Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting OVK14GPK01 - Kennislijn Geen paniek 2019/2020 - Kennisweek 1 + 2 + 3 samengevat €10,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting OVK14GPK01 - Kennislijn Geen paniek 2019/2020 - Kennisweek 1 + 2 + 3 samengevat

 4 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

In dit document zijn de leerdoelen van kennisweek 1,2 en 3 samengevat uit de kennislijn OVK14gpk01. Voor de uitwerking is gebruik gemaakt van de verplichte literatuur en de aangeboden literatuur tijdens de hoor- en werkcolleges.

Aperçu 3 sur 19  pages

  • 27 janvier 2023
  • 19
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Kennisweek 1
Neurocognitieve stoornissen in het algemeen, en Niet Aangeboren
Hersenletsel (NAH) in het bijzonder
Een neurocognitieve stoornis is een stoornis bij het functioneren van de hersenen wordt aangetast.
Hierdoor gaat het denkvermogen achteruit. Het zelfstandig functioneren wordt hierdoor ernstig
belemmerd. Dit vraagt voor extra zorg van de omgeving van de patiënt. Een neurocognitieve stoornis kan
verschillende oorzaken hebben:
 Hersenbloeding: een bloedvat in de hersen barst of raakt geheel/gedeeltelijk verstopt, waardoor
hersenweefsel afsterft en een neurocognitieve stoornis zich ontwikkelt. (Bij 30% van de mensen
ongeveer ontstaat er vasculaire dementie in de eerste maanden van de hersenbloeding.)
 Bij Alzheimer lijkt genetische kwetsbaarheid een belangrijke rol te spelen bij de afbraak van het
hersenweefsel.
 Een patiënt kan ongemerkt meerdere kleine infarcten hebben gehad, waardoor er schade in het gebied
van de cortex ontstaat. De cortex speelt een rol bij leren, geheugen en taal.
 Hersenweefsel kan afsterven door (zeldzame) ontstekingsachtige aandoeningen van de hersenvaten.
Ook middelen- of medicatiegebruik, een HIV- of andere virusinfectie, de ziekte van Parkinson, de ziekte
van Huntington en andere lichamelijke ziektes kunne de oorzaak zijn.
Het stellen van de diagnose is niet gemakkelijk, omdat het niet altijd duidelijk is wanneer de klachten
precies zijn begonnen en wat de aanleiding was.

Neurocognitieve stoornissen worden volgende de DSM-5 geclassificeerd op grond van beperkingen in een
of meerdere van een zes omschreven cognitieve domeinen: complexe aandacht, executieve functies,
leervermogen en geheugen, taal, perceptueel- en motorische functies en sociale- en cognitieve functies.
Hiermee wordt de diagnose niet vastgesteld. Het stellen van een diagnose gebeurt door uitgebreid en
nauwkeurig psychiatrisch onderzoek.

Er worden drie hooftypen binnen de neurocognitieve stoornissen onderscheiden:
1. Delier of delirium: plotselinge verwardheid; ontstaat door een lichamelijke aandoening. Ouderen
hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van een delier; bij opname in het ziekenhuis bij een
ongeluk of een operatie. Door de ontregeling kunnen zij tijdelijk verward raken.
2. Beperkte neurocognitieve stoornis:
3. Uitgebreide neurocognitieve stoornis: de beperkte en uitgebreide NCS verschillen in de ernst van
klachten en het effect ervan op het functioneren.
Amnestische stoornissen zijn geheugenproblemen die voortkomen uit lichamelijke aandoeningen of
middelenmisbruik. Het syndroom van Korsakov is een voorbeeld, waarbij de oorzaak een gebrek van
vitamine B1 is door alcoholmisbruik.

Een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) is een beschadiging van het hersenweefsel door een
hersenaandoening die op enig moment na de geboorte is ontstaan. Kenmerkend voor een NAH is de breuk
in de levenslijn: het leven voor en na het letsel verschilt essentieel. NAH kan verschillende oorzaken
hebben. Er wordt onderscheid gemaakt tussen traumatisch en niet-traumatisch letsel. Traumatisch
hersenletsel treedt op door een hersenongeval zoals een hersenkneuzing of een zware hersenschudding.
Een niet-traumatische hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam of de hersenen en kan door
uiteenlopende gebeurtenissen worden veroorzaakt. Vaak is dit een probleem in de hersenen, het bloedvat
knapt (hersenbloeding) of raakt verstopt (herseninfarct). Een andere veelvoorkomende oorzaak is
zuurstoftekort als gevolg van een hartstilstand, rookvergiftiging of een verdrinking.

Na het hersenletsel is alles anders. Deze verandering is (deels) onomkeerbaar: mensen blijven vaak
beperkingen ervaren als gevolg van het hersenletsel zoals sneller moe zijn, het snel overprikkeld raken en
het trager denken. Mensen met NAH kunnen daardoor hun dagelijkse activiteiten van voor het letsel niet
meer uitvoeren. De patiënten hebben het idee dat hun leven door twee is gedeeld. Zij moeten leren hoe
zij hun leven opnieuw en anders kunnen inrichten. Hierin verschillen de patiënten met een NAH van
patiënten met een aangeboren beperking. Leven met een Nah vergt aanpassing aan de nieuwe situatie,
voor zowel de patiënt als de zijn omgeving. Al professional heb je de taak om het leven van de patiënt en
zijn naasten waardevol te maken.
NAH-patiënten kunnen uiteenlopende problemen ervaren op lichamelijk en mentaal gebied. De specifieke
gevolgen verschillen van persoon tot persoon. Dit heeft te maken met de ernst, omvang en plaats van de
hersenschade alsmede de leeftijd waarop het letsel is ontstaan, de persoonlijkheid voor de letsel en de
omgeving waarin de patiënt functioneert. Hierdoor zijn er grote verschillen tussen individuen met NAH, als
professional is het belangrijk om rekening te houden met deze verschillen tussen de patiënten.

Neurocognitieve stoornissen kunnen verregaande gevolgen hebben voor de patiënten en hun omgeving.
De zichtbare of lichamelijke gevolgen vallen op, zoals verlamming, verlies van spierkracht en
incontinentie. De onzichtbare gevolgen vallen echter pas na verloop van tijd op:
 Cognitieve gevolgen: o.a. aandacht- en concentratieproblemen, overgevoeligheid, vermoeidheid.

, Gevolgen voor communicatie: taalstoornissen en spraakstoornissen.
 Gedragsmatige stoornissen: o.a. verlies zelfredzaamheid, niet kunnen leren van ervaringen en
verstoorde controle.
 Emotionele stoornissen: o.a. karakterveranderingen, sociaal onaangepast gedrag, somberheid en
depressie.
 Veranderde stressgevoeligheid.

Een hersenschudding is een tijdelijke stoornis van de functie van de hersenen zonder dat er sprake is van
een blijvend letsel. Het is een licht traumatisch hersenletsel als gevolg van een klap of een stoot tegen het
hoofd. Hierbij worden de hersen voor korte duur letterlijk door elkaar geschud. De hersenen zelf worden
hierbij niet (langdurig) beschadigd. Vaak treedt er een kortdurende bewustzijnsverlies en/of
geheugenverlies. Er is geen specifieke behandeling voor een hersenschudding. Leefregels en adviezen
met betrekking tot mobiliseren en pijnstilling zijn het belangrijkste. Een hersenschudding gaat meestal
voorbij zonder restverschijnselen. Het herstel is voor een ieder anders. Een patiënt kan soms nog enige
last hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, angsten irritatie, overgevoeligheid voor licht en
geluid, oorsuizen, gehoorverlies en geheugen- en concentratieproblemen. Het is dan verstandig om rustig
aan te doen.

Patiënten met een neurocognitieve stoornis worden ondersteund met het ondersteuningsplan. Dit plan is
gericht op de optimale participatie van de patiënt en richt zich op de beleving, wensen en ambities van de
patiënt en zijn naasten. Er worden doelen, afspraken en evaluatiemomenten in vastgesteld. Naast
ondersteuning is het belangrijk voor de professional om de naasten, en dan met name de mantelzorger, te
ondersteunen in de vormgeving van het leven.

Herstelgerichte zorg
GGZ staat voor geestelijke gezondheidszorg. De GGZ heeft als doelstelling om psychische aandoeningen
te voorkomen, behandelen en te genezen. GGZ biedt daartoe diagnostiek, behandeling, begeleiding,
preventie en voorlichting aan patiënten met psychische, psychiatrische en/of psychosociale problematiek.
Sinds 2015 is de GGZ opgedeeld in:
1. POH GGZ: een praktijkondersteuner huisarts GGZ werkt nauw Samen met een huisart. Een POH
verricht diagnostiek, voert (lichte) interventies uit en adviseert mensen waartoe zij verwezen kunnen
worden.
2. Generalistische Basis GGZ: wanneer een patiënt lichte, matige of stabiele psychische problematiek
heeft, wordt hij door de huisarts naar de GB-GGZ verwezen.
3. Gespecialiseerde GGZ: wanneer de patiënt ernstige of complexe psychische problemen heeft, wordt hij
door de huisarts doorverwezen naar de G-GGZ.

 Psychopathologie = Elk patroon van emoties, gedragingen of gedachten dat niet bij de situatie past en
dat persoonlijk lijden veroorzaakt of het individu ervan weerhoudt om belangrijke doelen te realiseren.
(Zimbardo)
 Symptoom = Subjectief beleefde klachten
 Syndroom = Herkenbaar patroon in subjectief beleefde klachten en teken uit aanvullend onderzoek.
 Classificatie = Het systematisch indelen in groepen of categorieën volgen vastgestelde criteria. (in de
psychiatrie DSM-V)

Diagnose = Het vaststellen welk onderliggend patroon, stoornis of ziekte ten grondslag ligt aan de
vertoonde symptomen. --> Psychiatrische diagnose en classificatie
Vaststellen van symptomen en syndroom, verklaren en begrijpen van toestand van de patiënt en het
kiezen van een doeltreffende behandeling. Het systematisch indelen in groepen of categorieën volgens de
vastgestelde criteria in de DSM-IV of V. --> Algemene criteria DSM:
 Actueel lijden
 Onvermogen: tekort schieten op een of meer belangrijke gebieden van het functioneren.
 Een significant toegenomen risico om dood te gaan, pijn te lijden of persoonlijke vrijheid te verliezen.
 Het afwijkende gedrag moet niet alleen een te verwachten en cultureel aanvaarde reactie zijn op een
gebeurtenis.
 Het afwijkende gedrag moet niet alleen bestaan uit gedrag dat afwijkt van de norm.
 Het afwijkende gedrag moet niet alleen een uitvloeisel zijn van conflicten tussen het individu en de
maatschappij.

Verschillen DSM-IV en DSM-V:
 Er is geen aparte sectie voor stoornissen op kinderleeftijd en in de adolescentie.
 De ‘specificaties’ zijn toegevoegd. Het gaat om een beschrijving van aspecten die de diagnose en de
classificatie verfijnen en valideren: aard, ernst, beloop en klinische relevante items (bijv. suïcidaliteit).
(zie pagina 1)
Kritiek DSM: Classificatie wordt vaak verward met diagnostiek. De DSM is bedoeld om betrouwbaar de
symptomen van patiënten te rangschikken. Dit is alleen de classificatie, dus geen diagnose. Psychiatrische
diagnostiek gaat in op de oorzaken en betekenis van een ziekte en is bedoeld om te helpen bij de keuze

, van een passende behandeling. Een behandeling start pas na de diagnostiek: https://www.ggztotaal.nl/pg-
29166-7-89824/pagina/dsm_5.html

Herstelgericht werken is het faciliteren van het herstelproces van het individu met als doel dat de patiënt
binnen zijn mogelijkheden zo goed mogelijk kan functioneren en participeren met zo min mogelijk
professionele hulp. In het professionele zorgcircuit vindt herstelondersteuning onder andere plaats in de
GGZ. Herstelondersteuning veronderstelt een andere rol en basishouding van de professional:
 Betrek naasten en andere personen uit het netwerk van de patiënt bij herstel ondersteunende zorg.
 Organiseer de ondersteuning integraal rondom het individu, inclusief het sociale en het informele
circuit. In dit circuit spelen lotgenoten, naasten en vrijwilligers een belangrijke rol.
 Betrek familie-ervaringsdeskundigen in ggz- en wijkteams. Zij kunnen ervoor zorgen dat er meer oog
komt voor de rol, ervaringen en ondersteuning van de betrokken naasten.
De professional kan in het veranderingsproces de patiënt ondersteunen en stimuleren om concrete en
realistische doelen op te stellen. De prof moet de patiënt het vertrouwen geven dat hij in staat is om het
leven meer in eigen hand te nemen en zich in meer of mindere mate los te maken van de hulpverlening.
Zij kunnen naasten adviseren hoe zij een positieve bijdrage kunnen leveren aan de begeleiding en
behandeling van degene met een psychische aandoening, over wat nodig is voor hun eigen herstel en
over eventuele ondersteuningsmogelijkheden.
https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/herstelondersteuning/organisatie-van-herstelondersteuning

Het doel van de zorg is het bevorderen, behouden en herstellen van de gezondheid van mensen met
psychische klachten. Mensen zoeken hulp bij psychische problemen, omdat zij zich zorgen maken over
hun gezondheid of zich belemmerd voelen in hun functioneren. Gezondheid is hier geen statisch concept
van optimaal welbevinden zonder ziekten of gebreken, maar een dynamisch vermogen om je aan te
passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het
leven. Het gaat om het functioneren van de mensen met psychische klachten in zijn context. Patiënten en
naasten vinden het belangrijk dat de professionals:
 De patiënt meer eigen verantwoordelijkheid durven te geven (bijv. bij medicatie)
 Aan de patiënt duidelijk maken dat zijn eigen mening leidend is voor de aanpak van de problematiek.
 De patiënt vragen naar zijn interesses en wat zijn perspectief is.
 Zich als coach/adviseur opstellen.
 Duidelijk blijven maken dat de patiënt regie heeft en dat hij zelf dient te denken en te bedenken wat hij
wil en kan.
 Het zelfinzicht van de patiënt stimuleren, hierdoor wordt het zelfmanagement eenvoudiger.
 Praktische vragen terugleggen bij de patiënt en reflecteren.
 Patiënten ondersteunen bij het in contact komen/zijn met zichzelf en hun dromen.
 Goed de ontwikkeling van de patiënt volgen.
 Goed luisteren naar de patiënt. Het gaat om zorg op maat met advies op maat. De mening van de
patiënt is leidend.
 Een patiënt helpen om zijn hulpvraag zo concreet mogelijk te formuleren.
 Flexibiliteit kunnen bieden in het zorgaanbod.
Het zorgaanbod moet gericht zijn op:
 Emancipatie: streven naar en de ontwikkeling van gelijke rechten en zelfstandigheid.
 Empowerment: het in staat stellen dat alles te maken heeft met kracht en macht (eigen regie).

Somatiseren = neiging om lichamelijke ongemakken en klachten te ervaren, te rapporteren en er
medische hulp voor te zoeken, maar die niet door het bestaan van een organische aandoening kunnen
worden verklaard; het vertalen van psychische onlustgevoelens in lichamelijke klachten.

Men spreekt van somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) indien lichamelijke
klachten langer dan enkele weken duren en er bij adequaat medisch onderzoek geen of onvoldoende
verklaring voor wordt gevonden. SOLK is een complexe en vaak lastige klacht voor de huisarts. Ook
kunnen er in het contact met patiënten van niet-westerse afkomst communicatieproblemen ontstaan door
een taalbarrière, en kan er onbegrip zijn doordat de art en patiënt afwijkende, cultureel bepaalde
opvattingen hebben over ziektes. Artsen hebben de indruk dat SOLK vaker voorkomt bij niet-westerse
allochtonen. Een verklaring hiervoor s dat deze patiënten hun emotionele stress somatiseren omdat er
een stigma rust op psychische symptomen. Deze redenatie kan ertoe leiden dat de arts schroomt om
psychische factoren bij SOLK met de patiënt te bespreken. Een aantal risicofactoren voor SOLK zijn
beperkte gezondheids vaardigheden en de ingrijpende ervaring van migratie.
https://www.henw.org/artikelen/niet-westerse-allochtonen-met-solk

Psycho-educatie
Psycho-educatie is voorlichting aan de patiënt en de mantelzorger geven over het omgaan met het
ziektebeeld. Voordat de behandeling met medicijnen, psychotherapie of een andere behandeling
plaatsvindt, dienen de patiënt en zijn naasten psycho-educatie te ontvangen:
 De verschijnselen die horen bij het ziektebeeld.
 De complexiteit en het wisselend beloop van het ziektebeeld.
 De behandelmogelijkheden.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LotteKleijn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76462 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,48  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter