Methoden en Technieken van de Rechtswetenschap (21013022)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Zeer complete samenvatting van Methoden en Technieken van de Rechtswetenschap. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen. Het bestand is zeer overzichtelijk door consistent gebruik van kopjes en opmaak. Ook informatie over het schrijven van de papers is opgenomen. Vak...
Methoden en Technieken van de Rechtswetenschap (21013022)
Tous les documents sur ce sujet (36)
1
vérifier
Par: mjmverdonk • 7 mois de cela
Vendeur
S'abonner
Svenvdk
Avis reçus
Aperçu du contenu
Aantekeningen Methoden en Technieken van de
Rechtswetenschap
Week 1 – De wetenschappelijke methode in het algemeen
Hoorcollege 1A - Inleiding
Bij het vak methoden en technieken van de rechtswetenschap vragen we ons af wat
wetenschap eigenlijk is. Dit noemen we de wetenschapsfilosofie. Enerzijds kijken we naar de
wetenschap als een object, anderszijds kijken we naar de wetenschap als een noemer van wat
wetenschap nou precies is. De opbouw van het vak ziet er als volgt uit:
1. De wetenschappelijke methode in het algemeen (week 1 en 2)
2. De rechtswetenschappelijke discipline (week 3 en 4)
3. Methoden van de rechtswetenschap: interpretatieleer (week 5 en 6)
Het vak kent vanaf dit jaar een nieuwe opzet van de hoorcolleges:
- Het vak bied iets uniek: kennismaking met bronteksten/klassieke teksten
- In de hoorcolleges staan steeds de teksten centraal (je leert steeds drie keer op een andere
manier over een tekst)
- Korte(re) video’s, zoveel mogelijk per tekst
- Leren studeren bij klassieke teksten: je wordt aangemoedigd een eigen schema te maken de
teksten. Van de weken 1, 2 en 3 en de laatste week als bonus (week 6) wordt zo’n routekaart
op Brightspace aangeboden – als studiehulp, maar ook om te leren hoe je dat zelf kunt doen.
Hoorcollege 1B – Bertrand Russel The Scientific Outlook (1931)
Hierboven een tijdspanne van de wetenschappelijke methoden door de jaren heen. Momenteel
gebruiken we vooral een combinatie van falsificatie en logisch-positivisme. Maar we houden ook
zeker de sociologische benadering van Thomas Kuhn in het achterhoofd en de kritiek van Feyerabend.
,Dan gaan we het hebben over ons onderwerp van vandaag: Bertrand Russel met zijn boek The
Scientific Outlook (1931) (TSO). Bertrand Russel is:
- Britse wetenschapsfilosoof (1872-1970 – bijna honderd!)
- Nobelprijswinnaar (1950)
- Daarnaast ook eminent wiskundige, logicus en groot stilist (leren schrijven!)
- Geschiedenis van de Westerse Filosofie
We gaan nu gezamenlijk door de teksten van TSO heen:
- P. 7:
o Hier geeft Russell een klein voorwoordje, is pas verschenen in de tweede editie.
Russel verwijst hierbij naar Brave New World en suggereert dat zijn zorgen over de
wetenschappelijke methode gedeeld zijn. Russel stond echter op het punt om Huxley
aan te klagen na zijn uitbrenging van Brave New World. In Brave New World
stonden namelijk ideeën die erg leken op die uit The Scientific Outlook. Uiteindelijk
heeft hij dat niet gedaan, maar hij kiest dus wel voor een vermelding.
- P. 9:
o Inleiding waarin Russel de vergelijking maakt van de impact op samenleving van
kunst, religie en wetenschap.
Russel maakt deze vergelijking en geeft daarbij aan dat:
Kunst en religie bestaan (waarschijnlijk) zo’n 8000 jaar
Wetenschap bestaat slechts zo’n 300 jaar (in 1931), vanaf Galileo
(1564-1642, later meer daarover), hierin vallen twee perioden te
onderscheiden:
o De eerste 150 jaar (na Galileo): bezigheid van geleerden
o De tweede 150 jaar: een belangrijke invloed op dagelijks
leven
o Impact van die tweede 150 jaar heeft een grotere impact
gehad op onze samenleving dan de 5000 jaar pre-
wetenschappelijke cultuur (voor Galileo)
- P. 10-11:
o Hoe komt dat dan? Dat die impact van die 150 jaar een grotere impact heeft gehad
dan die prewetenschappelijke wetenschap? Dat komt door:
o 1. Wetenschap als kennis (p. 10)
Eerste formulering wetenschappelijke methode in het boek algemene
wetten formuleren op basis van particuliere feiten. Dit levert kennis op
(Science as knowledge). Past bij 1e 150 jaar na Galileo.
o 2. Wetenschap als techniek (p. 11)
Er komt iets nieuws bij in de 2e 150 jaar na Galileo: wetenschap als de
mogelijkheid om de natuur naar je hand te zetten. Wetenschap als techniek
(Science as technique).
Actueel voorbeeld uit die 2e 150 jaar: eerste vaccin in 1796 tegen
pokken.
o Dus de impact van wetenschap komt pas op gang wanneer wetenschap als techniek
gaat optreden!
o 3. Wetenschap als samenlevingsveranderend (p. 11)
p. 11: weer een stap verder: wetenschap ‘new forms of society’. Leiden de
toepassingen tot nieuwe vormen van samenleven? (Altijd
online/telefoons/social media?)
Let wel: de eerste stap (dus wetenschap als kennis (algemene wetten
formuleren op basis van particuliere kennis)) blijft de basis van 2 en
3 (zie onderaan p. 11)
, Wij richten ons in het vak dan ook op het fundament (1) en niet per se op
toepassingen van wetenschap (2) of veranderingen aan de samenleving (3).
Bovendien is het mooi om te zien dat de drie delen van het boek ook de drie
stappen van wetenschap bevatten
- P. 12:
o Waarschuwing Russell: een wetenschappelijke samenleving is alleen maar een
goede samenleving als toename wetenschap gepaard gaat met een toename in
wijsheid.
Wijsheid: uit te leggen als de reflectie op wetenschappelijke vooruitgang,
vanuit de ethiek/filosofie, of de geesteswetenschappen.
Je zou dit zo kunnen zien als dat de wetenschap begeleidt dient te
worden door de wijsheid. Als de wetenschap als een losgeslagen
hond om zich heen bijt is zij niet goed.
- P.16:
o Russel suggereert dan dat de wetenschappelijke methode en bijbehorende houding
moeilijk is. Het is een uitdaging om deze aan te houden.
Hij raadt de lezer aan om een experiment te doen: hierbij stelt hij dat je een
‘eminent man of science’ (=een wetenschapper) te verleiden om uitspraken te
doen over gebieden die buiten zijn gebied vallen. Vraag een natuurkundige of
een referendum een goed idee is voor de samenleving of of de
pensioenleeftijd op de juiste hoogte is. Russel laat daarmee zien dat zelfs de
meest prominente wetenschappers hun boekje te buiten gaan en zullen de
wetenschappelijke methode niet altijd toepassen.
En dat is niet erg maar Russel wil aantonen dat de wetenschappelijk methode
maar door een klein deel toegepast wordt, op een klein deel van de
vraagstukken.
Conclusie van Russel: ‘The mind of the most rational among us’ = ‘cargo of
scientifically tested beliefs’ on a ‘stormy ocean of passionate convinctions’.
Zelfs de geest van de meest rationele personen onder ons hebben een klein
pakketje met wetenschappelijk getest bewijs varend op een zee van
persoonlijke overtuigingen.
Russel toont aan dat wat we doen in de wetenschap moeilijk is vol te
houden.
- P. 17-22:
o Volgens Russel is de tijd tot de 17e eeuw (van Galileo – 1564-1642) een tijd van
onvolkomen aanzetten tot wetenschappelijke methoden:
‘Our age is distinquished from all ages before the seventeenth century by
the fact that some of our opinions are scientific in the above sense (=op basis
van de wetenschappelijke methode tot stand gekomen).’
Dus lang niet alle overtuigingen zijn wetenschappelijke, maar wel
sommigen. Het schip uit de vorige uitspraak is dus gaan varen.
o Er zijn dus wel aanzetten
geweest, de belangrijkste
bijdragen aan de
wetenschap kwamen van
de Grieken en de
Arabieren
De Grieken
hadden bij
deductie zo dat
de regel om wel te beginnen vanuit een algemene regel om naar het
specifieke te gaan. Ze deden dus geen experimenten.
, De Arabieren deden dan weer wel experimenten maar formuleerden daarbij
geen algemene wet. Ook vormden zij een brugfunctie naar de late
middeleeuwen. Zonder die brugfunctie was veel kennis van de Grieken
verloren gegaan.
o Verder, in de Renaissance (14e eeuw tot begin 17e eeuw) kwam een eerste ‘vorm’ van
‘falsificatie’ door bijvoorbeeld Montaigne (p. 22). Er kwam in ieder geval een drang
van falsificatie.
- P. 22-25:
o Maar dan, komt Galileo (1564-1642)!
o De wetenschappelijke methode begint bij Galileo.
De kern van de wetenschappelijke methode zijn aanwezig bij Galileo. Volgens
Russel verloopt de wetenschappelijke methode volgens drie stappen:
1. Van observatie particuliere feiten
2. Naar algemene wetten
3. Waarmee toekomstige particuliere feiten voorspeld kunnen worden
o Galileo en zijn methode riepen veel weerstand op (later zelfs veroordeeld door de
Kerk). Dit omdat de geleerden van die tijd de leer van Aristoteles navolgden.
Aristoteles had daarbij ook veel aanzien. De geleerden zouden zeggen dat onze
zintuigen ons bedrogen want het kan niet tegen de kennis van Aristoteles ingaan (die
zei namelijk dat zwaardere objecten, sneller vallen):
1. Galileo ging in tegen de beliefs van die tijd, hij tastte de autoriteit van zowel
de Bijbel als de Grieken aan.
2. De geleerden moesten ‘naar buiten’ (voor inductie) (louter deductie kan
vanuit de studeerkamer)
- P. 26-35
o Galileo vs. de Kerk = een conflict tussen inductie en deductie
1. Oude Galileo (70 jaar) veroordeeld in 1633 door de Inquisitie van de
Katholieke Kerk voor het verdedigen (Russell: maar nu met bewijs, p. 23)
van Copernicus’ stelling dat de aarde rond de zon draait en niet andersom
o Russel stelt dat het uiteindelijk een
conflict is tussen inductie en
deductie. Maar allebei hebben
kwetsbaarheden (in rood)
o Kwetsbaarheden deductie:
1. Het kan zijn dat een conclusie
niet sluitend uit de redenering volgt
Ondanks dat Diefstal strafbaar is en Jan een chocoladereep uit de
supermarkt steelt kan het zo zijn dat het pas zijn eerste overtreding is
en hij daarom dus niet gestraft wordt.
2. De premissen/algemene regel is onjuist
Zoals bij Galileo, hij tast de eerste premisse aan van de kerk,
namelijk omdat hij zegt dat de autoriteit van Bijbel/Aristoteles niet
waterdicht is.
o Omdat hij aan de grondvesten van de kerk rammelde barstte
het conflict zo erg uit.
o Kwetsbaarheden inductie:
1. Conclusie is altijd voorlopig, kan altijd weerlegd worden (denk aan de zwarte
zwaan van Popper). Logisch gezien moet je zeggen dat je een algemene wet
formuleert die altijd alleen maar voorlopig is, het is niet sluitend.
- P. 35-47:
o Belang Galileo ligt in:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Svenvdk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.