Referentiekader: alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
Selectieve waarneming: als iemand alleen ziet wat hij of zij wil zien.
Stereotype: een vaststaand beeld van een hele groep mensen.
Vooroordelen: oordelen over iets of iemand zonder de persoon te kennen of iets van een
zaak te weten.
Hoofdstuk 2 – Rechtsstaat
Par. 1
Rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Het geheel van
in wetten vastgelegde regels wordt ‘het recht’ genoemd.
Rechtsstaat: staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Er zijn naast rechten ook plichten.
Dictatuur: één machtshebber of één partij bepaalt wat de regels zijn.
In 1789 had de Franse Revolutie een eind gemaakt aan de absolute monarchie
(regeringsvorm waarbij de koning alle macht heeft) en werd de ‘Verklaring van de Rechten
van de Mens en van de Burger’ opgesteld.
Grondwet: wet waarin staat wat de grondrechten zijn en hoe het land geregeerd moet
worden.
- De eerste grondwet in Nederland komt uit 1798 toen Nederland bezet was door de
Fransen. Daarna werd Nederland in 1814 een koninkrijk onder Willem I, van wie de
macht in 1848 door Thorbecke werd beperkt om plaats te maken voor vrijheid van
meningsuiting en uitbreiding van het kiesrecht.
Binnen het recht bestaan er verschillende rechtsgebieden, met als belangrijkste onderscheid
het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht.
- Publiekrecht: regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en
overheid. Het is opgedeeld in drie delen:
o Staatsrecht: bevat alle regels voor de inrichting van de Nederlandse staat.
(Bijv. de bevoegdheden van ministers en de rechten van Kamerleden.)
o Bestuursrecht: regelt de verhouding tussen burger en overheid. (Wie een huis
wil bouwen of een café wil beginnen, moet daarvoor een vergunning
aanvragen.)
o Strafrecht: bestaat uit alle wettelijke regels die aangeven welk gedrag
strafbaar is.
- Privaatrecht: regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.
o Personen- en familierecht: regelt zaken als het huwelijk, echtscheiding,
geboorte, overlijden en het adopteren van kinderen.
o Ondernemingsrecht: dat bijvoorbeeld bepaalt onder welke voorwaarden je
een bedrijf of een vereniging mag oprichten.
o Vermogensrecht: dat alle zaken omvat die te maken hebben met iemands
vermogen. (Bijv. het sluiten van een koop-, huur- of arbeidsovereenkomst of
het regelen van een nalatenschap.
, Par. 2
Het doel van een rechtsstaat is om ervoor te zorgen dat de burgers veilig zijn, vrijheid
hebben en gelijk behandeld worden. Dit is uitgewerkt in de grondbeginselen:
- Er is sprake van een verdeling van de macht.
o Het principe van de machtenscheiding of trias politica werd bedacht door de
Franse filosoof Montuiesquieu en bestaat uit de wetgevende macht (het
parlement en de regering samen maken de wetten), de uitvoerende macht
(ministers uit de regering zorgen ervoor dat goedgekeurde wetten worden
uitgevoerd) en de rechterlijke macht (rechters beoordelen of burgers of
machthebbers wetten hebben overtreden).
- De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet.
- Door het legaliteitsbeginsel mag de overheid alleen beperkingen opleggen aan de
vrijheid van burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd.
Doordat rechters onafhankelijk zijn kan iedereen rekenen op eerlijke rechtspraak,
bescherming en het zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen.
De grondwet legt grondrechten vast die zijn op te delen in twee soorten:
- Klassieke grondrechten: zoals het recht op gelijke behandeling, de vrijheid van
godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en het recht op onaantastbaarheid van het
lichaam moet de overheid garanderen.
- Sociale grondrechten: zoals het recht op werk, gezondheidszorg en
woongelegenheid. De overheid kan deze rechten niet garanderen, maar moet zich er
wel voor inspannen.
o Sinds 1983 zijn deze sociale grondrechten in de grondwet opgenomen,
waardoor we spreken van een sociale rechtsstaat.
Checks and balances: systeem waarbij evenwicht wordt bewaard doordat verschillende
machten elkaar controleren.
Legaliteitsbeginsel: volgens dit beginsel mag de overheid alleen beperkingen aan de vrijheid
van burgers opleggen als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd. Dit is onder anderen
terug te zien in het Wetboek van Strafrecht:
- Strafbaarheid: iets is alleen strafbaar als het in de wet staat.
- Strafmaat: in de wet staat bij ieder strafbaar feit de maximale straf.
- Ne bis in idem-regel: je kunt niet twee keer voor hetzelfde feit worden vervolgd.
Par. 3
De overheid moet zorgen voor de veiligheid van burgers en voor rechtshandhaving en mag
daarom als enige geweld gebruiken door het geweldsmonopolie. Daarnaast is er
rechtsbescherming zodat de overheid zich ook aan de regels houdt.
Rechtsbescherming: de grondwet beschermt burgers tegen andere burgers en tegen
machtsmisbruik van de overheid.
Misdrijven: ernstige strafbare feiten (zoals diefstal, mishandeling of moord)
Overtredingen minder ernstige strafbare feiten (zoals rijden door rood), beide staan in het
Wetboek van Strafrecht.
Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotteslot02. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.