Dit is een samenvatting voor het vak interculturele communicatie wat in het tweede jaar van de opleiding Toegepaste Psychologie wordt gegeven. Doormiddel van deze samenvatting heb ik een 8 voor dit vak gehaald!
Interculturele communicatie
Week 1
Cultuur= de gemeenschappelijke wereld van betekenissen en gewoonten die een bepaalde sociale
groep kenmerkt.
In het dagelijks taalgebruik wordt het begrip cultuur vooral in twee betekenissen gebruikt:
1. De artistieke en intellectuele prestaties in de wereld van de kunsten. Zoals muziek, beelden,
kunst, vorming en literatuur
2. Als een sociaal construct. Hoe mensen binnen een sociaal band vormen en betekenis geven
aan hun leefwereld. (staat in deze kennisclip centraal)
Interculturele communicatie= de communicatie waarin expliciet aandacht is voor de culturele
factoren die van invloed zijn op de communicatie.
Mensen worden geboren, groeien op, leven en werken in allerlei sociale groepen (collectieven).
Sommige van deze collectieven zijn niet zelf gekozen, zoals familie, etnische groep, religieuze
gemeenschap en geboortestad.
Andere collectieven zijn een eigen keuze, zoals verenigingen, clubs of groepen (gamers/hiphoppers).
Binnen alle van deze collectieven bestaat een min of meer gestructureerde sociale orde. Het samen
leven of werken verloopt op een bepaalde wijze. Dit is op een eigen manier georganiseerd. Om dit
samen leven of samen werken op die bepaalde wijze mogelijk te maken wordt binnen elk collectief
een cultuur voortgebracht. Je kunt daarbij denken aan het culturele instrumentarium van taal,
kennis, gewoonte, wereldbeschouwing en symbolen waarover de leden beschikken.
Elke sociale groep kent dan ook min of meer een eigen cultuur → er zijn dus evenveel culturen als
collectieven. (familiecultuur, jongerencultuur, beroepscultuur).
- De invloed van subculturen kan zelfs meer bepalend zijn dan de algemene nationale cultuur
Multicollectiviteit en multiculturaliteit
Ieder persoon kenmerkt zich door multicollectiviteit en multiculturaliteit; zij of hij kan deel uit maken
van een familie, buurt, stad, opleiding, vriendenclub, geloofgemeenschap, sportclub.
➔ Dit doordat alle collectieven waar mensen deel van uit maken zich kenmerken door een
zekere cultuur.
Aan elk sociaal verband kan een bepaalde identiteit worden ontleed; student, jongere, homo,
hipster, belg.
Door dit lidmaatschap van verschillende sociale verbanden en hun culturen en de identiteit die
mensen daaraan ontlenen, kenmerkt eenieder zich door multicollectiviteit en multiculturaliteit.
Collectieven en daarmee hun culturen zijn onbegrensd. Dit komt omdat de mensen zich voortdurend
in verschillende andere collectieven bewegen.
Kijkend naar het collectief kunnen we stellen dat deze zowel homogeen als heterogeen is.
- Homogeen: de gemeenschappelijke kenmerken die dit collectief van anderen onderscheidt
o In familie; de gemeenschappelijke zaken die horen bij familielidmaatschap, de
familiegeschiedenis, de verhoudingen tussen familieleden etc.
- Heterogeen: echter maken alle personen deel aan meerdere collectieven.
o In familie; elk familielid heeft een unieke persoonlijkheid, neemt deel aan andere
sociale groepen dan de rest van de familie, heeft een individuele beleving.
,Inhoud van een cultuur
Cultuur omvat 4 elementen:
1. De taal die mensen hanteren binnen het collectief waarin ze verkeren.
o Elk collectief kent een eigen taal: de nationale omgangstaal, het vakjargon van
beroepsgroepen, de jongerentalen.
o In de taal weerspiegelen zich de kennis, waarden en normen van een collectief.
2. De kennis die mensen van de hen omringende wereld hebben en vergaren
o Voor het collectief ‘’samenleving’’ bv: wanneer zijn de openingstijden van winkels,
hoe zijn de verkeersregels, hoe zit het politieke systeem in elkaar.
3. De waarden en normen die mensen hanteren
o Waarden zijn aannames van wat mensen belangrijk, goed, mooi, gezond, passend en
juist vinden. Wat is belangrijk in het bestaan van dit collectief? In sommige culturen
zeggen mensen bv dat het heel logisch is dat jongeren voor zichzelf mogen beslissen
hoe zij hun leven willen inrichten, in andere groepen is het heel gebruikelijk dat
kinderen de wil van hun ouders volgen.
o Normen zijn de concrete richtlijnen voor het handelen; ze regelen het dagelijks
sociaal verkeer. Ze zijn de vertaling van abstracte waarden in concreet gedrag.
voorbeeld ongeschreven norm: opstaan in de trein voor ouder persoon.
4. De symbolen, rituelen en helden van het collectief
o Symbolen zijn woorden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een specifieke
betekenis voor de leden van de cultuur. Bv vlaggen, kleding, statussymbool.
o Rituelen zijn sociale aciviteiten die technisch gesproken overbodig zijn om het
gewenste doel te bereiken, maar binnen een cultuur als sociaal essentieel worden
beschouwd. Bv dopen, besnijden etc.
o Helden zijn personen -dood of levend, echt of fictief- met eigenschappen die in een
cultuur in hoog aanzien staan en die daarom fungeren als gedragsmoddelen binnen
een bepaald collectief.
Opbouw van een cultuur
De cultuur is opgebouwd uit verschillende lagen. (waarneembare laag en een niet-waarneembare
laag) → ijsberg of ui
Dodd verdeelt cultuur in 3 componenten over 3 lagen:
1. Kern: identiteit; (meest duurzaam)
Niet waarneembaar
o Hierin bevinden zich onze waarden en overtuigingen
2. Middel: uitingsvormen
waarneembaar
o Hoe doen we dingen? Hoe uiten we onze waarden? Wat zijn gewoontes, rituelen en
symbolen? Zoals taal, symbolen, helden, rituelen, gewoonten.
3. Buitenring: ‘producten van de cultuur’ (meest veranderlijk)
o Zijn de producten. Deze zijn het meest veranderlijk. Dit gaat namelijk over hoe we
dingen geregeld hebben. ‘’wie hoort er bij wie?’’. Denk hierbij bv aan hoe onderwijs
is, hoe vrijheid van handelen is, hoe de politiek geregeld is.
Bv in nederland:
1. Kern; wat is belangrijk in onze groep → vrijheid van meningsuiting
2. Middel; culturele activiteiten → demonstreren
3. Buitenring; instituties → wetgeving m.b.t. demonstratie recht
, Werking van cultuur
Cultuur bepaald wat je opvalt, waar je aandacht aan besteed en wat blijft hangen. Welke selectie je
maakt. Hoe je ordent, welke categorisatie je maakt, wat je ergens van vindt.
Je kan op verschillende manieren naar de wereld kijken en ook naar de cultuur. Een culturele bril
fungeert als een model VAN en VOOR de werkelijkheid.
Een culturele bril voor de werkelijkheid = de normatieve kennis van normen en waarden. De kennis is
normatief omdat het instructies en aanwijzingen – waarden en normen- geeft van juist, adequaat en
effectief handelen. Het bepaalt wat mooi en goed is, wat normaal, gewenst en gezond gedrag is, wat
hoort en niet hoort.
- Bv je leert wat tafelmanieren zijn, hoe seksualiteit beleefd mag worden.
Culturele bril van de werkelijkheid: dat je een geheel van interpretatie kaders meekrijgt waarmee je
kunt oriënteren in allerlei situaties. cultuur is dan een reservoir van kennis waaruit je kunt putten om
de werkelijkheid waar te nemen, te begrijpen, te hanteren en interpreteren. Hierbij geef je betekenis
aan wat je hebt waargenomen op basis van je waardes en beliefs.
Het helpt te verklaren hoe de wereld in elkaar zit, welke betekenissen de dingen hebben e/n om
adequaat te functioneren in een situatie.
- Met de juiste culturele bril weet je dat een aantal druk pratende mensen aan een tafel met
papieren voor zich, zeer waarschijnlijk een vergadering hebben.
De menselijke waarneming en het handelen als gevolg van die waarneming zijn cultureel bepaald
Zo beschik je bij het cultuurverschijnsel ‘’vergadering’’ naast de feitelijke kennis ook over de
normatieve kennis (bril voor de wereld) Je weet hoe je je moet gedragen tijdens een vergadering,
wat is toegestaan en wat niet, en welk gedrag effectief is.
Cultuur als een model van en voor de werkelijkheid vervult de functies van betekenisverlening en
zingeving. Cultuur is daarmee een dragend en betekenisgeving kader. Het helpt je de betekenis en zin
van dingen te ontdekken en te weten hoe te handelen. Bij migratie wordt het van huis uit
meegekregen culturele draagvlak ter discussie gesteld omdat dit dragend en betekenis gevend kader
niet meer adequaat is in het land van aankomst.
Globalisering: is het proces van toenemende verbondenheid tussen landen en samenlevingen
waardoor gebeurtenissen in de éne samenleving meer en diepgaander effect hebben op mensen en
maatschappijen in een ander deel van de wereld
Denk aan:
→ ontwikkeling van technologie en het transportsysteem
→ De economie is ook geglobaliseerd en er is sprake van zakelijke transacties tussen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ivd22. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.