Alle verplichte literatuur artikelen samengevat voor inleiding pedagogiek op de radboud universiteit. In combinatie met de hoorcolleges heb ik zelf een 8 gehaald met deze samenvatting.
Opvoeding staat in dienst van de ontwikkeling van een individu en het leren aanpassen aan de samenleving.
Pedagogiek is de wetenschap van het begeleiden van kinderen.
- Klinische pedagogiek - opvoedingsprocessen en factoren die daar invloed op hebben.
- Orthopedagogiek - hulpverlening aan kinderen die afwijken van gemiddeld.
- Onderwijskunde - scholing en schoolsystemen.
- Sociale pedagogiek - sociale omstandigheden door middel van pedagogiek.
- Wijsgerig-historische pedagogiek - het theoretisch deelgebied in het algemeen.
- Transculturele pedagogiek - opvoeding in andere culturen.
Mensen worden biologische gezien te vroeg geboren, daarom kunnen ze nog niet lopen, vasthouden ezv zoals
andere dieren. Hierdoor is het mogelijk om de opvoeding en de ontwikkeling van de hersenen tegelijkertijd te laten
gebeuren. De hersenen kunnen zich vormen naar het opvoedingsklimaat. Co-evolutie tussen de ontwikkeling van
begrijpen en de ontwikkeling van de hersenschors
Co-evolutietheorie – is het proces waarbij aspecten zich voortdurend aan elkaar aanpassen
Opponeerbare duim – pincetgreep waardoor dieren voorwerpen kunnen vastpakken
Een kind leert leren – doelgerichte controle kan komen (lopen) = corticaal manipuleren. Hierdoor heeft het kind later
de mogelijkheid nieuwe patronen aan te leren (dansen voetballen)
Kind is ‘hopeloos’ als het geboren wordt – afhankelijk van opvoeders.
Kind is een animal educandum – ‘dier dat opgevoed dient te worden’
opvoeding als mens = humanisatie – inslijpen van gedragspatronen d.m.v. modeling en imitatie
asymmetrische relatie tussen opvoeder en kind – na 20 jaar ongeveer symmetrische relatie
opvoedingsplicht voor het kerngezin waarin het kind wordt opgevoed
- Totale opvoeding veel breder – andere opvoeder en opvoedelingen (school, buren)
Opvoeding – een proces waarin een onvolwassen mens wordt geholpen en begeleid tot aan het punt waarop hij of
zij de regie over het leven verder zelf kan overnemen en dat ook daadwerkelijk doet.
Volwassenheid - wanneer een 'hem' of 'haar', over wie gesproken wordt, is uitgegroeid tot iemand met wie
gesproken wordt als een gelijkwaardige 'jij'. – onafhankelijkheid t.o.v. opvoeders
- tussenperiode = aarzelende/semi-definitieve volwassenheid
subsysteem – twee fronten tegenover elkaar – ouder kind, leerkracht leerling
De beperkingen of kwaliteiten van de opvoeder zijn van invloed op de kwaliteiten of beperkingen van de
opvoedeling, maar dat geldt ook omgekeerd.
zelfverantwoordelijke zelfbepaling – de verwachting dat volwassenen zelf de verantwoordelijkheid over daden en
beslissingen dragen.
Zelfopvoeding - samenleving verandert voortdurend, iedereen moet daar zichzelf in blijven aanpassen (levenslang)
- hierdoor steeds nieuwe inzichten en normen en waarden
exploratie – verlagen om omgeving te verkennen – hierdoor werken kinderen zelf aan ontwikkeling
hechting – baby heeft max 4 hechtingspersonen waarmee ze gehecht zijn
- responsief handelen – reageert snel op behoefte van kind (verdriet-troost)
volwassen betekent letterlijk volgroeid – is misleidend omdat er steeds nieuwe vaardigheden worden gevraagd.
Volgroeid suggereert dat de opvoeding klaar is
persoonlijkheidsontwikkeling – naast het opvoeden voor functioneren in samenleving ook uniek individu
,manieren van opvoeden
- de conservatieve materialisten – nadruk op behulpzaamheid, goede banen en inkomsten voor kinderen
- de doeners – nadruk op primaire gedragingen, goede prestaties, mee kunnen in de maatschappij
- de sociale idealisten – nadruk op sociale eigenschappen, goede communicatie en verantwoordelijkheid
- de onopvallende conservisten – nadruk op eerlijkheid en bevordering van gezondheid
- de gematigde hedonisten – nadruk op levensvreugde, optimisme, oog voor de medemens
vroeger: extended families met vastgelegde normen en waarde die door vele volwassenen werden gehandhaafd.
School: geen lokalen maar grote vertrekken met verschillende leeftijden
industriële revolutie: handwerk werden machines – extended families verdwenen
school: grote klassen, massaal klassikaal les – later geen les meer maar werken in de fabriek
1874 – kinderwet aangenomen, gezinnen werden kleiner omdat kinderen geen ‘nut’ meer hadden en meer geld
kosten dan dat ze opleverde.
Onder invloed van liberalisme kwam persoonlijke vrijheid in opvoeding meer centraal te staan – begin 19 e eeuw
Opvoedingsvisie werd meer materialistisch en kapitalistisch, nuttige en praktische zaken centraal – 2 e helft 19e eeuw
Reactie hierop – vernieuwings/reformpedagogen – individualiteit van kind moest worden gewaarborgd
enkele kenmerken hiervan zijn nog steeds in het huidige onderwijs terug te vinden
Wankel-Pädagogik – na industrialisatie viel collectieve opvoeding weg – meer keuzevrijheid – onzekere opvoeders
- grotere behoefte aan onderlinge uitwisseling van ideeën over de opvoeding
De onderzoekers vonden dat ouders meer dan ooit een gevoeligheid kunnen opbrengen voor hun kinderen.
- steeds bewustere en gemotiveerdere keuze voor kinderen, anticonceptie zelf het moment kunnen bepalen
het onderscheid tussen nature en nurture verwaterd hiermee: niets is mogelijk zonder een complexe set van
chromosomen, het genoom, maar zeer veel van die aanleg is nog beïnvloedbaar
Het doel van de opvoeding is niet de aansporing tot zelfstandig denken en handelen, dat hoort bij de socialisatie en
de leerpsychologie
Met andere woorden: het is de plicht de persoon-in-wording te doen leren, op te voeden (in Spiecker, 1982).
Imelman gaat hierbij in tegen de empirisch-technologische en de normatieve pedagogiek.
3 opvoedingsmilieus te onderscheiden met verschillende opvoeders
1. Het primaire opvoedingsmilieu - de ouders van het kind (het kerngezin).
2. Het secundaire opvoedingsmilieu - de opvoeding buitenshuis door professionals,
o zoals school, kinderdagverblijf, muziekschool en sportvereniging.
3. Het tertiaire opvoedingsmilieu - de straat, de buurt en de culturen/culturen waarin het kind opgroeit.
Scholen zijn eigenlijk net als de opvoeding persoonlijker geworden, dat wil zeggen dat er meer naar de
mogelijkheden van de persoon wordt gekeken.
Verschillende onderzoeken hebben aannemelijk gemaakt dat kinderen een snellere cognitieve ontwikkeling
doormaken en een grotere mate van zelfverzekerdheid en zelfstandigheid ontwikkelen als zij enige dagen per week
op een kinderopvang worden ondergebracht
In de (ontwikkelings)psychologie staat het beschrijven en verklaren van het begrip ontwikkeling centraal, terwijl de
pedagogiek vooral draait om reflectie over waarden, keuzes en opvoedingsmiddelen.
,Samenvatting overgenomen
De opvoeding van de mens duurt in onze cultuur minimaal twintig jaar, afhankelijk van de verwachtingen die aan
een zelfstandig lid van een samenleving worden gesteld. We hanteren dan de definitie van Langeveld over het
kunnen beschikken over zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Volwassenheid wordt dan gedefinieerd als een punt
waarop iemand uiteindelijk zelf keuzes maakt en daarvoor zelf verantwoordelijk is. Opvoeding is een proces om
kinderen te helpen en te begeleiden naar die volwassenheid toe. Eenmaal volwassen kan iemand door middel van
zelfopvoeding nog levenslang verder werken aan zijn of haar ontwikkeling. Verder is aangegeven hoe de noodzaak
van deze opvoeding eigenlijk al biologisch vastligt in de mens. Dat komt onder andere doordat de mens te vroeg is
geboren: hij of zij is biologisch gewoon niet 'af' bij de geboorte. Ook de noodzaak van een asymmetrische relatie
tijdens de opvoeding kent naast psychosociale verklaringen een biologische verklaring. Kortom, de mens is een
animal educandum, een dier dat opgevoed dient te worden. De opvoeding geschiedt door een opvoeder, of in de
meeste gevallen eigenlijk een groep opvoeders. Degene die opvoeding krijgt en ook het recht heeft opgevoed te
worden is de opvoedeling. Opvoeding is niet altijd gemakkelijk, en hoewel mensen gemakkelijker 'de vuile was
buiten hangen' dan vroeger, is in onze samenleving de stap om hulp te vragen nog vrij groot, ondanks pogingen om
deze stap te verkleinen via de positieve pedagogiek. Opvoeding geschiedt in de tijd en kan daarom niet zonder de
inzichten uit de ontwikkelingspsychologie, zoals die van de veilige hechting van het kind als basis voor een gezonde
exploratie. De levensfasen geven mogelijkheden en beperkingen in de opvoeding aan, zoals in de puberteit of
adolescentie (moeilijker op te voeden, soms een pedagogische uitdaging) en in de basisschoolkindtijd (gemakkelijker
op te voeden). Verder heeft iemand een bepaalde biologische aanleg (nature) en wordt hij of zij beïnvloed door een
scala aan omgevings- en opvoedingsfactoren die bijdragen aan de ontwikkeling (nurture) en die de opvoeding door
een samenspel tussen beide inperken of juist makkelijker maken. Zij vormen samen het fenotype, oftewel de som
van alle waarneembare verschijnselen van een organisme. Opvoeders hebben hun eigen kenmerken, en waardevrij
kunnen zij dan ook nooit zijn. Een opvoeding drukt altijd een stempel op het kind, waar het later blij of minder blij
om kan zijn wanneer de opvoeding overgaat in zelfopvoeding. Ook de school en het kinderdagverblijf dragen een
steentje bij aan de opvoeding en vormen een steeds belangrijkere factor. Opvoeders kiezen soms bewust voor een
specifieke school die werkt volgens een bepaalde waarden- en normenoverdracht die past bij de eigen ideologie. Er
zijn scholen die meer aandacht aan kunstonderwijs besteden, zoals muziekonderwijs, omdat zij menen dat dat
onderwijs belangrijk kan zijn voor de vorming van de persoonlijkheid - een idee dat overigens niet nieuw is en zijn
wortels al in de oudheid heeft. Als een kind van jongs af aan een rijk aanbod aan klanken en ritmes te horen krijgt, -
zal het een rijk muzikaal en cultuurspecifiek idioom ontwikkelen, vergelijkbaar met een rijk taalbezit. Een opnieuw
ontdekt dilemma van de school betreft de situatie waarbij een kind op jonge leeftijd in een hogere groep wordt
geplaatst op basis van zijn geboortemaand. Als een kind in het jaarklassensysteem wordt ondervraagd of overvraagd,
komt de ontwikkeling mogelijk in de knel. Het belang van het tertiaire opvoedingsmilieu, de sociale groep, mag voor
het uiteindelijke resultaat van de opvoeding niet worden vergeten. Kinderen hebben een sterk vormend effect op
elkaar: zowel morele elementen als sociale vaardigheden worden met behulp van leeftijdsgenoten aangeleerd en
ontwikkeld. Aan het einde van dit hoofdstuk werd aan de hand van de theorie van de ontwikkelingspsycholoog Jean
Piaget verduidelijkt dat nature en nurture elkaar wederzijds en structureel beïnvloeden, en het werd duidelijk dat de
pedagogiek echt niet zonder kennis en inzichten uit de ontwikkelingspsychologie kan en vice versa.
responsiecollege/uitzoeken
- Ook maakt Brezinka geen onderscheid tus en opvoeden en propaganda, opvoeden en conditioneren
(vergelijk de voorbereidende opvoeding bij Langeveld) en opvoeden en beïnvloeden.
Onderscheid tussen
- de opvattingen, ideeën en doelen die ouders hebben over ouderschap
- de opvoedstijl die zij hanteren - het daadwerkelijke gedrag
- interactie met hun kind
De algemene manier waarop een ouder zich gedraagt tegenover een kind in verschillende situaties = opvoedstijl
een algemeen patroon van opvoeden (de opvoedstijl)
vroege scheidingen als een oorzaak voor problematische ontwikkeling op latere leeftijd
vroege ervaringen en een goede kwaliteit van de opvoedomgeving essentieel zijn voor de algemene sociale en
cognitieve ontwikkeling van kinderen
opvoeden
- zorg dragen voor kind – voeding en verzorging en stabiele omgeving
- emotionele ondersteuning voor waarborgen emotionele veiligheid
- stimulering voor ontwikkeling
o te veel of te weinig heeft allebei negatieve invloed
- toegang tot onderwijs
bij jonge kinderen blijkt intensief toezicht de beste manier om ongelukken te voorkomen. in de adolescentie blijkt
dat interesse van ouders in waar de jongere 'uithangt' en wat hij 'uitspookt' samenhangt met aangepaster gedrag,
betere schoolprestaties en minder middelengebruik.
Als kinderen ouder worden verschuift de focus voor ouders van verzorging naar opvoeding.
het kind ondersteunen om een moreel en betrouwbaar deelnemer te worden van de maatschappij via een
geleidelijk proces van stapsgewijs de verantwoordelijkheid voor deze morele keuzes aan het kind laten, tot het kind
in staat is tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
In de ontwikkeling van kinderen staan verschillende, zogenaamde ontwikkelingsopgaven centraal - vaardigheden of
opdrachten die een kind moet leren beheersen of ontwikkelen.
Het afstemmen van het opvoedgedrag op de behoeften en de signalen van een kind wordt binnen de pedagogiek
aangeduid met sensitiviteit
De belangrijkste ontwikkelingsopgave in de babytijd is het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie
twee hoofdtypen: veilige gehechtheid of onveilige gehechtheid.
- Onveilig - Kinderen hebben geen vertrouwen in de beschikbaarheid van hun verzorger en hebben een
strategie ontwikkeld om met deze onzekerheid om te gaan. Deze strategie komt tot uiting in verschillende
typen onveilige gehechtheid: onveilig-ambivalent en onveilig-vermijdend.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur r0sa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.