Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting psychatrie obv examenvragen wikimedica €11,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting psychatrie obv examenvragen wikimedica

 64 vues  2 fois vendu

Samenvatting psychiatrie 2e master KU Leuven obv examenvragen wikimedica. Deze samenvatting is opgedeeld in hoofdstukken obv alle voorgaande examenvragen over dat hoofdstuk. Ideale voorbereiding voor het mondelinge examen.

Aperçu 4 sur 93  pages

  • 22 janvier 2023
  • 93
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (17)
avatar-seller
anneingelbrecht
SAMENVATTING PSYCHIATRIE
PSYCHOTHERAPIE
OVERZICHT PSYCHOTHERAPEUTISCHE METHODES
4 soorten
 persoonsgerichte psychotherapie
o psychoanalytische
o client-centered
 klachtgerichte therapie
o CGT
o Aandachtsgerichte CT: mindfullness
 relatiegerichte therapieën
o relatie- en gezinstherapie
o systeemtherapie
 Andere
o lichaamsgeoriënteerde
o interpersoonlijke therapie (IPT) (vb. bij bipolaire stoornis)

Uitleg
Psychoanalytische:
- Principe dat je huidige problemen hun wortels hebben in vroegkinderlijke ervaringen
en belevingen, problemen veroorzaakt door onbewuste verlangens, conflicten en
trauma’s.
- Patiënt zoekt zelf naar de betekenissen en verbanden, de therapeut komt weinig
tussen.
- Overdracht is hier essentieel: manier waarop patiënt naar therapeut zich opstelt is
weerspiegeling van zijn band met hechtingsfiguren in jeugd.
- Psychodynamische theorie: lust-drif: gevoelens/gedachten die gemoedsrust
verstoren wegduwen, 4 functies van de mens: uber-ich/superego = geweten, ideaal
ik, id/Es = driftleven, Ego/ik = bemiddelende, regulerende functie: verstandelijk
vermogen en afweerfuncties.
- vb. afweerfuncties: ontkenning, idealisatie (jij gaat mij redden), projectie (interne
dreiging externaliseren, zo makkelijker om mee om te gaan), rationalisatie (excuses
zoeken voor gedrag), splitting (bij bordeline: goeden-kwaden), somatosensorische
amplificatie (sensaties veel intenser aanvoelen), sublimatie (zoeken naar
acceptabelere alternatieven voor driften: vb kwaadheid -> activisme), repressie
(dingen onbewust vergeten).
Client-centered:
- problemen vloeien voort uit geblokkeerde belevingen of gevoelens.
- Accent niet op onbewust maar op voorbewust: komen boven als patiënt zijn
aandacht erop vestigt.
- Patiënt moet zeggen wat hij voelt, de therapeut doet aan empathie hier, invoelen en
pushen om verder te gaan: niet-confronterend!




1

,CGT:
- Psychische moeilijkheden als aangeleerd gedrag
- Analyseren in detail: wanner dit gedrag? Oorzaken/uitlokkers? Sleutelen aan dit
gedrag mbv oefeningen.
- Patiënt: actief op zoek gaan naar onjuiste denkpatronen en gedragingen en aan te
leren om deze te corrigeren. Leert hierbij vaardigheden aan om beter te
functioneren.
Accepteren van de klacht – concretiseren – hypothesen verkennen (uitlokkende
factoren en reactiemanieren) – strategie plannen en uitproberen – evalueren (bv
laten scoren hoe ze zich voelen).
- Cognitieve theorie: basis-assumpties zijn relatief stabiele kennisrepresentaties over
jezelf/anderen/wereld die in eerste levensjaren ontwikkelen: worden bijgesteld door
nieuwe ervaring obv informatie-verwerking: filter (welke info waarnemen) –
betekenis toekennen – transformatie (info tot nieuwe betekenissen verwerken) –
herinnering (welke herinneringen terughalen uit het gehuegen.
Pathologische basis-assumpties: rigide (hulpeloos, niet geliefd zijn)
- Cognitieve distorsies: dichotoom denken, bevestiging zoeken, vergelijken, positieve
niet waarderen, emoties aanzien als waarheid, te snel conclusies trekken,
mislabelling (fout -> ik ben dom), overschatten = catastropheren/minimaliseren,
selectieve perceptie, overgeneraliseren, perfectionisme, personaliseren, reductie (je
ziet de complexere oorzaken niet), ‘ik zou …’, emoties zien als bewijs,
gedachtenlezen, jezelf constant als slachtoffer zien.
Aandachtsgerichte cognitieve therapie (mindfulness):
- Cognitieve gedragstherapie, maar aanvulling met yoga/meditatie...
- Dagelijkse bezigheid!
Relatie/gezinstherapie:
- Psychische moeilijkheden zijn uiting dan de relaties in het systeem: relaties zijn de
focus.
- Men werkt aan betere communicatie in het systeem en versterkt samenhorigheid.
- Parentificatie? Los-zand vs kluwengezin? Communicatie verbaal/non-verbaal?
Machtsverhoudingen?
- Obv fasen in het gezin: kinderloos – uitbreiding – stabilisatie – uitvlieg – lege nest
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT):
- De klachten hebben iets te maken met het sociaal interageren/interactioneel
functioneren
- vb rolverwarring, rouw, rolovergang, isolatie...
- Duidelijke relatie tussen interpersoonlijke gebeurtenis en klacht!
Effecten psychotherapie
- 70% placebo (obv band met de therapeut), 30% ‘echt’ effect.

Bijvragen
- Wat is mindfullness?
De kern van mindfullness is accepteren, in het nu zijn en het is oké zoals het nu is.
Moment-tot-moment bewustzijn.
- Hoe werkt client-centered therapie?
- Wat is de rol van de therapeut bij psycho-analyse:

2

, actief maar op de achtergrond
- Waarop is relatiegerichte therapie gebaseerd?
2 dingen: relaties als oorzaak + omgeving als co-therapeut opleiden
- Hoe frequent doe je elke therapie?
Psychodynamische therapie: je werkt heel intensief op de band tussen pt-
hulpverlener: 2-3x/w
Cognitieve gedragstherapie: oefeningen doen tussen de sessies door: 1x/w
Familietherapie: je plant een boodschap, en laat dan de pt er al dan niet iets mee
doen: 1x/2-3x



VERSCHIL PSYCHOTHERAPIE EN FARMACOLOGISCHE THERAPIE THV HERSENEN?
Bij depressie is de amygdala hyperactief en de frontale cortex hypoactief.
AD vermindert de hyperactiviteit van amygdala en bijgevolg zorgt dat indirect voor meer
activiteit van de frontale cortex.
Psychotherapie zorgt voor meer activiteit van de frontale cortex en bijgevolg indirect minder
activiteit in de amygdala.
 Daarom zijn AD en psychotherapie complementair.



OVERDRACHT EN TEGENOVERDRACHT?
Overdracht: de manier van omgaan van de patiënt met de hulpverlener is een reflectie van
hoe hij/zij omging met hechtingsfiguren in jeugd. Basale verwachtingspatroon van patiënt
bepaalt de relatie tussen patiënt en therapeut meer dan de feitelijke omstandigheden.
Tegenoverdracht: therapeut is ook maar een mens en heeft dus ook gevoelens naar de
patiënt toe (pos en/of neg). Therapeut moet dus op de hoede blijven om zo neutraal
mogelijk te blijven naar patiënt toe. Verleden van de therapeut/arts dat doorstroomt in zijn
beslissingen in het heden.



BIPOLAIRE STOORNIS
WELKE SOORT BIPOLAIRE STOORNIS KAN MEN HET SNELST VERWARREN MET
BORDERLINE?
Rapid cycling
Rapid cycling is vanaf meer dan 4 bipolaire episodes per jaar.
Globale morbiditeit en incapaciteit neemt toe met aantal episodes.
Belangrijk omdat het mss kan uitgelokt worden door AD bij bipol of door SK problemen
 Vermijd altijd AD bij rapid cycling: mogelijks uitlokkend!
Beantwoordt ook minder goed aan medicatie. Net zoals borderline?
Rapid cycling is ook meer frequent bij vrouwen (andere soorten bipolair: m = v)




3

, BORDERLINE VS BIPOLAIR




 Borderline kent geen goed gedifferentieerde onset, bipolair is rond de 20 jaar
 Borderline mood changes zijn voorafgegaan door een event. Bij bipol zijn deze spontaan
 Elated mood is zz bij borderline, wel bij bipol
 Igv borderline zijn de impulsstoornissen en risicogedrag chronisch! (in bipol is dit
episodisch). Hetzelfde geld met suïcide.
 Borderline frequent automutilatie, bipol zz
 Borderline zal zich eerder beschrijven als "leeg" en bipolair eerder als "depressief"
 Borderline: negatieve familiale VG. Bij bipol vaak fam VG: bipol I, II, depressie

borderline persoonlijkheidsstoornis bipolaire stoornis
• affectieve instabiliteit is episodisch en
toe te schrijven aan uitgesproken
reactiviteit van stemming (zelden • continue prominente aanwezigheid
langer dan een paar dagen) van affectieve symptomen
• Uitgesproken impulsiviteit, potentieel • psychotische kenmerken treden op
zelf-beschadigend (mimeert manisch samen met de affectieve symptomen
gedrag)
• transiënt paranoïde ideatie

Bijvragen:
- welke soort bipolaire kan men het snelst verwarren met borderline?
rapid cycling = 4 of meer bipolaire episodes per jaar.
- Voor welke comorbiditeiten zijn mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis
gevoeliger?
Boulemia nervosa, ze zijn impulsiever dus ook meer risicogedrag: seksueel, verkeer,
gamen en middelengebruik, eventueel ook parafilie

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anneingelbrecht. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter