Orthopedagogische Concepten I – Deel 1: Pedagogiek
1 Opvoeden
= complex samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes.
Er bestaat geen één waarheid over opvoeden
Er zijn verschillende inzichten, theorieën en perspectieven meerzinnige betekenis van opvoeden
2 De verhouding tussen pedagogiek en opvoedingspraktijk
Pedagogie = de praktijk van het opvoeden
Pedagogiek = de theorie, de wetenschap, de leer van alles wat met opvoeding te maken heeft.
Verschillende deeldisciplines: orthopedagogiek, schoolpedagogiek, sociale pedagogiek,
comparatieve (vergelijkende) pedagogiek, historische pedagogiek
en fundamentele pedagogiek
2.1 De verhouding tussen de theorie en de praktijk
Gunning: “theorie zonder praktijk is voor genieën, praktijk zonder theorie is voor gekken/schurken,
maar voor het gros der opvoeders is de innige onverbrekelijke vereniging van beide.”
Imelman: “pedagogiek ≠ natuurwetenschappen” want ≠ onderzoeksterrein, ≠ materiaal,
≠ aanbiedingen en ≠ middelen.
Pedagogiek = geen enkele zekerheid
Uiteenlopende houdingen ten opzichte van de theorie:
Pedagogiek als een receptenboek: opvoeden = techniek, receptenboek enkel nodig als er iets
nieuws wordt uitgeprobeerd of als er vastgelopen wordt.
Theorie behoort tot de opleidingsperiode: éénmaal afgelopen, theorie niet meer nodig.
Theorie met betrekking tot opvoeding is onzin
Theorie en praktijk kunnen niet zonder elkaar.
Geen éénrichtingsverkeer
Wel praktijk theorie, vanuit praktijk naar theorie en omgekeerd
3 Opvoeden staat niet los van cultuur en maatschappij
Nature = aangeboren genetische karakteristieken van een individu
Nurture = de invloed van het milieu op de ontwikkeling van het kind
Nativisme Idealisme Naturalisme
Opvoeden is als:
Grasmaaien kind = gras, opvoeder = grasmaaier
Muurklimmen kind = muur, opvoeder = klimmer
Doolhof kind = doolhof, opvoeder = wandelaar
Beeldhouwen kind = steen, opvoeder = beeldhouwer
Koken kind = recept, opvoeder = kok
“De appel valt niet ver van de boom”
kind = appel, opvoeder = boom
,3.1 Het nativisme
Opvoeding = machteloos
Erfelijkheid staat centraal: alles is aangeboren nature
‘de geboren misdadiger’ éénmaal de karakteristiek in je, bezit je voor altijd de karakteristiek
Nationaalsocialisme zuiver ras creëren door te ELIMINEREN en het doden van ‘mislukkelingen’
Racistische implicaties het SCHEIDEN van verschillende rassen (‘goede ras’ versus ‘slechte ras’)
3.2 Naturalisme
“De mens komt ter wereld als een natuurschat die zich spontaan ontplooit.”
Naturalistisch optimisme: (te) groot geloof in de kinderlijke mogelijkheden
Jean-Jacques Rousseau Maria Montessori
“De opvoeder is als een glazen stop “Het leven aanwakkeren en het toch vrij laten zich te
over het tere plantje.” ontwikkelen, dat is de allereerste opgave van de
opvoeder.”
= Steun verlenen door schadelijke factoren
weg te nemen. = omgeving creëren waarin het kind zich kan
ontwikkelen.
Opvoedingsmiddelen:
Het beschermen van het kind Opvoedingsmiddelen:
Het vrijlaten van het kind Eerst: observeren om gevoelige periodes ontdekken
Het bevorderen van de zelfontplooiing Dan: het gepaste materiaal te beschikking stellen
Het geven van het goede voorbeeld
3.2.1 De reformpedagogiek en de Nieuwe Schoolbeweging
Nieuwe pedagogiek: ‘Vom kinde aus’ Pedocentrisme = het centraal stellen van het kind
Wachsenlassen = vrije, harmonieuze en integrale opvoeding
Kenmerken van De Nieuwe School:
Landelijk gelegen natuur = materiaal (echt eikenblad), stad = abstract (tekening eikenblad)
Internaat de hele dag door opvoeding
Coëducatie gemeenschappelijk opvoeden (jong en oud, jongens en meisjes door elkaar)
Ervaring van het kind staat centraal
Zelfbestuur leerlingenraad en –parlement
Zelfwerkzaamheid Kinderen dingen zelf laten proberen
Integrale vorming volledige opvoeding (knutselen, sporten, leren,…)
Groeps- en individuele vorming
Kwalitatieve evaluatie met woorden, niet met cijfers resultaat = motiverender!
Ervaringsgericht werken:
CEGO = Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs
Uitgangspunt : geloof in de positieve groeikracht van elk kind
Opvoeder:
Observeert en richt zich op de ervaringen van de kinderen
Biedt een context aan waar kinderen kunnen leren en ontwikkelen
Laat het initiatief zoveel mogelijk aan de kinderen
Methodescholen:
Onderscheid zich van het ‘traditioneel onderwijs’ door specifiek onderwijs- en opvoedingsprojecten.
(Freinet, Montessori, Steiner,…)
,Janusz Korczak cursustekst lezen van p. 41 tot 78 + documentaire op ItunesU
“Alle tranen smaken zoutig. Wie dat begrijpt, kan kinderen opvoeden,
wie dat niet begrijpt, kan kinderen niet opvoeden.”
Een geheel nieuwe aanpak: ‘de pedagogie van het respect’
Structuur aanbrengen
Met respect naar de groep én de individuele kinderen kijken en luisteren
Praten met kinderen
Kinderen leren kennen én leren van de kinderen
Korczaks belangrijkste vragen = “Hoe kan in van dit kind houden en het begrijpen?”
= “Hoe kan ik dit kind respecteren en vertrouwen?”
De rechten van het kind volgens Janusz Korczak (3 grondrechten)
Het recht van het kind op Het recht van het kind Het recht van het kind zo te zijn,
zijn eigen dood op de dag van vandaag zoals het is
Ouders doen alsof kinderen Ouders richten zich op Kinderen ontwikkelen, dus hebben
‘porseleinen popjes’ zijn. de toekomst en willen steeds nieuwe behoeften en wensen
kind daarop
De angst voor de dood voorbereiden Kinderen zijn groeiende organismen.
geven ze door aan het kind. Om te weten wat ze nodig hebben,
Ouders kunnen de moet je naar hen kijken en naar hen
Beklemming: ziekelijk toekomst van het kind luisteren.
achterdochtige ouders NIET bepalen
Wantrouw: ouders willen Het kind aanvaarden zoals het is
kind behouden en ‘Als je het kind alleen op
beschermen zijn toekomst wijst, roof Vertrouw op wat het kind zelf
je het de dag van aangeeft en experimenteer
Korczak pleit voor het vandaag.’
bieden van kansen, Kinderen vragen niet te veel
‘experimenteren’ en ‘opvoeding’, maar wel respect voor
verantwoorde risico’s hun kunnen, durven, willen én
beschikbaarheid van volwassenen.
Het belangrijkste opvoedingsmiddel: dialoog = echte communicatie en ontmoeting, leren van elkaar.
= als opvoeder naast het kind gaan staan.
Jouw rechten mijn rechten: afbakenen van elkaars rechten = voortdurend proces met conflicten.
elkaar begrijpen en vergeven
Samenleven MET kinderen Samenleven VAN kinderen
Opvoeder heeft een houding van respect, Kinderen leren van elkaar.
begrip, liefde en vertrouwen.
Kinderen hebben structuur nodig.
Opvoeder organiseert de omgeving,
brengt orde en structuur. Kinderen moet elkaars recht op respect
respecteren ontdekken van elkaars grenzen.
, Respect organiseren (6 uitgangspunten)
Rechtvaardigheid Invloed van kinderen Rituelen, fantasie en humor
Regels en afspraken voor Samenleven met kinderen Genieten
kinderen én opvoeder = kinderen erbij betrekken en Extra feestdagen
overtredingen vergeven laten participeren
Het wetboek en de rechtbank Informatie en communicatie
doel: zwakken beschermen over de dagelijkse gang van
‘straf’ leidt tot inzicht zaken
Werken Respect voor privacy Zorg voor elkaar
Samen taken opnemen Recht op alleen zijn Wederzijdse respectvolle zorg,
Maandelijkse taakverdeling Recht op eigen spullen het goede met elkaar delen
Opvoedende waarde Rijkdom van de broekzak
Respect en beloning voor = herinneringen aan het
arbeid verleden en het verlangen
naar de toekomst De kern van Korczaks
symbolen leven met kinderen
3.2.2 Kritiek op het naturalisme
Jean-Jacques Rousseau: “het kind mag doen wat het wil, maar slechts willen wat hij verlangt.”
Theodore Litt: ‘de natuurlijke mens’ = ideaalbeeld van pedagogen
‘wachenlassen’ (kinderen laten groeien) wordt ‘führen’ (kinderen leiden + indruk geven vrij te zijn)
3.2.3 Verdiensten van het naturalisme
Grotere kindvriendelijkheid
Emancipatie van het kind
Ontstaan en roeien van de kinder- en ontwikkelingspsychologie
3.3 Idealisme
Pedagogisch optimisme = (te) groot geloof in de mogelijkheden van de opvoeder.
3.3.1 Kenmerken van het idealisme
De pasgeborene = ‘tabula rasa’ een onbeschreven blad.
De opvoeder = een schrijver, die het lege blad beschrijft zoals het beeld die hij voor ogen heeft.
Opvoeden = techniek, met voorgeschreven handelingen. ‘juiste techniek = perfect kind’.
Samenleving = “wie de jeugd heeft, heeft de toekomst” optimistische kijk op samenleving.
3.3.2 Belangrijke pedagogen
Johann Amos Watson en Skinner Amy Chua
Comenius (behavioristen) (tijgermoeder)
‘tabula rasa’-theorie Watson: Ambitieuze, extreem
Alles aan allen leren Klassieke conditionering veeleisende opvoeding
onderwijs voor Voorspelling en controle van IJzeren discipline
iedereen het menselijk gedrag Ouders weten beter
Van elk normaal kind kan Focus: op kracht van kind
“Het ligt niet aan het men alles maken Doel: zelfvertrouwen en kind
kind als iets niet lukt, succesvol maken
maar aan de Skinner:
opvoeder.” Operante conditionering