Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting strafrechtelijke aansprakelijkheid Tilburg University €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting strafrechtelijke aansprakelijkheid Tilburg University

 100 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting strafrechtelijke aansprakelijkheid Tilburg University. Inclusief leerdoelen en jurisprudentie. Met deze samenvatting is een ruime voldoende gehaald in de eerste kans voor het tentamen.

Aperçu 4 sur 59  pages

  • Oui
  • 23 janvier 2023
  • 59
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting strafrechtelijke aansprakelijkheid Tilburg University Rechtsgeleerdheid
Week 1
Leerdoelen:
- Aangeven wat strafrechtelijke aansprakelijkheid in het algemeen behelst;
- De leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid in grote lijnen in verband
brengen met het wettelijk beslismodel van de artikelen 348-352 Sv.


Het strafbare feit
De strafrechter kan slechts aansprakelijk stellen op basis van wetgeving die daadwerkelijk
van kracht was ten tijde van het plegen van het feit.
In art. 1 lid 1 Sr wordt over een ‘strafbepaling’ gesproken. Daarmee wordt in ieder geval
gedoeld op een delictsomschrijving en op een sanctienorm.
In de delictsomschrijving wordt beschreven welk gedrag onder subjectieve (opzet, schuld of
niet bepaald) en objectieve omstandigheden (zoals wederrechtelijkheid, causaliteit en vooral
specifieke bijzonderheden van de strafbaarstelling in kwestie) tot strafrechtelijke
aansprakelijkheid kan leiden. Deze vereisten uit de delictsomschrijving zijn bestanddelen.


Misdrijven = ernstiger strafbare feiten (vooral die waarbij vrijheidsstraf in beeld kan komen).
Overtredingen = minder ernstige feiten (waarbij normaal gesproken een geringe
vermogensstraf op het spel staat).


Krenkingsdelict = als strafrechtelijk gereageerd wordt op de daadwerkelijke schending of
krenking van een rechtsgoed. Bijvoorbeeld bij strafbare feiten als diefstal, mishandeling of
verkrachting. Het kwaad is geschied, het leed is veroorzaakt en daarop richt zich de
vergeldende strafrechtelijke sanctie.
Gevaarzettingsdelict = hierbij wordt de bedreiging van een rechtsgoed, het gevaar voor een
krenking, strafbaar gesteld. Preventie komt op de voorgrond te staan.
Abstract gevaarzettingsdelict = een gedraging wordt strafbaar gesteld die in algemene, niet
nader in de delictsomschrijving gespecificeerde zin gevaar kan opleveren.
Concreet gevaarzettingsdelict = wordt in de delictsomschrijving vereist dat daadwerkelijk
gevaar is ontstaan.


Formele delicten = waarbij voor strafbaarheid een bepaalde handeling voldoende is.
Materiële delicten = waarbij meer een bepaald gevolg centraal staat.


Commissie delict = strafbare feiten die door handelen worden begaan.
Omissie delict = de strafbaarstelling van nalaten.

,Eigenlijke (zuivere) omissie delicten = uit de wettelijke omschrijving van de gedraging blijkt
dat het om een omissiedelict gaat. De delictsomschrijving maakt dan bovendien duidelijk wie
er niet mag nalaten, tot wie het omissiedelict zich richt.
Oneigenlijke (onzuivere) omissie delicten = gaat het naar de wettelijke omschrijving om een
commissiedelict dat toch ook door een nalaten kan worden begaan.


Doleuze delicten = een opzetvereiste is in de delictsomschrijving te vinden.
Culpoze delicten = een vorm van schuld is in de delictsomschrijving te vinden.
Pro parte doleus, pro parte culpoos delict = opzet en schuld kunnen ook beide in een
delictsomschrijving zijn verwerkt.
Hoofdregel is dat bij misdrijven opzet of schuld als bestanddeel wordt vereist.


Gekwalificeerde delicten = zijn met zwaardere straffen bedreigd dan de grondvorm van die
delicten, omdat het strafbare feit is gepleegd onder bijzondere omstandigheden (zoals met
voorbedachte raad), of omdat ernstige gevolgen zijn ingetreden.
Wettelijke verzwaringsgronden = kunnen worden onderscheiden in die van objectieve of
subjectieve aard. Bij objectieve gronden staat het feit voorop. Subjectieve
verzwaringsgronden houden verband met de persoon van de dader (functie of
hoedanigheid).


Klachtdelicten = een aparte categorie vormen de klachtdelicten met als bijzondere
voorwaarden voor vervolgbaarheid dat door een klachtgerechtigde rechtsgeldig een aangifte
met verzoek tot vervolging is gedaan.
Absoluut klachtdelict = het feit kan niet worden vervolg zonder rechtsgeldige klacht.
Relatief klachtdelict = alleen een bepaalde verdachte kan niet worden vervolgd zonder een
tegen hem gerichte klacht.


Lex specialis (art. 55 lid 2 Sr)
‘’Indien voor een feit dat in een algemene strafbepaling valt, een bijzondere strafbepaling
bestaat, komt deze alleen in aanmerking’’.
Er is een verband met het legaliteitsbeginsel uit art. 1 lid 1 Sr, vooral met het daaruit
voortvloeiende Bestimmtheitsgebot: de meest toepasselijke, geëigende strafbepaling moet
worden toegepast.


Logische specialis = er is in de eerste plaats sprake van een specialiteitsverhouding indien
de eventuele specialis alle bestanddelen van de generalis bevat plus nog één of meer
andere. Door die toegevoegde bestanddelen krijgt de specialis zijn eigen specifieke, meer
beperkte karakter. Dit is de logische specialis.

,Geprivilegieerde logische specialis = de bijzondere strafbepaling heeft een (aanzienlijk) lager
strafmaximum dan de algemene.


Systematische specialiteit = een specialiteitsverhouding die niet op grond van een letterlijke
vergelijking van de delictsomschrijving moet worden aangenomen, maar op basis van een
wettelijk stelsel en de bedoeling van de wetgever.


Wettelijk beslismodel
Formele vragen, artikel 348 Sv:
1. Is de dagvaarding geldig (is de dagvaarding rechtsgeldig betekend en voldoet de
tenlastelegging aan artikel 261 Sv? Zo ja  vrijspraak);
2. Is de rechter bevoegd? (absolute en relatieve competentie rechter);
3. Is het OM ontvankelijk? (als aan de eisen van ontvankelijkheid is voldaan, dan is
het OM ontvankelijk in zijn vervolging. Is dat niet het geval?  niet-ontvankelijkheid
van het OM is einduitspraak; *
4. Zijn er redenen dat de vervolging dient te worden geschorst? (schorsing 
eindigt zaak, einduitspraak).
Materiële vragen, artikel 350 Sv:
1. Kan het tenlastegelegde feit worden bewezen? (als aan alle relevante onderdelen
van de tenlastelegging bewezen kunnen worden, dan bewezenverklaring van de
tenlastelegging. Niet alles bewezen  vrijspraak is einduitspraak); *
2. Levert de bewezenverklaring een strafbaar feit op? (past het bewezenverklaarde
binnen een delictsomschrijving? Zo ja, dan levert het bewezenverklaarde een
strafbaar feit op. Zo nee  dan is het bewezenverklaarde niet strafbaar en volgt
ontslag van alle rechtsvervolging (o.v.a.r.); *
3. Is de verdachte strafbaar? (is het bewezenverklaarde en gekwalificeerde feit
wederrechtelijk en verwijtbaar? Is er een straf- schulduitsluitingsgrond? Is de
verdachte strafbaar, dan strafbaar. Is de verdachte niet strafbaar, dan volgt o.v.a.r.
als einduitspraak); *
4. Welke straf of maatregel wordt opgelegd?


Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Hoe kan iemand strafbaar worden gesteld voor het strafbare feit?
1. Menselijke gedraging;
2. Passend binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving;
3. Wederrechtelijkheid;
4. Verwijtbaarheid.

, Week 2
Leerdoelen:
- Uitleggen wat het legaliteitsbeginsel, het overgangsrecht van art. 1 lid 2 Sr en de
nationale rechtsmacht inhouden;
- Relevante rechtsbronnen toepassen op die onderwerpen;
- Theoretische vraagstukken oplossen die betrekking hebben op de hiervoor vermelde
onderwerpen;
- De verworven kennis toepassen op casusposities en correct verbinden aan het
wettelijk beslismodel van de vragen uit art. 348 Sv-350 Sv;
- Materieelrechtelijke vraagstukken die betrekking hebben op de hiervoor vermelde
materieelrechtelijke onderwerpen analyseren;
- De betreffende beschrijvingen, toepassingen en analyses in de vorm van een helder
en gestructureerd betoog weergeven.


Het legaliteitsbeginsel
‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling’,
artikel 1 lid 1 Sr.
Zowel de strafbaarstelling als de op te leggen straffen moeten ten tijde van het plegen van
een feit in de wet zijn opgenomen.
Niemand mag worden bestraft indien hij niet wist of niet kon weten dat zijn gedrag verboden
was.
Rechtstaatsgedachte: iedere machtsuitoefening door of namens de overheid behoort te zijn
gebaseerd op tijdig uitgevaardigde rechtsregels van goede kwaliteit.
De rechtszekerheid kan als overkoepelend belang worden aangemerkt: een natuurlijke of
een rechtspersoon moet kunnen voorzien of de overheid in strafrechtelijke zin op zijn
mogelijke gedrag zal reageren en welke reacties daarbij denkbaar zijn.


Verbod van terugwerkende kracht
Zowel voor de wetgever als voor de strafrechter is het verbod van terugwerkende kracht van
strafwetgeving een fundamentele consequentie van het legaliteitsbeginsel.
Het verbod van terugwerkende kracht vloeit voort uit het legaliteitsbeginsel: de
rechtszekerheid, de preventie en het schuldgezichtspunt impliceren dat strafwetgeving geen
terugwerkende kracht mag hebben, voor zover dat in het nadeel van de verdachte is.
Veranderingen die ten gunste van de verdachte werken, kunnen wel met terugwerkende
kracht worden ingevoerd, artikel 1 lid 2 Sr.


Het overgangsrecht
Vaak doet de strafrechter uitspraak geruime tijd nadat het feit is begaan. Dan kan het recht
inmiddels zijn veranderd.
Vanuit het gezichtspunt van de rechtszekerheid van de verdachte, is toepassing van het
nieuwe recht, voor zover dat voor hem gunstiger is, toelaatbaar (= het lex mitior-beginsel).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anouklooijmans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75323 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter