzaken van een conflict of het
versterken van tegenstellingen tussen
partijen of bevolkingsgroepen
▪ Diversiteit als normaliteit
2. Cultuur
▪ Multiculturaliteit
▪ Migratie en integratie in Vlaanderen
▪ Cultureel archief
3. Samenleving/gemeenschap
▪ Sociale cohesie en sociaal kapitaal
▪ Samenleving in een diverse wereld
4. Intersectionaliteit
= kruispuntdenken
▪ White privilege
= witte onschuld
1
,Diversity and identity
▪ Go to menti.com and follow the instructions
▪ Which words do you think of when talking about ‘diversity’?
▪ How diverse is this class group?
= genderonevenwicht (meer vrouwen)
= de personen zijn van dezelfde sociale achtergrond (woning, diploma, inkomen,…)
= er zijn verschuivingen hierin (bv: opleidingsniveau is niet bij iedereen hetzelfde)
= er is ook wel veel diversiteit (bv: interesses, hobby’s, geloof,…)
= diversiteit kan je ruim interpreteren
= qua etnische culturele achtergrond hebben we weinig diversiteit in ergo
= het is niet altijd duidelijk waar de diversiteit zit (het is niet altijd zichtbaar op gewoon
zicht)
Definition ‘diversity’
= verschillen tussen mensen in de samenleving (sociaal, cultureel, etnisch,…); kan over
verschillende zaken gaan (interesse, opleiding, hobby’s,…)
= een verschil dat soms problematisch wordt of problematisch wordt gemaakt
Bv: religie: vroeger werd er sterk ingezet op de kerk en nu zijn wij tegen moslims
= verschillen in school taal en thuistaal
= verschillen in persoonlijke en fysieke ervaring
= verschillen in talenten, interesses, acitiviteiten, visies, noden, vormen van studies,
betrokkenheid,…
Deze verschillen kunnen liggen op gebied van geslacht, leeftijd, etnische afkomst,
seksuele geaardheid, (arbeids) handicap, socio-economische achtergrond, religie,
politiek standpunt,…
2
,Dimensions of diversity
▪ Etniciteit
= socio-culturele identiteit (uiterlijke kenmerken, nationaliteit, afkomst, familie,
religie, taal, cultuur, geschiedenis)
▪ Sociale klasse
= economische en sociale positie (hogere klasse – middenklasse – lage klasse)
▪ Levenscyclus
= baby / kindertijd – puberteit – adolescentie – volwassenheid – ouderdom
▪ Talent / handicap
= fysiek – psychisch – mental
▪ Religie
▪ Gender
= biologisch, maar ook gedrag en identiteit (man-vrouw relaties, normen en ideeën)
▪ Seksuele identiteit
= vormen van seksualiteit
▪ (Professional) socialisatie
= primair (opvoeding) – secundair (opleiding) – tertiair (beroep) - …
= je opvoeding, opleiding, beroep,… bepalen ook wie je bent
Zie verder: assen van identiteitsvorming
3
, Professional reflection
▪ Kijk naar de volgende foto’s van de personen
▪ Met deze personen kan je in contact komen als ergotherapeut
▪ Schrijf je gevoelens neer en je acties wanneer je naar deze foto’s kijkt
- Zijn deze negatief of positief?
- Zijn er implicaties over de intereactie met deze personen/deze groep?
= marginaal
= houdt ervan om zijn eigen pijn te
doen
4