Samenvatting psychologie
Kimmy Mesbahi
Boek: Psychologische stromingen vroeger en vandaag (Rudy Schellaert)
(Zie boek voor voorbeelden bij de theorie)
1
Kimmy Mesbahi VDK
, 1. Psychologie als wetenschap
- Verschillende stromingen: verschillende kijk op de mens
o Stromingen in de clinch: hun gelijk moet het ongelijk van de anderen betekenen
- Diverse stromingen van 19e eeuw tot nu
o Eerste helft: vorige eeuw: psychodynamische theorie vs. Behaviorisme
o Gevolgd door stromingen die er los van stonden
o Eind van de eeuw:
Nieuwe stromingen die verder aan de slag gaan met bouwstenen uit eerdere
stromingen
Evidence based !
1.1 Kenmerken van wetenschap
- Elke mens is zelf het onderwerp sterkte en zwakte psychologie
1.1.1 Domein
- Het onderwerp van een bepaalde wetenschap
o Psychologie: de mens en zijn innerlijke psyche, gedragingen en zijn interactie met de
context waarin hij leefde en leeft
- Verschillende stromingen binnen psychologie: verschillende onderzoeksdomeinen
o Behaviorisme: observeerbare gedrag
o Systeemdenken: communicatie
o Cognitieve psychologen: het denken
Niet elk deelgebied oogt wetenschappelijk.
1.1.2 Hypothesen en theorieën
Theorie: is opgebouwd uit getoetste stellingen en inzichten; bij voorkeur causale verbanden;
hiërarchisch geordend
Hypothese: wetenschappelijke stelling die nog niet bewezen is; eventueel beginpunt van een theorie.
- Hangen samen met bepaald gebied van werkelijkheid; gekozen wetenschappelijk domein
1.1.3 Reductie
- Elke wetenschap is een vereenvoudiging van de werkelijkheid reductionistisch
- Kracht van de wetenschap: isoleren van deelsystemen
- Vb. H20, what’s it like to be a bat
- Bewuste ervaringen zijn onlosmakelijk verbonden met diegene die ze beleeft: subjectief karakter,
persoonlijk; nooit volledig vatbaar voor iemand anders
- Iedere psychologische theorie faalt als ze de individuele mens wil beschrijven en verklaren
1.1.4 Intersubjectieve overeenstemming
Intersubjectief = iets dat geldig of waar is voor een groep mensen onderling. Vb. wereldgodsdiensten
- Wetenschap streeft naar intersubjectieve overeenstemming tussen diegenen die zich aan de
wetenschappelijke spelregels houden
- De wetenschappelijke geldigheid en betrouwbaarheid van psychologische kennis is een relatief
en geen absoluut begrip
1.1.5 Formulering
- Wetenschappelijke kennis: zo ondubbelzinnig mogelijk geformuleerd vaktaal/jargon
- Voordeel vaktermen: precies omschreven en maken een economische en efficiënte
communicatie mogelijk (goed onderbouwd)
2
Kimmy Mesbahi VDK
, 1.1.6 Voortgang
Wetenschap evolueert!
- Paradigma’s volgen elkaar op
o Paradigma = stelsel van met elkaar samenhangende wetenschappelijke visies, theorieën,
begrippenkaders en onderzoeksmethoden
o Is een referentiekader dat bepaalt welke de belangrijkste vragen zijn en hoe daarvoor een
oplossing gevonden kan worden.
- Bepaalde tijdsvakken: andere paradigma’s
- Cyclische voortgang: vertrekkend bij concreet waargenomen feiten; onderzoeker komt tot
formuleren van algemeen geldende hypothesen; toetsen in een experiment; hypothese kopt:
wordt geïntegreerd in een theorie; hieruit kunnen nieuwe onderzoeksvragen vloeien
1.1.7 Kritisch
Alle wetenschappen worden kritisch onderbouwd!!
- Men vraagt zich af of het verzamelde feitenmateriaal niet gekleurd is door subjectieve
vooronderstellingen en verwachtingen
- Onderzoeken worden aan wetenschappelijk forum voorgelegd: intersubjectieve
overeenstemming, verschillende onderzoekers zijn het eens conclusies worden binnen
wetenschap geaccepteerd
1.1.8 Mensbeeld en filosofisch gedachtegoed
Elke wetenschap impliceert een mens-en wereldbeeld. Visie is onderliggend bij formuleren nieuwe
paradigma of vloeit als een onlosmakelijke conclusie voort uit opgebouwde theorieën.
- Gedachtegoed
o Weerspiegelt sfeer en zeitgeist van periode en omstandigheden waarin de wetenschap
tot bloei komt
- Mensbeelden
o Organisch
Mens als geheel: samenstellende elementen beïnvloeden elkaar
Geen lineaire relatie tussen oorzaak en gevolg
Vb. gestaltpsychologie en systeemdenken
o Mechanistisch
Mens als machine, samengesteld uit afzonderlijke delen met bepaalde
eigenschappen; entiteiten kunnen afzonderlijk bestuurd worden; geheel is de som
van de delen
Lineair verklaringsmodel: gevolgen vloeien rechtstreeks uit de oorzaken
Verwerven van kennis: objectief en controleerbaar
Vb. behaviorisme
o Personalistisch
Mensen zijn uniek; zijn scheppers van cultuur en geven zin aan hun bestaan
Nadruk: zingeving, waarden en doelgericht handelen; aandacht aan subjectieve
duiding
1.2 Situering tussen wetenschappen
- Ervaringswetenschappen
o Nomothetisch
Op basis van feiten, experimenten
Doel: erklären (= verklaren)
Verklaren = fenomeen kunnen onderbrengen in algemeen aanvaarde, causale
samenhang van de werkelijkheid; algemeen geldende regels
o Ideografisch
3
Kimmy Mesbahi VDK
, Geesteswetenschappen
Doel: verstehen (=begrijpen), het unieke en specifieke ontsluieren
- Psychologie: tussen beiden; begrijpen en verklaren sluiten elkaar niet uit
1.3 Methoden
- Elke wetenschap ontwikkelt methoden om tot wetenschappelijke kennis te komen
- Methodologie is de discipline die omschrijft aan welke spelregels moet worden voldaan om tot
betrouwbare wetenschappelijke kennis te komen.
- Elke gekozen wetenschapsvisie horen andere onderzoeksitems en methodieken
1.3.1 Mensenkennis
- Wetenschappelijke kennis: verkregen via strikte onderzoeksmethoden en is betrouwbaarder,
abstracter en nauwkeuriger dan algemene dagelijkse mensenkennis
- Mensenkennis is waardegeladen, cultuurgebonden en niet noodzakelijk universeel
1.3.2 Niet-psychometrische methoden
= Reeks methoden die geen strikte statistische of cijfermatige onderbouw heeft
Observatie
- Systematisch waarnemen en registreren
- Participerende observatie
o Observator neemt zelf deel aan proces waarbinnen hij personen observeert zonder het
proces te verstoren (of minimaal)
o Methodologische fouten minimaliseren zoals sociaal wenselijke gedragingen
Introspectie
- Naar binnen kijken
- Innerlijke zelfwaarneming: persoon kijk vanop een afstand naar eigen gedachten, gevoelens,
verlangens, motieven en gedragingen
- Psychoanalytische kuur noodzakelijk
Interview
- Mondeling stellen van vragen
- Gestructureerd: afgenomen bij verschillende personen en moeten onderling vergeleken worden
- Minder gestructureerd: vrij interview, verloop en inhoud wordt bepaald door geïnterviewde
- Intakegesprek: verkennend oriënterend gesprek bij eerste contact
- Enquête: vragenlijst afgenomen bij meerdere personen
- Valkuilen: suggestieve vragen en projectie
Anamnese
- Studie van de ontwikkeling van een bepaalde problematiek, karaktertrek, kenmerk…
- Achterhalen welke gebeurtenissen in het verleden een invloed kunnen geweest zijn
- Wordt verteld door persoon in kwestie, geval-of ontstaansgeschiedenis zoals die subjectief
ervaren is door de persoon zelf
- Persoonlijke getuigenissen over vroegere gebeurtenissen
Gevalstudie of casestudy
- Intensieve kwalitatieve bestudering van 1 praktijkgeval
- Doel: globaal inzicht in een bepaalde persoon, situatie of problematiek
- Maakt gebruik van ruime waaier aan andere methoden (multidisciplinair)
- Voordelen
o Waardevolle methode
o Diepgaande en zeer gedetailleerde gegevens
- Nadelen
o Resultaten kunnen niet zomaar worden veralgemeend: steekproef
o Andere methoden nodig om te kunnen veralgemenen
4
Kimmy Mesbahi VDK
, - Vertrekken van beschikbare materiaal
- Verkennen van een nieuw thema of onbekend terrein vaak als vooronderzoek voor een
bredere onderzoeksopzet waar het een unieke situatie betreft of waar er ethische bezwaren zijn
voor andere onderzoeksmethoden zoals testen en experimenten
Projectieve technieken
Projectie: een persoon eigen gedachten, emoties en motieven toeschrijft aan iets of iemand buiten
zichzelf; zonder het zelf te onderkennen, grotendeels of volledig onbewust
- Projectietests: materiaal dat in de tests aan de proefpersonen wordt aangeboden, is zo weinig
mogelijk gestructureerd en zonder specifieke betekenis; een abstract gegeven
- Observatie en interpretatie hebben een grote diagnostische waarde
- Vb. Rorschatest: symmetrische inktvlekken interpreteren
- Vb. house-tree-person test: huis, boom en person tekenen en dan een verhaal bij vertellen
- Geen betrouwbare exacte data; bruikbaar bij diagnostiek en therapie
Psychometrische methoden:
1.3.3 Experiment
- Objectieve kennis: kan worden gecontroleerd door andere onderzoekers
- Experimentele psychologie
- Mogelijke verbanden zoeken tussen variabelen
- Variabele: grootheid die kan variëren, kan verschillende waarden hebben en kan gemeten
worden
o Meten welke invloed de manipulatie van een variabele heeft op een andere variabele
- Onafhankelijke variabele: de variabele die gemanipuleerd wordt
- Afhankelijke variabele: de variabele waarop de onafhankelijke variabele invloed heeft
- Representatieve steekproef nemen
- Alle andere omstandigheden zoveel mogelijk onder controle houden (isolerende variatie)
- Psychologen: wat invloed heeft op het handelen van mensen
- Controlegroep: om uit te sluiten dat het effect op de afhankelijke variabele veroorzaakt dan een
andere variabele dan de onafhankelijke variabele
- Placebo’s: storende beïnvloeding vermijden; proefpersonen te laten geloven dat er een
manipulatie is
- Dubbelblind: zowel proefpersonen als onderzoekers weten niet wie de experimentele groep is en
wie de controlegroep is
- Gerandomiseerd
- Condities: de verschillende situaties waarin een proefpersoon kan terechtkomen
1.3.4 Correlationeel onderzoek
- Veel variabelen zijn subjectvariabelen: zitten vast aan het subject (leeftijd, geslacht, IQ…)
- Geen variabelen manipuleren maar de bestaande relaties tussen verschillende variabelen
bestuderen
- Correlatie = verband
- Mate van correlatie: correlatiecoëfficiënt (statistisch berekenen)
o Positieve correlatie (0-1): hoge waarden bij de ene variabele en hoge waarden bij de
andere variabele
o Negatieve correlatie (-1-0): hoge waarden bij de ene variabele en lage waarden bij de
andere variabele
o 0: geen correlatie, geen duidelijk verband
1.3.5 Testen
- Bron van informatie, gestandaardiseerde meetprocedure
5
Kimmy Mesbahi VDK
, - Komen tot een uitspraak over een persoon door ruwe scores op een test te vergelijken met die
van velen anderen, normgroep
- Individuele onbewerkte uitslag: weinig informatie
- Test normeren: afnemen bij een steekproef uit populatie waarvoor de test bedoeld is
- Relatief en vergelijkend meten
- Uitslag is afhankelijk van de normgroep
- Test moet valide zijn: validiteit of geldigheid
o Test meet wat hij moet meten
- Betrouwbaarheid
o Bij herhaalde afname van eenzelfde persoon zou dit eenzelfde uitslag moeten geven
o Mate waarin een test constante metingen geeft en nauwkeurig is
o Een test is betrouwbaarder naargelang toevalsfactoren minder invloed hebben op
testresultaten
- Normering
o Vergelijken met scores van een vergelijkbare groep
- Standaardisatie
o Gestandaardiseerd als de afname, het materiaal… heel nauwkeurig omschreven zijn
o Iedereen moet op een identieke manier worden getest; een test moet steeds op dezelfde
manier kunnen worden afgenomen en eenvormig worden beoordeeld
1.4 Disciplines
1.4.1 Ontwikkelingspsychologie
- Focust op ontwikkeling van kinderen
- Levenslooppsychologie: volwassenen en ouderen
1.4.2 Persoonlijkheidspsychologie
- = differentiële psychologie
- Zelfbeeld, motivatie, agressie, attitudes, karakter, temperament…
- Typologie = classificatiesysteem van individuen volgens bepaalde criteria
o Big five; analyse van massaal veel persoonlijkheidsgegevens leidt tot vijf
basiseigenschappen
Open, intellectueel autonoom
Consciëntieus, prestatiegericht, ordelijk, gewetensvol
Extravert/introvert
Aangenaam, meegaand, vriendelijk, inschikkelijk
Emotioneel stabiel, kwetsbaar, zelfverzekerd
o Grootste gemene delers van alle menselijke karaktereigenschappen
o Elke persoon obv twee dimensies grotendeels te typeren
1.4.3 Sociale psychologie
- Combinatie van psychologie en sociologie
- Bestudeert het interpersoonlijke, sociale gedrag
o Hoe gedragen mensen zich tegenover elkaar en tegenover groepen
1.4.4 Klinische psychologie
- Begeleiden, coachen en behandelen van mensen
- Feitenmateriaal verzamelen met methoden om psychische fenomenen en gedragingen
nauwkeurig te kunnen beschrijven
- Verbanden, oorzaken, van gedachten, emoties en gedrag ontdekken
- Inzichten in menselijke psyche vormen de basis voor het begeleiden van verandering, vb. door
therapie
6
Kimmy Mesbahi VDK