Individu en maatschappij;
Ethiek en Recht
Jaar 1 – periode 4
Week 14
zaterdag 9 april 2022
14:43
Verpleegethiek:
Hoofdstuk 3; werken in een relatie
Een verpleegkundige speelt in principe in op de eigen energie, wil, gerichtheid en aard van de
zorgvrager. Precies om die reden is verplegen altijd persoonlijk. Maar zijn verschillend maar ook
gelijkwaardig. De 'universaliseringeis'; wat op de ene plek van de wereld goed is, moet dat ook
elders zijn. Dit is het hoofdprobleem van ethiek.
Alleen als de zorgvrager ermee instemt, kan de zorg of behandeling plaats vinden. Goede zorg maakt
ook het bespreken van de zorg met de betrokkene. Om toestemming te kunnen geven voor een
behandeling moet de zorgvrager het volgende weten:
De diagnose
De aard van de behandeling
Het te verwachten resultaat
Eventuele bijverschijnselen
Alternatieve behandelingen
Gevolgen van het niet-behandelen
Niet iedereen kan verbaal zijn mening uiten, daarom is het van belang om ook non-verbale
communicatie te begrijpen. We kunnen opvattingen ook afleiden van vorige beslissingen en
levensprincipes. Dit vraagt om mensenkennis en ontvankelijkheid. Dit wordt afgeleide toestemming
genoemd.
Zorgen voor iemand uit een ander cultuur kan op verschillende punten lastig zijn. Er kan verschil
worden gezien in goede zorgverlening, andere zorgvragen, andere principes en soms lastige
communicatie. Je moet je beseffen dat elke cultuur andere normen en waarden heeft, inzicht in je
eigen cultuur biedt inzicht om hier overheen te kijken. De Nederlandse cultuur is namelijk zeer
gericht op autonomie en individualisme.
Verpleegkundige ontmoeten in hun werk regelmatig zorgvragers met een ongezonde leefstijl. De
vraag is dan; kan je cliënten weerhouden van hun ongezonde leefstijl of laat je hun gang gaan met
wat ze willen. Een gemakkelijke oplossing van dit type conflict is het gebruik van macht. Het gebruik
van macht tegenover afhankelijke mensen is niet zo mooi en het doet ernstige breuk aan de
zorgrelatie die op gelijkwaardigheid gebaseerd is. De betere manier is om daarover in ieder geval
een gesprek te hebben.
Sommige zorgvragers leggen zelfbeschikkingsrecht uit als een recht op alle zorg. Dit werkt niet zo, er
wordt onderscheid gemaakt tussen vrijheidsrechten en claimrechten. Vrijheidsrecht: vrij zijn om te
doen wat je verkiest op een bepaald punt, ook het recht om zelf te bepalen om men wordt
behandeld of niet. Daarom is er het toestemmingsvereiste. Tegenover een vrijheidsrecht staat een
absolute plicht of een absoluut verbod. Claimrechten zijn rechten op iets. Hier tegenover staat wel
een inspanningsplicht, maar geen absolute verplichting. Het recht op zorg wordt beschouwd als een
,claimrecht, en dus als begrensd. Een belangrijke grens is de mening van een professional over de
noodzaak.
Agressieve zorgvragers ontstaan meestal door onbegrip en irritatie, soms op te lossen door dus
geven van meer informatie en goede communicatie. Stress en agressie zijn een
samenlevingsprobleem. Beperking van vrije keuzes wanneer ze schade aan andere toebrengen staat
bekend als het schadeprincipe, er dient wel rekening gehouden te worden met eventuele gedrag dat
berust is op een ziekteproces. Er kan ook sprake zijn van schade aan zichzelf toebrengen. Voor
iemands bestwil wordt er dan geen rekening gehouden met diens keuze. Deze rechtvaardiging staat
bekend als het bestwilprincipe. We noemen het overnemen van de verantwoordelijkheid met een
algemene term paternalisme of bevoogding.
Soms moeten er keuzes gemaakt worden wanneer iemand niet wilsbekwaam (beslissingsbekwaam)
is. Bijvoorbeeld kinderen onder de 12 mogen niet voor zichzelf beslissen. Tussen 12-16 is de
toestemming van kind en ouders nodig, en wanneer die het niet eens zijn gaat het kind voor. Bij 16+
ben je gelijk als een volwassene. Wanneer een zorgvrager zelf niet goed kan meepraten kan de
naaste namens de zorgvrager toestemming geven. Als de vervangende toestemming wordt gegeven
vanuit een inschatting van de wensen en belangen van de zorgvrager, is ze waardevol.
Een situatie waarbij je wel beslissingen moet nemen buiten de patiënt om is wanneer deze
bewusteloos is. Dan kan zonder vertegenwoordiger gehandeld worden voor de patiënt zijn bestwil,
zolang niet duidelijk is wat haar eigen weloverwogen keuze is. Wanneer de zorgverleners een
gedwongen behandeling voortzetten terwijl de patiënt bewust is, kun je zeggen dat het
beschermende paternalisme overgaat in een paternalistische inbreuk op haar autonome besluit.
Er zijn allerlei voorbeelden van ongewenste, afgedwongen zorg; een agressieve patiënt wordt in
bedwang gehouden of een verslaafde moet van de politie afkicken of iemand neemt geen medicatie
is dus moet gedwongen. Speciale vermeldingen verdienen maatregelingen waarbij sprake is van
quasivrijheid. In ethisch opzicht is het van belang om dit alleen te doen om gevaar te vermijden, en
of werkelijk alles geprobeerd is om met minder ingrijpende middelen de patiënt of anderen te
beschermen. Juridisch is er geen basis voor dwangbehandeling; het is een schending van de
onaantastbaarheid van het lichaam. De BOPZ (wet bijzondere opnemingen psychiatrische
ziekenhuizen) noemt 'gevaar voor zichzelf of anderen' als enige grond voor gedwongen opname en
behandeling. Mensen met terugkerende psychiatrische problemen maken vaak vooraf een
schriftelijke verklaring, de 'zelfbindingsverklaring', waarin ze aangeven waarvoor ze toestemming
geven.
Zorgverleners hebben er doorgaans moeite mee wanneer mensen niet goed voor zichzelf zorgen. Er
is hierin een gevarenzone, waarin goede bedoelingen te ver kunnen gaan met adviezen en
voorschriften. Je moet je dan beseffen waarvoor je zorg moet verlenen. Respectvol verplegen houdt
dan in dat niet de eigen persoonlijke waarden en normen voorop worden gesteld. Het betekent
terughoudendheid als het gaat om beïnvloeding van de leefwijze en de mentaliteit van de
zorgvrager. Als iedereen vindt dat het met iemand niet goed gaat, is het zaak om veel actiever hulp
aan te bieden: bemoeizorg. Ongevraagd en ongewenst zorg geven is zeker te rechtvaardigen als er
sprake is van een onhoudbare situatie.
Het is niet altijd duidelijk wat goede zorg is, wel kan je altijd iemand bijstaan: laten weten dat je er
bent. Professionele intimiteit kan voor verpleegkundigen bestaan uit:
Iemand bijstaan die veel verdriet heeft
Iemand wassen
Praten over onmacht
Troosten
, Aanvoelen dat iemand bang is en helpen
Grote aandacht hebben voor lichamelijke en geestelijke signalen
In het wetboek van strafrecht staat: degene die, werkzaam in de gezondheidszorg, ontucht pleegt
met iemand die zich als patiënt aan zijn zorg of hulp heeft toevertrouwd, is strafbaar. Er kan namelijk
dan gebruik gemaakt worden van machtsmisbruik. Ook is het belangrijk dat je als zorgverlener je
eigen grenzen goed weet en wanneer nodig dit overlegt met collega's.
Respect voor de privacy van de zorgvrager; privacy moet beschermd worden tegen onvrijwillige
inbreuken. Gezondheidszorg is onlosmakelijk verbonden met verstoring van de privacy. De
rechtvaardiging voor gebrek aan privacy in de gezondheidszorg ligt in de denkbeeldige overeenkomst
die ontstaat tussen hulpverleners en hulpvrager. Het morele recht op privacy geldt ook met
betrekking tot persoonlijke gegevens. Goede zorg betekent ook: de privacy van de zorgvrager en de
zorgbeschermer van de persoonsgegevens waarborgen.
Hoofdstuk 6; professionaliteit
Verpleegkundige professie is opgebouwd uit: pathologie, verpleegkundige praktijkkennis, kennis van
nieuwe verpleegmaterialen en vakkundig inspelen op het specifieke geval. Je handelen hangt af van
gedachten en gevoelens van jou en je patiënt. De uitvoering van het werk en daar verantwoording
over afleggen, worden functionele verantwoordelijkheid genoemd. De professionele standaard gaat
over vaktechnische kwesties en over morele vragen.
Er is sprake van moreel goede zorg wanneer een verpleegkundige zorg verleent op basis van de
taakopdracht van de organisatie, daarbij professionele maatstaven hanteert en uitgaat van de
zorgbehoefte die zij samen met de zorgvrager heeft vastgesteld. Bij een professionele instelling hoort
een 'reflectie': kritisch terugdenken over hoe er gehandeld is en of een andere handeling niet beter
was geweest. Prudentie is reflecteren over waarom het de ene keer wel goed gaat en de andere keer
niet, de details hiervan inzien. Een moreel dilemma heeft 3 punten:
1. Kiezen is onvermijdelijk
2. De keuzen sluiten elkaar uit
3. Er zijn goede redenen voor elke keuze
Besluiten nemen over morele problemen is meestal geen individuele bezigheid. Gesprekken over
morele kwesties worden wel aangeduid met de term 'moreel beraad' of 'ethisch overleg'. Hiervoor
moet je communicatieve vaardigheden en goede procesbewaking hebben. Het principe van goede
trouw moet aanwezig zijn om goed te kunnen communiceren, je moet aandachtig naar elkaar
luisteren. Onderhandelen is de gezamenlijke besluitvorming van mensen die verschillende dingen
willen.
Voor het bespreken van complexe morele problemen worden vaak gespreksmethoden gebruikt. Er
zijn 2 typen methoden; probleemgeoriënteerde; een besluitvormingsmodel helpt vooral als middel
van procesbewaking. Het bestaat uit; identificeren, analyseren, ontwikkelen en selecteren. En
houdingsgeoriënteerde; een reflectiegespreksmodel die meer op een houding dan op een besluit
zijn gericht. De vier fasen zijn: zorgen maken, zorg op zich nemen, zorg verlenen en zorg ontvangen.
Hoofdstuk 7; verklaring van termen
Moreel/ethisch: met betrekking tot goed en kwaad. Deze afweging heeft vaak te maken met onze
intuïtie. Systematisch en kritisch nadenken over moraal is ethiek. Je houdt afstand en beschouwt.
Belangrijke morele dilemma's zijn wel 'tragische keuzen' genoemd.
Een waarde is een idee dat we willen nastreven omdat het op zichzelf al de moeite waard is. Ook een
principe of beginsel is een richtinggevend idee, omdat het onze diepste overtuigingen samenvat. Met
norm wordt een gedragsregel bedoelt. Normen houden vaak verband met waarden en principes.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kb4. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.