SAMENVATTING PSYCHIATRIE
PSYCHOTHERAPIE
OVERZICHT PSYCHOTHERAPEUTISCHE METHODES
4 soorten
persoonsgerichte psychotherapie
o psychoanalytische
o client-centered
klachtgerichte therapie
o CGT
o Aandachtsgerichte CT: mindfullness
relatiegerichte therapieën
o relatie- en gezinstherapie
o systeemtherapie
Andere
o lichaamsgeoriënteerde
o interpersoonlijke therapie (IPT) (vb. bij bipolaire stoornis)
Uitleg
Psychoanalytische:
- Principe dat je huidige problemen hun wortels hebben in vroegkinderlijke ervaringen
en belevingen, problemen veroorzaakt door onbewuste verlangens, conflicten en
trauma’s.
- Patiënt zoekt zelf naar de betekenissen en verbanden, de therapeut komt weinig
tussen.
- Overdracht is hier essentieel: manier waarop patiënt naar therapeut zich opstelt is
weerspiegeling van zijn band met hechtingsfiguren in jeugd.
- Psychodynamische theorie: lust-drif: gevoelens/gedachten die gemoedsrust
verstoren wegduwen, 4 functies van de mens: uber-ich/superego = geweten, ideaal
ik, id/Es = driftleven, Ego/ik = bemiddelende, regulerende functie: verstandelijk
vermogen en afweerfuncties.
- vb. afweerfuncties: ontkenning, idealisatie (jij gaat mij redden), projectie (interne
dreiging externaliseren, zo makkelijker om mee om te gaan), rationalisatie (excuses
zoeken voor gedrag), splitting (bij bordeline: goeden-kwaden), somatosensorische
amplificatie (sensaties veel intenser aanvoelen), sublimatie (zoeken naar
acceptabelere alternatieven voor driften: vb kwaadheid -> activisme), repressie
(dingen onbewust vergeten).
Client-centered:
- problemen vloeien voort uit geblokkeerde belevingen of gevoelens.
- Accent niet op onbewust maar op voorbewust: komen boven als patiënt zijn
aandacht erop vestigt.
- Patiënt moet zeggen wat hij voelt, de therapeut doet aan empathie hier, invoelen en
pushen om verder te gaan: niet-confronterend!
1
,CGT:
- Psychische moeilijkheden als aangeleerd gedrag
- Analyseren in detail: wanner dit gedrag? Oorzaken/uitlokkers? Sleutelen aan dit
gedrag mbv oefeningen.
- Patiënt: actief op zoek gaan naar onjuiste denkpatronen en gedragingen en aan te
leren om deze te corrigeren. Leert hierbij vaardigheden aan om beter te
functioneren.
Accepteren van de klacht – concretiseren – hypothesen verkennen (uitlokkende
factoren en reactiemanieren) – strategie plannen en uitproberen – evalueren (bv
laten scoren hoe ze zich voelen).
- Cognitieve theorie: basis-assumpties zijn relatief stabiele kennisrepresentaties over
jezelf/anderen/wereld die in eerste levensjaren ontwikkelen: worden bijgesteld door
nieuwe ervaring obv informatie-verwerking: filter (welke info waarnemen) –
betekenis toekennen – transformatie (info tot nieuwe betekenissen verwerken) –
herinnering (welke herinneringen terughalen uit het gehuegen.
Pathologische basis-assumpties: rigide (hulpeloos, niet geliefd zijn)
- Cognitieve distorsies: dichotoom denken, bevestiging zoeken, vergelijken, positieve
niet waarderen, emoties aanzien als waarheid, te snel conclusies trekken,
mislabelling (fout -> ik ben dom), overschatten = catastropheren/minimaliseren,
selectieve perceptie, overgeneraliseren, perfectionisme, personaliseren, reductie (je
ziet de complexere oorzaken niet), ‘ik zou …’, emoties zien als bewijs,
gedachtenlezen, jezelf constant als slachtoffer zien.
Aandachtsgerichte cognitieve therapie (mindfulness):
- Cognitieve gedragstherapie, maar aanvulling met yoga/meditatie...
- Dagelijkse bezigheid!
Relatie/gezinstherapie:
- Psychische moeilijkheden zijn uiting dan de relaties in het systeem: relaties zijn de
focus.
- Men werkt aan betere communicatie in het systeem en versterkt samenhorigheid.
- Parentificatie? Los-zand vs kluwengezin? Communicatie verbaal/non-verbaal?
Machtsverhoudingen?
- Obv fasen in het gezin: kinderloos – uitbreiding – stabilisatie – uitvlieg – lege nest
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT):
- De klachten hebben iets te maken met het sociaal interageren/interactioneel
functioneren
- vb rolverwarring, rouw, rolovergang, isolatie...
- Duidelijke relatie tussen interpersoonlijke gebeurtenis en klacht!
Effecten psychotherapie
- 70% placebo (obv band met de therapeut), 30% ‘echt’ effect.
Bijvragen
- Wat is mindfullness?
De kern van mindfullness is accepteren, in het nu zijn en het is oké zoals het nu is.
Moment-tot-moment bewustzijn.
- Hoe werkt client-centered therapie?
- Wat is de rol van de therapeut bij psycho-analyse:
2
, actief maar op de achtergrond
- Waarop is relatiegerichte therapie gebaseerd?
2 dingen: relaties als oorzaak + omgeving als co-therapeut opleiden
- Hoe frequent doe je elke therapie?
Psychodynamische therapie: je werkt heel intensief op de band tussen pt-
hulpverlener: 2-3x/w
Cognitieve gedragstherapie: oefeningen doen tussen de sessies door: 1x/w
Familietherapie: je plant een boodschap, en laat dan de pt er al dan niet iets mee
doen: 1x/2-3x
VERSCHIL PSYCHOTHERAPIE EN FARMACOLOGISCHE THERAPIE THV HERSENEN?
Bij depressie is de amygdala hyperactief en de frontale cortex hypoactief.
AD vermindert de hyperactiviteit van amygdala en bijgevolg zorgt dat indirect voor meer
activiteit van de frontale cortex.
Psychotherapie zorgt voor meer activiteit van de frontale cortex en bijgevolg indirect minder
activiteit in de amygdala.
Daarom zijn AD en psychotherapie complementair.
OVERDRACHT EN TEGENOVERDRACHT?
Overdracht: de manier van omgaan van de patiënt met de hulpverlener is een reflectie van
hoe hij/zij omging met hechtingsfiguren in jeugd. Basale verwachtingspatroon van patiënt
bepaalt de relatie tussen patiënt en therapeut meer dan de feitelijke omstandigheden.
Tegenoverdracht: therapeut is ook maar een mens en heeft dus ook gevoelens naar de
patiënt toe (pos en/of neg). Therapeut moet dus op de hoede blijven om zo neutraal
mogelijk te blijven naar patiënt toe. Verleden van de therapeut/arts dat doorstroomt in zijn
beslissingen in het heden.
BIPOLAIRE STOORNIS
WELKE SOORT BIPOLAIRE STOORNIS KAN MEN HET SNELST VERWARREN MET
BORDERLINE?
Rapid cycling
Rapid cycling is vanaf meer dan 4 bipolaire episodes per jaar.
Globale morbiditeit en incapaciteit neemt toe met aantal episodes.
Belangrijk omdat het mss kan uitgelokt worden door AD bij bipol of door SK problemen
Vermijd altijd AD bij rapid cycling: mogelijks uitlokkend!
Beantwoordt ook minder goed aan medicatie. Net zoals borderline?
Rapid cycling is ook meer frequent bij vrouwen (andere soorten bipolair: m = v)
3
, BORDERLINE VS BIPOLAIR
Borderline kent geen goed gedifferentieerde onset, bipolair is rond de 20 jaar
Borderline mood changes zijn voorafgegaan door een event. Bij bipol zijn deze spontaan
Elated mood is zz bij borderline, wel bij bipol
Igv borderline zijn de impulsstoornissen en risicogedrag chronisch! (in bipol is dit
episodisch). Hetzelfde geld met suïcide.
Borderline frequent automutilatie, bipol zz
Borderline zal zich eerder beschrijven als "leeg" en bipolair eerder als "depressief"
Borderline: negatieve familiale VG. Bij bipol vaak fam VG: bipol I, II, depressie
borderline persoonlijkheidsstoornis bipolaire stoornis
• affectieve instabiliteit is episodisch en
toe te schrijven aan uitgesproken
reactiviteit van stemming (zelden • continue prominente aanwezigheid
langer dan een paar dagen) van affectieve symptomen
• Uitgesproken impulsiviteit, potentieel • psychotische kenmerken treden op
zelf-beschadigend (mimeert manisch samen met de affectieve symptomen
gedrag)
• transiënt paranoïde ideatie
Bijvragen:
- welke soort bipolaire kan men het snelst verwarren met borderline?
rapid cycling = 4 of meer bipolaire episodes per jaar.
- Voor welke comorbiditeiten zijn mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis
gevoeliger?
Boulemia nervosa, ze zijn impulsiever dus ook meer risicogedrag: seksueel, verkeer,
gamen en middelengebruik, eventueel ook parafilie
4