,Hoofdstuk 1: Groepen en teams...............................................................................3
1. Inleiding: groep of team?..................................................................................3
2. Wat is een groep?............................................................................................4
3. Wat is een team?.............................................................................................5
Hoofdstuk 2: De ‘ontwikkelingsfases‘ van Bruce Tuckman............................................8
1. Bespreking van het model.................................................................................8
2. Inzichten en inspiratie voor de groeps- en teambegeleider..................................11
Hoofdstuk 3: Samenwerken in een team.................................................................13
1. Tuckman.......................................................................................................13
2. Oefening.......................................................................................................14
3. De zelfdeterminatietheorie..............................................................................14
4. Bouwstenen van een effectieve samenwerking...................................................16
5. Misverstanden teams......................................................................................17
6. Nadelen en valkuilen van een samenwerkingsverband........................................17
7. Teameffectiviteit............................................................................................19
Hoofdstuk 4: Teambuilding....................................................................................21
1. Wat is teambuilding?......................................................................................21
2. Bouwen aan een team, meer dan een eendaags project......................................22
3. Voorwaarden voor een teambuilding.................................................................23
4. Te speelse teambuildingsactiviteiten.................................................................23
5. Besluit..........................................................................................................24
Hoofdstuk 5: Het team en de teamrollen.................................................................24
1. Wat is een teamcultuur?.................................................................................24
2. Teamcultuur aan de hand van het uienmodel van Sanders en Neuijen..................25
3. De teamrollen volgens Belbin...........................................................................27
4. Interpersoonlijk gedrag: de Roos van Leary.......................................................32
Hoofdstuk 6: Communicatie...................................................................................40
1. Algemene factoren die de communicatie in een team beïnvloeden........................40
2. Roddelen.......................................................................................................44
3. Feedback in een team.....................................................................................48
4. Feedback geven in een samenwerkingsverband.................................................52
5. Deep democracy............................................................................................53
Hoofdstuk 7: Conflicten.........................................................................................56
1. Kenmerken van een conflict.............................................................................56
2. Effecten van een conflict.................................................................................56
3. Stijlen van conflicthantering............................................................................56
4. Conflicten begeleiden......................................................................................59
2
,Hoofdstuk 8: Leiderschap volgens Blake en Mouton..................................................61
1. Inleiding.......................................................................................................61
2. Leiderschap...................................................................................................61
Hoofdstuk 9: Omgaan met pestgedrag in een groep..................................................66
1. Wat is pesten?...............................................................................................66
2. Verschillende partijen bij het pesten.................................................................68
Hoofdstuk 1: Groepen en teams
1. Inleiding: groep of team?
Festivalgangers: geen groep, losse individuen
- Kunnen reageren op elkaar: als 1 iemand met armen
begint te juichen, heeft dit invloed op omstaanders
- Geen gemeenschappelijk doel (sfeer concert, plezier
maken met vrienden, artiest)
- Geen sociale eenheid
Losse verzameling in plaats van groep
Verschillende individuen die
o Zich op hetzelfde moment op dezelfde plaats
bevinden
o Maar die geen eenheid vormen of een bepaalde
overeenkomst vertonen
- Groepen vindt men overal
- De groep heeft invloed op het individu
- De invloed van de groep op het individu kan zowel positief als negatief zijn
- De mogelijkheid bestaat, in de groep condities te scheppen om het
gewenste gedrag van het individu te bekomen
- Een groep heeft een hoge cohesie als er een goede teamgeest of een sterk wij
gevoel heerst
- In groepen met een lage cohesie is er weinig wij gevoel of samenhorigheid;
mensen voelen zich niet erg betrokken; sommige groepsleden overwegen
misschien zelfs op te stappen
3
, 2. Wat is een groep?
Johnson en Johnson concluderen in hun onderzoek dat sociaal wetenschappers
verschillende definities gebruiken. Door de accenten van de definities bij elkaar te voegen
krijgt men ‘de essentiële kenmerken om van een groep te kunnen spreken’.
2.1 Essentiële kenmerken groep
1. Een DOEL
o Een groep is een verzameling van mensen die een gemeenschappelijk doel
willen bereiken
o Mensen worden lid van een groep omdat ze beseffen dat ze met de groep
meer kans hebben om een doel te bereiken dan als individu
Een groep vrijwilligers die instaat voor de maaltijdbedeling bij kansarmen ervaart
dagelijks dat dat niet haalbaar zou zijn indien elk lid deze taak als individu op zich zou
nemen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel, namelijk mensen in kansarmoede voedsel
geven.
2. ONDERLINGE AFHANKELIJKHEID
o Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van
elkaar afhankelijk zijn
o Dit kenmerk legt de nadruk op het afhankelijk zijn van elkaar; als er een
bepaalde gebeurtenis plaatsvindt, beïnvloedt deze niet alleen een individu
maar de hele groep
Een groep voetballers is afhankelijk van elkaar om te scoren. Wanneer een groepslid een
rode kaart krijgt, lokt dat vaak ook een reactie uit bij de andere spelers.
3. INTERACTIE
o Een groep is een verzameling individuen die directe contacten met elkaar
onderhouden
o Het accent ligt op de interactie die aanwezig moet zijn tussen de
groepsleden
De groepsleden kunnen iedereen aanspreken in een klasgroep. Ze hebben direct contact
met elkaar. Ze reageren op elkaar en interageren met elkaar.
4. EEN SOCIALE EENHEID
o Een groep is een sociale eenheid die bestaat uit twee of meer personen die
zichzelf als lid van een groep beschouwen
o Je kan pas spreken van een groep als de individuen zichzelf zien als deel
van die groep
Een aantal studenten die jaarlijks naar Hongarije trekken om daar te gaan werken met
personen met een verstandelijke beperking, zie je in de luchthaven in groep verzamelen
en ze dragen ook allemaal hetzelfde T-shirt waardoor je in een oogopslag kan zien wie al
dan niet tot de groep behoort.
5. WEDERZIJDSE BEÏNVLOEDING
o Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden
4
, o Zonder wederzijdse beïnvloeding kan men niet van een groep spreken
In de studentenclub bereiden de leden van het presidium samen de studentendoop voor.
De nieuwe preses vindt dat het vooral leuk moet zijn. De schachtentemmer vindt dat er
sowieso heel wat bier gedronken moet worden. Daarnaast zijn er nog heel wat andere
ideeën en meningen over hoe de studentendoop moet verlopen. De groepsleden van het
presidium beïnvloeden elkaar tijdens de voorbereidende vergaderingen en daardoor krijgt
die schachtendoop een uniek karakter.
6. NORMEN EN ROLLEN
o Een groep is een verzameling individuen van wie de interacties door regels,
normen en waarden bepaald worden
o De rollen en normen in een groep kunnen schriftelijk of mondeling vast
gelegd zijn
In de Chirogroep van Emil vinden ze stoer zijn heel belangrijk. In de wintermaanden gaat
Emil met korte broek en blote benen naar de Chiro. Wanneer zijn vriendje, dat niet naar
de Chiro gaat, vraagt of dat niet te koud is, zegt Emil onmiddellijk: ‘dat is bij ons zo,
mietjes zijn bij ons niet toegelaten.’
Enkel indien aan al deze criteria voldaan is, spreken we over een groep
2.2 Besluit
- Er zijn verschillende definities + overlappingen in definitie
- Niet elke verzameling van mensen vormt een groep
- Twee of meer individuen die direct contact hebben met elkaar
o Die zich in het nastreven van gemeenschappelijke doelen bewust zijn van
hun wederzijdse afhankelijkheid
o Die zich bewust zijn van hun lidmaatschap van de groep en zich bewust
zijn van de anderen die deel uitmaken van de groep
2.3 Oefening: groep?
Hooligans = een groep
- Gemeenschappelijk doel
- Op een bepaalde manier afhankelijk van elkaar
- Onderhouden directe contacten
- Ze zien zichzelf als een sociale eenheid
- Ze beïnvloeden elkaar
Studentenclub = een groep
- Gemeenschappelijk doel
- Op een bepaalde manier afhankelijk van elkaar
- Onderhouden directe contacten
- Ze zien zichzelf als een sociale eenheid
- Ze beïnvloeden elkaar
3. Wat is een team?
Werken samen, maar niet ieder samenwerkingsverband is een team.
5
,Kozlowski en Ilgen omschrijven teams als twee of meer individuen waartussen er sociale
interactie is en die één of meer gemeenschappelijke doelen hebben. Die personen zijn
afhankelijk van elkaar en iedereen heeft eigen toegewezen specifieke rollen of functies.
Het grote verschil tussen 'zomaar' een groep mensen en een team is dat een team heeft
geleerd zich te 'verbinden': samen te werken aan een bepaald doel. Binnen een team is
bij de leden het besef aanwezig dat ze door samen te werken in staat zijn een doel te
bereiken dat groter is dan een ieders individuele kracht. Dat gezamenlijke doel bindt en
verbindt.
Een groep wordt een team als:
- Het teambelang voorgaat op het eigen belang
- Er cohesie is
- Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijke doel
- Er een goede samenwerking is
- Iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt
- Iedereen elkaar waardeert
- De communicatie op een goede manier verloopt
- Successen een gezamenlijk resultaat zijn
Stevens: een team = ‘twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid en door
onderling overleg de uit te voeren taken verdelen en coördineren, met het oog op of in
functie van een extern doel, binnen een breder organisatorisch verband.’
3.1 Kenmerken team
1. TWEE OF MEER LEDEN MET ONDERLINGE AFHANKELIJKHEID
o Zijn op elkaar aangewezen hun taak te kunnen uitvoeren om de
eenvoudige reden dat de volledige taak hun individuele mogelijkheden te
boven gaat
o Functionele samenwerkingsrelatie
Een team in de welzijnssector kan de hulpverlening van cliënten niet realiseren zonder
met elkaar samen te werken. Het individueel vervullen van de taak is niet mogelijk
omdat niemand 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7 cliënten kan en wil begeleiden.
2. VERVULLEN VAN EEN TAAK
o Men is afhankelijk van elkaar om de taak te vervullen
o Taakafhankelijkheid is de mate waarin een teamlid informatie, materialen
en ondersteuning nodig heeft en daarvoor afhankelijk is van andere
teamleden om zijn werk effectief te kunnen uitvoeren
o Als de taakafhankelijkheid groot is, hebben teamleden elkaar in grote mate
nodig om hun eigen bijdrage te kunnen leveren
Wanneer de psychomotorische therapeut in de kinderpsychiatrie een sessie met jongere
begeleidt waarbij bepaalde emoties worden losgemaakt, dan is hij nadien afhankelijk van
de leefgroep begeleider. Die ondersteunt de jongere achteraf in de leefgroep. Iedereen
heeft een specifieke taak in het begeleiden van deze jongere naar een gezamenlijk doel.
3. GEZAMENLIJK DOEL
6
, o De leden houden elkaar scherp om op efficiënte en effectieve wijze het
doel te bereiken
o Samenwerking is geen doel maar middel: doel is welzijn van de cliënt
o In functie van dit doel worden taken en verantwoordelijkheden gedeeld en
worden plannen en afspraken gemaakt om het doel te kunnen realiseren
Een team in de bijzondere jeugdbijstand werkt nauw samen om de 17-jarige Brent
zelfstanding in een studio te kunnen laten wonen. Zijn begeleiders maken concrete
plannen om dat doel samen met Brent te kunnen realiseren.
4. ORGANISATORISCH VERBAND
o Een team functioneert altijd binnen de visie en missie van de organisatie,
regelgevingen en procedures
o Team en organisatie beïnvloeden elkaar wederzijds
o Elk team heeft een eigen gezicht omdat het een eigen doel nastreeft, maar
dat eigen gezicht en dat eigen doel moeten afgestemd kunnen worden op
het eigen gezicht van de organisatie en op haar globale doelstellingen
Een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking vindt cliëntenparticipatie
belangrijk en wil dat dit een plaats krijgt binnen de werking. Daarom bezorgt de
coördinator iedere leefgroep een handleiding om in elke leefgroep een bewonersoverleg
in te voeren op maandagavond om 20u.
In de leefgroep ‘De Oever’ wil men het bewonersoverleg op een andere manier invoeren
omdat voor de 10 volwassenen met een verstandelijke beperking en bijkomende
psychische problemen een wekelijks bewonersoverleg te veel is.
De bewoners van deze leefgroep kunnen de druk na een werkdag moeilijk aan en hebben
in de eerste plaats rust nodig.
5. GEDEELDE WAARDEN EN NORMEN
o Gemeenschappelijke waarden en normen zorgen voor een zekere
gelijkheid in opvattingen, doelstellingen en gedragingen die het mogelijk
maken om beslissingen te nemen vanuit wederzijds begrip
Een team in zijn jongerenadviescentrum draagt diversiteit hoog in het vaandel. Zij gaan
elke vorm van uitsluiting tegen. In hun begeleiding staat het recht op een menswaardig
leven voor elke jongere centraal.
Is onderstaand een team ja of nee?
Een team? ja; maar geen goed functionerend team…
- De werkmannen moeten samen de spoorweg bouwen
7
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Car2507. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.