Deel I. Inleiding
Hoofdstuk 1 Van “handelsrecht” over “handels-, vennootschaps- en economisch
recht” naar “ondernemingsrecht”
Afdeling 1 Ontstaan en toepassingsgebied van het “Handelsrecht”
“Handelsrecht” : rechtsregels van toepassing op handelaars (= personeel toepassingsgebied)
Handelaar / “koopman” = hij die ‘daden van koophandel’ uitoefent en daarvan, hoofdzakelijk of
aanvullend, zijn beroep maakt, wat winstoogmerk vereist.
Deze ‘daden van koophandel’ limitatief opgesomd in art. 2 e.v. W.Kh.
Afdeling 2 Stapsgewijze decodificatie van het Wetboek van Koophandel, gevolgd door de
invoering van het Wetboek van vennootschappen en van het Wetboek van economisch recht
W. Kh. => 20e E => onderhevig aan langdurig & doorgedreven proces van decodificatie
1. (tot einde 19e E) W. Kh. aan normale ontwikkeling onderworpen => wetsbepaling aangepast
aan maatschappelijke evolutie. Structuur van het wetboek bleef behouden.
Fundamentele wijziging = invoering van de handelsvennootschappen met
rechtspersoonlijkheid die zonder OHtoestemming konden worden opgericht.
2. (vanaf 20e E) Economische wetgeving naar het voorplan + openbare belang in economie ging
primeren boven de eigenheid van het handelaarschap => belang W. Kh. sterk gerelativeerd.
Tal van specifieke wetten goedgekeurd.
3. Ontvoogding vennootschapsrecht van het W. Kh. (sinds 1873) middels W. Venn.
4. Economisch recht: ontwikkeld via talrijke op zichzelf staande wetten, vanaf 2013
samengebracht in WER = geheel van rechtsregels dat erop gericht is de vrije en eerlijke
concurrentie op de economische markten te vrijwaren.
5. Toenemende kritiek op verouderde handelaarsbegrip => bepaald a.d.h.v. onduidelijke &
onvolledige lijst van ‘daden van koophandel’ => tal van belangrijke ondernemingsactiviteiten
niet onder het begrip ‘handelaar’ (en bijgevolg niet onder faillissementsrecht) => begrip
‘onderneming’ als aanknopingspunt in modernere wetgeving.
Afdeling 3 Naar een volwaardig “Ondernemingsrecht” met een Wetboek van economisch
recht en een Wetboek van vennootschappen en verenigingen
3 ondernemingsrechtelijke werven van Minister van Justitie Koen Geens :
1. Modernisering van het insolventierecht (2018) => “onderneming” als aanknopingspunt
2. Opheffing handelsrecht & uitbreiding en modernisering van het ondernemingsrecht (2018)
a. afschaffing notie ‘handelaar’ & handelsbewijsrecht
b. verdwijning W. Kh.
c. invoering nieuw algemeen, formeel ondernemingsbegrip
3. Invoering nieuw ‘Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen’ (2019)
“Rechtbank van Koophandel” => geschillen tussen kooplieden (hoedanigheid van verweerder!) die
daden van koophandel betreffen => 2014 : voor “ondernemingen” in functionele zin => 2018:
,“Ondernemingsrechtbank”, ondernemingen in formele zin (art. I.1, 1°) & verenigingen met
rechtspersoonlijkheid, stichtingen of vennootschappen, insolventieprocedures.
Onderneming
= rechtssubject
Activa Passiva
Rechten Verbintenissen
Buiten-patrimoniële rechten (stemrecht) < Rechtsfeit (buitencontractuele ah) =>
Zakelijke rechten (erga omnes) onrechtmatige daad => onvrijwillige SE
Persoonlijke rechten (SE heeft < RH (contractuele ah) => contractuele
schuldvordering) daad => vrijwillige SE
Intellectuele rechten = vreemd vermogen
≠ eigen vermogen
- Vermogen = vlottend onderpand – Art. 7 Hyp. W.
- Alle patrimoniële rechten SA zijn onderpand voor verbintenissen.
- Alle SE’s delen in beginsel gelijk in de opbrengst in verhouding tot omvang van SV (tenzij
voorrang).
- SE krijgt bij zijn gelijk van de rechter ter veroordeling van de SA een uitvoerbare titel (pas wel
op: belangrijke contracten bij rechtspersonen: immuniteit uitvoeringsagent).
- Verbintenissen van de onderneming worden uitgewonnen op het vlottend onderpand
o Overheidsmonopolie – enkel via hier legaal uitwinnen – geen eigenrichting.
o Geldt niet bij publiekrecht.
Rechtspersoon
= rechtssubject dat geen mens is
Vennootschap: winst maken en uitkeringen verrichten – NV/BV/CV/…/maatschap
Geen vennootschap: vzw/stichting/publiekrechtelijk orgaan/opgericht bijzondere wet
Gebruiken maken van een rechtspersoon?
Normaal niet aansprakelijk, enkel de rechtspersoon
Uitz. bij niet-nakoming of bij bevoegd persoon
Uitz. op Uitz. immuniteit uitvoeringsagent!
,Hoofdstuk 2 Onderneming in formele en in functionele zin
Functionele definitie: kijkt naar wat de activiteiten zijn = elke natuurlijke persoon of
rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn
verenigingen
o Mededingingsrecht
o Marktpraktijkenrecht
o Prijsreglementering
Formele definitie: kijkt naar vorm van de betrokken organisatie = elke zelfstandige
natuurlijke persoon, elke privaatrechtelijke rechtspersoon, elke vennootschap (art. I.1, 1°)
o bevoegdheid ondernemingsrechtbank => formele rechtstreeks gebruikt
o inschrijvingsplicht in KBO => formele onrechtstreeks gebruikt
o insolventierecht => formele, maar met uitsluiting van alle publiekrechtelijke
rechtspersonen, ook als ze goederen of diensten aanbieden op een markt
o boekhoudplicht => formele onrechtstreeks gebruikt
o vermoeden van hoofdelijkheid => formele rechtstreeks gebruikt
o ondernemingsbewijsrecht => formele rechtstreeks gebruikt
art. 254, eerste lid Wet Hervorming Ondernemingsrecht : “zoek-en-vervang”-bepaling : vanaf
1 november 2018 in alle wetten ‘handelaar’ of ‘koopman’ gelezen als formele onderneming
(in tweede lid wel uitzondering).
Onderneming als subject van rechten Onderneming als rechtsobject
= label uit wet, dat op bepaalde organisaties = geheel goederen gebruikt voor economische
wordt geplakt activiteit
“Ik ben een onderneming.” “Ik heb een onderneming.”
Onderneming in ‘formele’ zin Doctrinale term
Art. I.1, 1° : ≈ handelszaak (ruimer dan vroegere
a) iedere natuurlijke persoon die zelfstandig handelaars), feitelijke objectiviteit –
een beroepsactiviteit uitoefent (met economisch geheel dat meer waard is dan de
inbegrip van beoefenaars van een vrij afzonderlijke delen
beroep)
a. hoofdberoep/aanvullende
beroepsactiviteit
b. zelfst. in ondergeschikt verband
c. duurzame activiteit
b) iedere rechtspersoon (met inbegrip van
alle vennootschappen, VZW’s en
stichtingen, zelfs indien ze geen goederen
of diensten aanbieden op een markt, maar
met uitzondering van publiekrechtelijke
rechtspersonen)
c) iedere andere organisatie zonder
rechtspersoonlijkheid (tenzij ze geen
winstuitkering doet of beoogt te doen.
Wél maatschappen, géén feitelijke
verenigingen).
= organisatie die drager is van eigen
rechten en verplichtingen en die als
dusdanig deelneemt aan het rechtsverkeer
Vorm van een organisatie, wat de organisatie
, is.
Onderneming in ‘functionele’ zin
Voor bepaalde boeken van het WER.
Wat de organisatie doet.
iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die
op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft, alsmede zijn verenigingen
a) nastreven van economisch doel = het
aanbieden van goederen of diensten op
een bepaalde markt. Aanbieder wilt een
rendement krijgen & afnemers betalen
een tegenprestatie die minstens de kosten
denkt.
b) duurzaam nastreven van economische
doel = met zekere regelmaat/in het kader
van een zekere organisatie.
c) niet in ondergeschikt verband.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tla. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.