Onderzoek vaardigheden en wetenschappelijk
communiceren
Hoofdstuk 1. Onderzoek in een notendop
1.1 Wat is onderzoek
Theorie: Onderzoek voeren is op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde manier een
probleem in kaart brengen, met inbegrip van alle randvoorwaarden, om uiteindelijk (een)
geargumenteerde oplossing(en) naar voor te schuiven.
Een onderzoeker maakt echter gebruik van systematische observatie, zonder vooraf een uitkomst in
gedachten te hebben.
Elk onderzoeksproject begint met een probleemstelling die leidt tot een onderzoeksvraag: wat wil je
verbeteren? Of wat wil je achterhalen?
In je conclusie wil je graag een concreet antwoord bieden, je houdt daarbij rekening met alle
randvoorwaarden. Bv: budget, deadlines, wat, op welke wijze…
Onderzoek doen is het doelgericht analyseren van een probleem of een situatie volgens een bepaald
stappenplan:
1 Afbakenen: probleemstelling/onderzoeksvraag in kaart brengen
2 Organiseren: welke methode gaat me helpen?, welke techniek? Deadlines? Om gegevens te
verwerken, antwoord bieden op je vraag
3 Informeren: Verzamel gegevens, informeren, bronnen raadplegen en verwerk je gegevens
4 Analyseren: je gaat die info en bronnen… analyseren, in kaart brengen (statistiek)
5 Evalueren: reflecteren, heb ik het goed gedaan?
6 Rapporteren: Presenteer je aanbevelingen, geef uiting aan jou onderzoeksbevindingen
,Dit stappenplan is vooral te volgen bij kwantitatief onderzoek, bij een kwalitatief onderzoek kan het
afwijken.
Tussen elke stap wordt de gevonden informatie voortdurend geanalyseerd en geëvalueerd.
=> Onderzoeken is een circulair, iteratief proces. Er is extra aandacht aan elke fase.
Onderzoek moet tot slot altijd een aantal kwaliteitscriteria nastreven, die onlosmakelijk verbonden
zijn met het wetenschappelijk karakter van onderzoek voeren.
1.2 Waarom doe je onderzoek?
Overal duiken vragen en problemen op, die om een onderbouwd antwoord vragen. Met de
onderzoeksvaardigheden die jij aanleert, kan jij straks een antwoord geven op de vragen in jouw
beroepenveld.
Een onderzoek hoeft niet altijd een probleem op te lossen
Een onderzoek kan dingen op een rijtje zetten, goed overzicht geven van bepaalde problematiek hoe
het in elkaar zit.
Als je niet direct een antwoord op een vraag vind, kan je onderzoek nog steeds solide zijn
Goed onderzoek doen betekend dat je de juiste vragen kan stellen.
Met onderzoek kan je
• Iets beschrijven of bepalen: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, … ?
• Iets vergelijken met iets anders: wat zijn de gelijkenissen, wat zijn de verschillen, … ?
• Iets verklaren: hoe komt het, waarom werkt het (niet), waarom gebeurt het (niet), …
• Iets ontwerpen: zoeken naar oplossingen: hoe kunnen we (beter), … ?
• Iets voorspellen: in welke mate zal, waar gaat het naar toe, … ?
• Iets testen: als zo, wat dan, … ?
• Iets evalueren: waarom is het (niet) goed, … ?
• …
, 1.3 Kwaliteitseisen aan onderzoek
Je kan enkel tot betrouwbare onderzoeksresultaten komen als je op een kwaliteitsvolle manier aan
onderzoek doet. Dat betekent dat je tijdens het volledige onderzoeksproces rekening houdt met
criteria en spelregels.
1.3.1 Empirisch
Wetenschappelijk onderzoek moet empirisch zijn: gericht op onderwerpen die in de werkelijkheid
zintuiglijk waarneembaar zijn. (bv: fenomenen of veronderstellingen uit/in de werkelijkheid)
Bij uitzoeken als een veronderstelling klopt, start je met het formuleren van hypothesen, dit zijn
veronderstellingen of verwachtingen. Een hypothese moet via een onderzoek weerlegbaar
(falsifieerbaar) zijn. Dat betekent dat een hypothese door correct gevoerd onderzoek moet kunnen
worden bevestigd of weerlegd.
Empirische cyclus
De empirische cyclus schetst het verband tussen theorie of ideeën enerzijds, en empirie
(waarneming, ervaring) anderzijds.
Deductie: vertrekt vanuit theorie of ideeën. Op basis van dat worden onderzoeksvragen
gesteld of hypothesen geformuleerd. Antwoord bieden? => gekeken naar data uit realiteit.
Dit proces van theorie naar data, is een voorbeeld van deductie.
Inductie: vertrekt vanuit empirische realiteit. De data, gegevens, fenomenen worden
waargenomen. Onderzoeker is op zoek naar wetmatigheden. Dit proces van data naar
theorie, is een voorbeeld van inductie.