De interactie tussen is cognitief en emotionele component is het
motorische component.
1
,WAT IS PSYCHOMOTORIE K?
Alles vertrekt uit de neuro-motoriek, daarna de senso-motoriek en dan de psychomotoriek.
Neuro-motoriek = heeft alles te maken met hersenen, zenuwbanen gepaard met motoriek. Dit moet rijpen bij
kinderen. Pasgeborenen moeten dit ontwikkelen. De myeline moet nog rijpen rond de zenuwvezels, hierdoor
kunnen signalen worden doorgegeven. Een baby word geboren met neuro motorische basisschema’s. Deze
!!! (rijping) zijn niet beïnvloedbaar, wel door de natuur.
2 wetten van neuro-motoriek:
- Cefalo caudaal (verticaal)
- Proximo distaal (horizontaal)
senso-motoriek = het bewegend waarnemen, zichzelf en de wereld ontdekken door middel van de
nabijheidszintuigen, nl. proprioceptie en tastzin
perceptuo-motoriek = het bewegend waarnemen, zichzelf en de wereld ontdekken door middel van de
vertezintuigen, nl. gehoor en gezicht
psychomotoriek = het bewust plaatsen en gebruiken van de opgedane ervaringen mbt. tactiele, auditieve en
visuele perceptie, lichaams-, ruimte en tijdsperceptie in motorisch gestructureerde gehelen. Het omvat alle
intentionele bewegingen.
INVLOEDEN OP DE PSYCHOMOTORIE K
- Invloed van de fysiologische rijping of de ontwikkelingsaspecten/rijping
→ kan gestimuleerd worden door middel van gespecialiseerde therapie
- Invloed van de ervaringen of de leerbaarheidsaspecten/opgedane ervaringen
→ kwaliteit en kwantiteit van prikkels in thuisbasis, op school, in de jeugdbeweging, sportclub, …
- Invloed van de persoonlijkheid of de persoonlijkheidsaspecten
→ is beïnvloedbaar door verwachtingen te stellen reeds op jonge leeftijd, de opvoeder kan de jongere
haalbare uitdagingen geven (= activiteit die haalbaar is, aansluitend op de rijping maar toch
uitdagend).
2
,VERSCHIL TUSSEN PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE/BEGELEIDING EN PSYCHOTHERA PIE
- Psychomotorische therapie werken met cliënten vertrekkende vanuit specifieke
bewegingsactiviteiten én zich focussen hierbij op
ofwel op de cognitief-motorische component: vooral bij ontwikkelingsstoornissen en leerstoornissen
ofwel op de sociaal-emotionele component: vooral in psychiatrische voorzieningen
- Psychomotorische begeleiding (ontwikkelingsproblemen)= werken met cliënten vanuit specifieke
bewegingsactiviteiten om veranderingen te verkrijgen op vlak van motoriek maar onlosmakelijk
hiermee ook invloed uit te oefenen op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierin zijn 2 grote
richtingen te onderscheiden
ofwel de procesgerichte interventie: probeert invloed uit te oefenen op de kinesthesie van cliënten
(bewegingszin of wijze van instellen en uitvoeren van bewegingen)
Bv. Methode Hendrickx, BrainGym, …
ofwel de taakgerichte interventie: probeert heel specifieke motorische taken aan te leren met accent
op het maken van transfer
Bv. CO-OP (= motorische taken aanleren via cognitieve strategieën), …
- Psychotherapie (stoornis)= werken met cliënten vertrekkende vanuit specifieke creatieve
(verbale en non-verbale) werkvormen én zich focussen hierbij op de sociaal-emotionele component
VERSCHIL TUSSEN MOTO RISCHE EN PSYCHOMOTO RISCHE STOORNIS
- Motorische stoornis = een stoornis in het (neuro-)motorisch functioneren of ook fysieke beperking
genoemd (en dat leidt steeds tot een ‘ander’ psychomotorisch functioneren)
- Psychomotorisch stoornis = is een vertraging, achterstand in de lichaams-, ruimte- en tijdsperceptie
zonder waarneembare stoornis in het (neuro-)motorisch functioneren
3
, LEERPROBLEMEN
- primaire leerproblemen of leerstoornissen
= als het kind tegen de verwachtingen in evolueert in zijn leren, zonder een aanwijsbare neuro-
motorische stoornis, zintuiglijke beperking, verstandelijke beperking, psychopathologische stoornis, …
- secundaire leerproblemen of leermoeilijkheden
= als leerproblemen optreden met aanwijsbare oorzaken.
TYPES ONDERWIJS
- Type Basisaanbod: voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk
curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs (vervangt
type I en VIII).
Type II : voor kinderen met matig tot ernstige verstandelijke beperking
Type III : voor kinderen met gedrags- of persoonlijkheidsstoornissen
Type IV : voor kinderen met fysieke beperking
Type V : voor kinderen met chronische ziekten
type VI/VII : voor kinderen met zintuiglijke beperking
type IX : voor kinderen met autisme
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femkeff. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.