H1. Terrein van de educatiewetenschappen 4
1.1. Pluraliteit v (ped)agogiek/educatiewetenschap 4
1.1.1. Pedagogiek 4
1.1.2. Pedagogiek als wetenschap 4
1.1.3. Meervoudigheid vd pedagogiek 4
1.2. Opvoedingswetenschap (waar-, bruikbaar-, zinvolheid) 5
1.2.1. Dienstbare wetenschap 5
1.2.2. Empirisch-analytische pedagogiek 5
1.2.3. Handelingsgerichte pedagogiek 6
1.2.4. Hermeneutische pedagogiek 7
1.2.5. Gerichtheid als principe, middel en doel vd pedagogiek 7
H2. Onderwijs in de maatschappelijke context 8
2.1. Inleiding 8
2.1.1. Ken Robinson changing paradigms 8
2.1.2. Socialisatie 9
2.1.3. Onderwijs 9
2.2. Onderwijs en ongelijkheid, toegankelijkheid vh onderwijs 10
2.2.1. Het meritocratisch perspectief 10
Ongelijkheid als maatschappelijk fenomeen 10
Meritocratie vs reproductie 10
Gelijke kansen: het probleem van verschillen tussen groepen 11
Selectie en onderwijs 12
2.2.2. Groepsgebonden ongelijkheid 12
Schoolloopbanen naar sociaal milieu en/of buitenlandse herkomst 13
2.2.3. Verklaringen voor ongelijkheid in het onderwijs 14
Oorzaken van sekseverschillen 14
2.2.4. Beleid en maatregelen 15
2.2.5. Samenvatting 17
2.3. Onderwijs en arbeidsmarkt 17
2.3.1. Ontwikkelingen onderwijs en arbeidsmarkt 17
2.3.2. Voortijdig schoolverlaten 19
2.4. De pedagogische functie van het onderwijs 20
2.4.1. Visies op de pedagogische functie 20
2.4.2. Legitimatie vd pedagogische functie vd school 21
2.4.3. Rol vd schoolcultuur en docent 23
2.4.4. Knelpunten ten aanzien vd pedagogische functie vd school 24
2.5. Samenvatting en perspectieven 24
H3. Apologie van de school, een publieke zaak 25
3.1. Inleiding 25
3.2. De aanklachten, de eisen, de vaststellingen 25
3.2.1. Wereldvreemdheid 25
3.2.2. Machtsbestendiging en corruptie 25
1
,Hanne Vogelaers Inleiding tot de educatiewetenschappen 20-21
3.2.3. Demotivering van de jeugd 26
3.2.4. Gebrek aan effectiviteit en inzetbaarheid 26
3.2.5. De eis tot hervorming en de vaststelling van overbodigheid 26
3.3. Wat is het schoolse? 27
3.3.1. Een kwestie van opheffing 28
3.3.2. Een kwestie van profanatie 29
3.3.3. Een kwestie van aandacht en wereld 30
3.3.4. Een kwestie van techniek 31
3.3.5. Een kwestie van gelijkheid 33
3.3.6. Een kwestie van liefhebben 33
3.3.7. Een kwestie van voorbereiding 34
3.3.8. Een kwestie van pedagogische verantwoordelijkheid 35
3.4. Het temmen van de school 36
3.4.1. Politisering 37
3.4.2. Pedagogisering 38
3.4.3. Naturalisering 38
3.4.4. Technologisering 40
3.4.5. Psychologisering 41
3.4.6. Popularisering 41
3.5. Het temmen van de leerkracht 41
3.5.1. Professionalisering 42
3.5.2. Flexibilisering 45
3.6. Experimentum scholae: gelijkheid vh kunnen beginnen 46
H4. Leertheorieën en -paradigma's 49
4.1. Behavioristische visie op leren → ontwerpen van instructie 49
4.1.1. Skinner: vertaald als 1ste de leerprincipes naar instructie 49
Situering 49
Leren volgens Skinner 49
Visie op instructie 50
4.1.2. Typische toepassingen (instructie) 51
Het formuleren van leerdoelen in termen van observeerbaar gedrag 51
Teaching Machines en Geprogrammeerde Instructie 51
Mastery Learning, Carroll en Bloom 53
Contingency Contracting (CC), contingency management 56
Personalized System of Instruction - PSI (Keller Plan) 57
Direct Instruction (DI) 58
Het referentiekader voor onderwijskunde en het behaviorisme 59
Kritieken op het behaviorisme 61
4.2. Cognitivistische visie op leren → ontwerpen v instructie 62
4.2.1. Algemene cognitivistische principes voor instructie 63
4.2.3. Afzonderlijk toe te passen cognitivistische instructiestrategieën 63
4.2.3. Toepassingen 64
Ausubel: 'Advance Organizers' en het activeren van voorkennis 64
Gagné: Conditions-based model of learning 66
2
,Hanne Vogelaers Inleiding tot de educatiewetenschappen 20-21
Bandura: Social Learning / Cognitive Theory - Observationeel leren 67
Novak: Concept Maps - NLR 69
Mayer: Cognitive Theory of Multimedia Learning (CTML) 70
4.2.4. Het referentiekader voor onderwijskunde en het cognitivisme 70
4.2.5. Kritieken op het cognitivisme 72
4.3. Constructivistische visie op leren → ontwerpen v instructie 73
Sugata Mitra 73
4.3.1. Constructivisme: een kennisbenadering met vele gezichten 73
Epistemologie of een onderwijskundige theorie? 73
4.3.2. Soorten constructivisme 74
4.3.3. Basisassumpties van het constructivisme 74
4.3.4. Constructivisme als een erfenis van verschillende auteurs 75
Piaget (1896-1980) 75
Vygotsky (1896-1934) 76
Jerome Bruner (1915-2016) 77
4.3.5. De constructivistische opvatting over leren 78
4.3.6. De constructivistische opvatting over instructie 79
4.3.7. Instructie-uitwerkingen van de constructivistische visie 79
Kolb: experiential learning 80
4.3.8. Situated Learning - situated cognition - situated action 81
4.3.9. Bransford en CTGV: Anchored Instruction 83
4.3.9. Cognitive apprenticeship: leerling-gezel-meester 83
4.3.10. Samenwerkend leren, groepswerk 84
4.3.11. Computergebaseerde leeromgevingen 85
Probleemgestuurd onderwijs (PGO) 87
4.3.10. Onderwijskundig referentiekader en het constructivisme 88
4.4. Connectivisme 89
H5. Fundamenten van leren 91
5.1. Inleiding 91
5.2. Het gevaar vd eigenheid 92
5.3. Metacognitie en zelfregulerend leren als basis 92
5.4. Zelfregulerend, maar ook digitaal en informeel 93
5.5. Slotopmerkingen 94
3
, Hanne Vogelaers Inleiding tot de educatiewetenschappen 20-21
H1. Terrein van de educatiewetenschappen
Etymologie
-educatie: opvoeding, grootbrengen, naar buiten brengen, oprichten, opvoeden
-pedagogie: opvoeding, gids, brenger, leider, leraar
-ageren: optreden, handelen, doen, in beweging zetten, drijven, leiden
3 Onderdelen overlappen elkaar
-formele educatie: scholen en universiteiten
-informele educatie: tv, radio, kranten, internet
-non-formele educatie: scouts
1.1. Pluraliteit v (ped)agogiek/educatiewetenschap
1.1.1. Pedagogiek
-Plato (4deE vC): opvoeding om polis (werkers, wachters, heersers) te houden, onder politiek
-Locke (1632): tabula rasa
-Rousseau (1778): natuurlijke en individuele opvoeding waarbij het van nature goede kind
niet ontaard door invloed vd cultuur
-opvoederstaak: natuurlijke ontw vh kind z’n gang laten gaan en dat ontwproces
vrijwaren v schadelijke en belemmerende invloeden
-Trapp 1ste hoogleraar → in 1779 academische discipline: aandacht voor opvoedings- en
onderwijsgebeuren gaat van incidenteel → continu
-geen onderscheid tss wet en niet-academische aandacht voor opv- en onderwijsgebeuren
1.1.2. Pedagogiek als wetenschap
3 niveaus
-wetenschapstheorieën: metatheoretisch niveau, theoretiseren mbt theorievorming over en
onderzoek naar opvoeding
-pedagogische theorieën: objecttheoretisch niveau, theorievorming over en onderzoek naar
het object van opvoeding
-werkelijkheid van opvoeding en onderwijs: het niveau vd praktijk
Benaderingen: geesteswetenschappelijke, empirisch-analytische, kritische,
cultuurhistorische, taal-analytische, opvoedingswetenschappen, pragmatische
1.1.3. Meervoudigheid vd pedagogiek
-overkoepelende metatheorie, wel pluralisering wettheorie (objecttheorie+methodologie)
-ped differentieerde: geesteswet, empirisch-analytische, kritisch-emancipatorisch (integrator)
-Rorhs: driestromenlandindeling → verzekeren ve relatief uniforme wet theoretische basis
-bruikbare aspecten v 1ste 2 houden en de rest weg
-overzichtelijk gedifferentieerde situatie (jaren 70) → paradigmatische pluralisering (jaren 90)
Rotry en Bernstein
-diachrone pluraliteit: de opeenvolging van paradigmata, scholen, stromingen,..
-synchrone pluraliteit: het naast elkaar bestaan daarvan (bv de drie stromingen)
4