Alle begrippen van hoofdstuk 1+ 10 staan in dit document
Ook staat er nog een korte samenvatting per hoofdstuk bij met daarbij de belangrijkste begrippen dik gedrukt
Overzicht van de politieke stromingen+partijen
Tout pour ce livre (11)
École, étude et sujet
Lycée
VMBO
Maatschappijkunde
4
Tous les documents sur ce sujet (41)
Vendeur
S'abonner
isaboerema
Aperçu du contenu
Begrippen hoofdstuk 1 blz. 14
Politiek: is het maken van regels en het nemen van besluiten die te maken hebben met het
besturen van een land, een provincie of een gemeente.
Politici: vertegenwoordigen de bevolking bij het nemen van politieke besluiten.
Politieke besluitvorming: is de manier waarop politici besluiten nemen.
Ambtenaren: zijn mensen die veel verstand hebben van kwesties waarover politici moeten
beslissen.
Overheid: wordt gevormd door alle politici en ambtenaren samen.
Overheidsbeleid: is het geheel van regels en afspraken die politici maken.
Verzorgingsstaat: is een land waar de overheid de burgers helpt als het nodig is.
Algemeen belang: gaat over zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn omdat ze er
voordeel van hebben of er gebruik van maken.
Maatschappelijk probleem of vraagstuk:
- Gaat altijd om een sociaal probleem.
- Er bestaan verschillende meningen over de oorzaken en de mogelijke oplossingen.
- Het krijgt veel aandacht in de media.
- Kan vaak het beste worden opgelost door de overheid in samenwerking met burgers en
organisaties.
Waarden: zijn de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.
Normen: zijn regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
Belangen: zijn de voor- of nadelen die je ergens van hebt.
Belangentegenstelling: het belang van de een botst met het belang van de ander.
Macht: is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Machtsmiddelen: zijn de middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
Politieke agenda: omvat de onderwerpen waarover politici voortdurend met elkaar praten.
Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben.
Overal waar mensen samenleven, bestaan regels en afspraken. Welke regels er zijn, daarover
beslist uiteindelijk de politiek. Het geheel van regels en afspraken noemen we het
overheidsbeleid. Dat wordt gemaakt door mensen die van politiek hun beroep hebben gemaakt,
de politici. Alle politici en ambtenaren samen noemen we de overheid. We hebben als burgers
invloed op het beleid omdat wij tijdens verkiezingen onze stem uitbrengen. We kiezen dus zelf
onze volksvertegenwoordigers.
De overheid maakt beleid voor zaken die van algemeen belang zijn, zoals de aanleg van wegen.
Omdat politici besluiten nemen waar iedereen de gevolgen van merkt, hebben politici politieke
macht. Wanneer er iets op de politieke agenda staat, betekent dat: dat politici voortdurend met
elkaar over een onderwerp spreken.
Maatschappelijke problemen, zoals criminaliteit en milieuvervuiling, staan altijd op de politieke
agenda.
Mensen denken verschillend over de oorzaken en oplossingen van maatschappelijke problemen.
Dat heeft te maken met de volgende drie begrippen: waarden, normen en belangen.
Wanneer het belang van de een botst met de ander, noem je dit een belangentegenstelling.
Een voorbeeld is: de verschillende kijk op euthanasie of het homohuwelijk.
Als je wilt dat de overheid rekening houdt met jouw belangen, helpt het als je macht hebt.
Daarbij maak je gebruik van machtsmiddelen, zoals geld, vaardigheden of de macht van het
getal.
, Rechtsstaat: is een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid zijn
vastgelegd.
Grondwet: hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van de burgers precies omschreven,
net als de bevoegdheden van de overheid.
Grondrechten: de belangrijkste rechten van burgers die in onze samenleving gelden.
Artikel 1 van de grondwet: allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld.
Rechtsbescherming: burgers worden beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen
willekeur door de overheid.
Democratie: een staatsvorm waarbij burgers invloed hebben op de besluiten van de politici.
Recht: geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt.
Plicht: bepaalt wat je moet doen.
Parlement: de Eerste en Tweede Kamer.
Trias politica: de scheiding van de politieke macht in drie onderdelen (de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht).
Wetgevende macht: stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden.
Uitvoerende macht: zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten worden uitgevoerd.
Legaliteitsbeginsel: iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
Rechterlijke macht: beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uitspraak in
conflicten.
Dictatuur: een land waar de macht in handen van één persoon, een kleine groep mensen of één
partij is.
Censuur: de machthebbers houden vooraf toezicht op de media.
We noemen Nederland een rechtsstaat, een land waarin burgers worden beschermd tegen
machtsmisbruik door de overheid. De kenmerken hiervan zijn:
1. Er is een grondwet waarin de belangrijkste rechten en plichten van de burgers staan
omschreven.
2. Een belangrijk onderdeel van de grondwet zijn de grondrechten en artikel 1: Allen die zich in
Nederland
bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
3. De overheid moet zich houden aan wat in de wet staat. We noemen dit rechtsbescherming.
4. Om machtsmisbruik door één persoon of een kleine groep te voorkomen heeft Nederland een
onafhankelijke rechterlijke macht.
De Nederlandse parlementaire democratie heeft als kenmerken:
● Vrije en geheime verkiezingen en algemeen kiesrecht.
● Burgers hebben macht via het parlement, in ons land de Eerste en Tweede Kamer.
● Besluiten worden democratisch genomen, dus met meerderheid van stemmen.
● In de grondwet zijn rechten en plichten van burgers en overheid geregeld.
● Er is sprake van een ‘scheiding der machten’, dit heet de trias politica.
De politieke macht is verdeeld in de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
Het legaliteitsbeginsel betekent dat iedere handeling van de overheid gebaseerd moet zijn op
een wet. De trias politica is niet helemaal zuiver doorgevoerd: ministers hebben namelijk zowel
wetgevende als uitvoerende macht.
In een democratie luisteren de politici naar de wensen van de burgers. In een dictatuur:
● heeft de bevolking geen politieke grondrechten;
● is er geen vrije pers;
● is er censuur, dat betekent vooraf toezicht op berichten van de media;
● spelen de (geheime) politie en het leger een grote rol.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isaboerema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.