4 Europese wetten van toepassing
1. Vorderingen bindend karakter
2. Richtlijnen bindend karakter
3. Besluiten of beschikkingen bindend karakter
4. Aanbevelingen voorstel geen bindend karakter.
WETGEVING
FEDERALE WETGEVING
RICHTLIJNEN, VORDERINGEN EN BESLUITEN
Hebben een algemene draagwijde. Ze gelden voor alle lidstaten.
Verordening: Bevat een volledige uitgewerkte regeling en is rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten. Moet
dus niet omgezet worden in het nationaal (Belgisch) recht. Verordeningen hebben dierechte werking. Zijn
dwingend recht zowel voor de lidstaten als de rechtsonderhorige van die lichtstaten en moet niet omgezet
worden in het nationaal recht.
Richtlijn: Is binden voor de lidstaten maar niet voor de rechtsonderhorige (burgers). Om deze dwingend te maken
naar de rechtsonderhorige, moet dit worden omgezet naar Belgisch recht. Houd voor de lidstaten de verplichting
in om deze om te zetten naar nationale rechtsvorm. Is binden wat haar doel betreft maar laat in meerdere of
mindere mate vrijheid aan de lidstaten in de wijze voor het bereiken van hun doel. De middelen die zij
aanwenden om dat doel om te zetten, daar geniet de Belgische wetgever van een grotere of kleinere vrijheid.
Enkel van toepassing als ze zijn omgezet door een omzettingswet in het nationaal recht.
Besluiten of beschikkingen: Van toepassing op 1 of meerder lidstaten, één of meer ondernemingen en 1 of
meerdere personen. Hebben geen algemene draagwijde. Zijn niet op alle ondernemingen of alle personen van
toepassing. Ze zijn binden voor wie ze bestemd zijn. De nationale wetgever moet niks doen.
1
Jill Courselle 2022-2023
,DEEL 1: ONDERNEMINGSRECHT
Belgische wetgeving
Wet voor volledige Belgische wetgeving. Staat in 2 wetboeken. Vroeger handelsrecht in het wetboek van
koophandel:
1) Wetboek van economisch recht (grootste deel)
2) Wetboek van vennootschappen en ondernemingen.
3) Het burgerlijk wetboek (enkel een kleiner deel) zowel in het Oud BW als in BW. Daarnaast hebt u een hele
reeks losse wetten die op zich staan en dus niet in het wetboek.
1. WETBOEK ECONOMISCH RECHT:
Het economisch recht: (wat vindt u er terug?)
Grootste deel vroegere wetboek van koophandel: statuut van de ondermengen. De verplichtingen van de
ondernemingen
- Regels over het sluiten van contracten tussen ondernemingen en burgers. De bescherming van de
burgers in contracten met ondernemingen. Zoals die wet op consumenten vind u in het wetboek van
economisch recht.
- De helft van het boekhoudrecht (helft boekhoudrecht wetboek economisch recht).
- Een deel financieel recht waaronder Kredietwetgeving. Alles omtrent kredieten vind u terug in het
wetboek van economisch recht.
- Ook insolventierecht: het recht in verband met ondernemingen die niet aan hun betalingsverplichtingen
kunnen voldoen (ondernemingen in problemen)/.
- OPGELETL IN DIT WETBOEK STAAT ENKEL FEDERALE WETGEVEN EN DUS GEEN REGIONALE WETGEVING!
2. WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN ONDERNEMINGEN:
Rechten en verplichtingen van vennootschappen en ondernemingen. Ook de andere helft van het
boekhoudrecht. Ten slotte vind u in het wetboek van vennootschappen en ondernemingen ook een deel van het
financieel recht die gelden voor beursgenoteerde.
3. BURGERLIJK WETBOEK
- Bewijs in ondernemingszaak
- De federale handelshuurwet voor verhuringen voor 9 jaar of meer
- Wetverkoop aan de consument, regelt de verkoop tussen een consument en een onderneming in het
hoofdstuk over de koopovereenkomst. (allemaal opgenomen in het BW). De wet op de pand op de
handelszaak staat ook in het BW.
Behoort allemaal tot het ondernemingsrecht maar vind je terug in het BW.
2
Jill Courselle 2022-2023
,DE ONDERNEMINGSRECHTBANK (REFCHTBANK VAN KOOPHANDEL)
Bij de verandering van WB van koophandel naar WB van economisch recht veranderde ook de rechtbank, deze
ging van rechtbank van koophandel naar ondernemingsrechtbank.
ONDERNEMINGSRECHTBANK:
De ondernemingsrechtbanken beschikken over de voorzit = kamer van 3 rechters
De voorzitter = Jurist beroepsmagistraat (rechter)
2 bijzitters = (in ondernemingszaken) Hebben een tijdelijke functie en komen uit de praktijk. Bv. winkeliers,
bestuurders van vennootschappen, … Mensen die een ondernemingsactiviteit uitoefenen en
zetelen als bijzitter (=lekenrechter niet beroepsrechter). Hoeft geen jurist te zijn, is vaak een
economist.
Redenen hiervoor zijn:
Men gaat er vanuit dat een lekenrechter die in de praktijk staat het beste weet hoe zaken in de
praktijk worden geregeld en dus het beste het gewone recht en de gebruiken die in het
ondernemingsrecht gelden.
Omdat handelaars worden berecht door hun gelijken en dus niet uitsluitend door
beroepsrechters
2 van de 3 zijn dus lekenrechters en geen beroepsrechters. Door zijn gelijken recht wordt geldt
enkel in rechtbank van eerste aanleg. Als men in beroep gaat krijgt men een kader van 3
beroepsrechters (dit dus in graad van beroep).
BEVOEGDHEDEN VAN DE ONDERNEMINGSRECHTBANK
- Ongeacht bedrag van de vordering, alle geschillen tussen 2 partijen die beide een onderneming zijn
ondernemingen.
- Voor geschillen tussen een burger en een onderneming.
- Wanneer de eiser een burger is (een niet onderneming) en de verweerder een onderneming is. Als een
onderneming een procedure opstart tegen een burger moeten die naar de vrederechter of naar de
rechtbank van eerste aanleg naar gelang het bedrag van de vordering. (kleine naar de vrederechter
grote naar rechtbank van eerste aanleg)
- Bevoegd voor een aantal specifieke geschillen: ongeacht de hoedanigheid van de partijen (ongeacht
partijen burger, onderneming of beide zijn).
Geschillen tussen vennoten van vennootschappen (aandeelhouders)
Geschillen over faillissement van een onderneming (ongeacht wie eiser of verweerder is)
Geschillen over onrechtmatige geschillen.
Procedure
bij ondernemingsrechtbank is het zelfde als procedure bij rechtbank van eerste aanleg.
1) De dagvaarding (waarbij de eiser de verweerder voor de bevoegde rechtbank brengt);
2) De openbare terechtzitting (waar de partijen hun zaak bepleiten);
3) Het vonnis (waarin de rechter zijn oordeel velt over het geschil).
Maar 1 specifieke uitzondering = bijzondere procedure voor in vordering van niet betwiste geldschulden.
Er is een bijzondere procedure wanner er een relatie bestaat tussen onderneming (B2B), wanneer zowel eiser al
verweerder onderneming zijn. De betwisting (geschil) moet gaan over het niet betalen van een geldsom. De eiser
brengt het dossier bij een advocaat en die belast een gerechtsdeurwaarder. Die deurwaarder maakt een
aanmaning en als de SA niet reageert maakt da deurwaarder een proces-verbaal van niet betwisting op en dit is
hetzelfde als een vonnis. Dan moet je niet meer naar de rechtbank gaan. Om over te gaan tot beslaglegging heb
je een vonnis nodig en dit staat gelijk aan een vonnis dus moet je niet meer naar de rechtbank.
3
Jill Courselle 2022-2023
, Het bewijs in ondernemingszaken
IN ONS RECHT 2 BEWIJS: BEWIJS IN BURGERLIJKE ZAKEN EN BEWIJS IN ONDERNEMINGSZAKEN
Deze regels heeft men op 1 plaats samengebracht zowel burgerlijke zaken als ondernemingszaken staan deze
achteraan in het BW. Achteraan boek 8 van het NBW.
VRAGEN VOOR HET LEVEREN VAN BEWIJZEN:
Wie moet bewijzen?
Degene die iets beweerd (de eiser) moet in principe het bewijs leveren. Verweerder die beweert dat alles correct
is uitgevoerd moet deze bewijs leveren van deze uitvoering. Wie iets beweert moet bewijzen wat hij/zij beweert.
SE moet bewijzen dat er een verbintenis en de SA moet bewijs van nakoming leveren.
Welk bewijsregime moet worden toegepast?
2 bewijsregimes (bewijs in burgerlijke zaken en in ondernemingszaken) de goeddadigheid van partijen duid het
toepasselijke bewijsregime aan.
- Beide partijen zowel eiser als verweerder in het geschil zijn burgers. = Bewijsrecht in burgerlijke zaken
- Het is een geschil tussen 2 ondernemingen, beide partijen zijn ondernemingen = Bewijsrecht in
ondernemingszaken.
- Het geschil is tussen een burger en een onderneming (gemengde relatie).
Bewijsrecht toepassen van degene die het bestaan van de overeenkomst en de
contractvoorwaarden ontkent.
Als diegene een burger is dan moet u het bewijs in burgerlijke zaken toepassen.
Is diegene een onderneming dan moet u het bewijsrecht in ondernemingszaken toepassen.
Geschrift (verplicht burgerlijke zaken)
- Verplicht vanaf geschillen €3500. geen gebruik maken van vermoedens of getuigen
- Kan notarieel kan onderhands
- Onderhands kan op papier of elektronisch
In ondernemingszaken geldt de vrijheid van bewijslevering tenzij de wet het uitdrukkelijk anders vermeld en is
men soepeler als het gaat om het leveren van bewijs.
Hier 2 belangrijke versoepelingen bij bewijs leveren in ondernemingszaken.
1) Ongeacht het bedrag van de overeenkomst kan er met getuigen en vermoedens worden bewezen. Dus
ook boven de €3500.
2) In ondernemingszaken hebt u 2 bijzondere bewijsmiddelen, de boekhouding en de factuur. Dit is speciaal
omdat je hier bewijsstukken hebt die door 1 partij zijn opgemaakt (door de onderneming). Normaal moet
een schriftelijk bewijsstuk opgesteld zijn door beide partijen. Hier is dit niet het geval. Toch wordt dit als
bewijsmiddel aanschouwd. Hier wijkt men af van de regel.
Bijzondere bewijsmiddelen:
1) Boekhouding:
elke onderneming moet een boekhouding voeren waarin men alle bezittingen, vorderingen en schulden
moet opnemen. Die boekhouding heeft
2 doelen:
management informeren
extern doel (alle belanghebbende informeren)
Omdat die boekhouding eenzijdig door de onderneming wordt gevoerd heeft men dus eigen regels
uitgevaardigd over de bewijskracht van de boekhouding. Boekhouding kan gebruikt worden als bewijs
voor geschillen tussen 2 ondernemingen. De boekhouding heeft slecht wettelijke bewijswaarden als de
4
Jill Courselle 2022-2023
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jillcourselle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.