Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting aardrijkskunde Zuid-Amerika de Geo €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting aardrijkskunde Zuid-Amerika de Geo

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

In deze overzichtelijke samenvatting zijn de 5 hoofdstukken die in dit studieboek behandeld zijn, samengevat in een samenvatting. Zelf heb ik met deze samenvatting een 8,3 gehaald. Daarnaast zijn in de samenvatting de belangrijkste begrippen uit het studieboek Zuid-Amerika dikgedrukt en zijn aante...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 18  pages

  • Oui
  • 6 février 2023
  • 18
  • 2021/2022
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Aardrijkskunde Zuid-Amerika
Hoofdstuk 1: Zuid-Amerika: continent van extremen

Paragraaf 1: Ligging
Zuid-Amerika is ruim 18 miljoen km2 groot en het continent bestaat uit 13 zelfstandige staten. Het
gebied van Zuid-Amerika valt niet samen met dan van Latijns-Amerika, want dat is de regio waar
Spaans en Portugees gesproken wordt en omvat behalve Zuid-Amerika ook Midden-Amerika.
Zuid-Amerika is qua hoogtezones in een aantal gebieden in te delen:
 Westzijde is ligt het Andesgebergte. Verspreid in deze bergketen ligt een groot aantal
werkende vulkanen.
 Ten oosten van het Andesgebergte stromen in het tropisch laagland 3 grote rivieren: de
Orinoco, de Amazone en de Paraguay/Paraná.
 In het noorden en oosten bevinden zich 2 hooglandgebieden. Het Hoogland van Guyana en
het Hoogland van Brazilië gescheiden door het laagland en de rivier de Amazone.
 De Altiplano (Spaans voor hoogvlakte of hoogland) ligt in het Andesgebergte op het
grensgebied van Chili, Bolivia en Peru. Een van de grootste hoogvlakte op aarde.
 Zuidoosten, in de Cono Sur, strekt zich het plateau van Patagonia uit, is een langgerekte
hoogvlakte die van oost naar west loopt.
 Ten westen va het continent ligt evenwijdig aan de kust in de oceaan een diepe trog.

Veel West-Europeanen hebben geen diepgaande kennis over Zuid-Amerika waardoor het stereotiepe
beeld van dit continent vaak bepaald wordt door verschillende cultuurelementen als muziek, dans,
sport, kleding en religie. Het beeld dat iemand werkelijk heeft, de perceptie, bepaald de
besluitvorming van die persoon. Vanuit je perceptie vorm je een soort kaart die je van een bepaald
gebied in je hoofd hebt, een mental map; ze worden regelmatig aangepast door nieuwe indrukken
en informatie.
Nieuwe kennis zal jouw mental map over Zuid-Amerika veranderen. Door dit katern te bestuderen
vorm je je een geografisch beeld van het gebied. Het gaat dan om een aantal geografische
kenmerken:
 Ligging
 Landschappelijke kenmerken (zowel het fysische milieu als de ingerichte ruimte)
 Bevolkingskenmerken
 Interne en externe relaties

Paragraaf 2: Ongekende natuur
Klimaat in Zuid-Amerika wordt bepaald door een groot aantal factoren, zoals breedteligging,
zeestromen, drukgebieden, windpatronen en de ligging van gebergten.
Groot deel van het continent ligt in de tropische luchtstreek. Door de grote invalshoek van de zon is
het hier altijd warm, en warme lucht stijgt op  lagedrukgebied. De afgekoelde lucht condenseert in
de atmosfeer en vormt wolken met neerslag. Het lagedrukgebied, de ITCZ, schuift mee met de
seizoensbeweging van de zon mee. Ook regengebieden verschuiven.

Vanaf de hogedrukgebieden waaien winden op het noordelijk halfrond naar het zuiden. Op het
zuidelijkhalfrond naar het noorden, richting het lagedrukgebied. De noordoostpassaat en
zuidoostpassaat ontmoeten elkaar bij de ITCZ.
 Aan oostkant van Zuid-Amerika is de passaat een aanlandige wind, wat zorgt voor
stuwingsneerslag aan de loefzijde van het kustgebergte van Brazilië.
 De oostkust ondervindt ook invloed van de Zuid-Equatoriale Stroom. Door de ver uitstekende
oostelijke punt van Brazilië wordt deze warme zeestroom gedwongen zich in tweeën te
splitsen. De Brazilië Stroom stroomt naar het zuiden en door de uitstekende Kaap Frio wordt

, de stroom afgebogen. Daardoor kan de relatief koude Falklandstroom vanuit het zuiden tot
aan de Kaap Frio doordringen.
 De invloed van de Grote Oceaan aan de westkant reikt minder diep landinwaarts door de
ligging van het Andesgebergte en de aflandige passaatwinden. Door relatief koude Peru- of
Humboldtstroom zijn de temperaturen langs de kust aanzienlijk lager dan op de geografische
breedte normaal is. De koude lucht boven de Grote Oceaan bevat door de lage temperatuur
weinig waterdamp  dus weinig neerslag. Daardoor ook de Atacamawoestijn.


Smalle zuidpunt van Zuid-Amerika heeft langs de kust een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle
jaargetijden (Cf). Komt door de westelijke winden en de stuwingsneerslag aan de loefzijde van de
bergen. Rond 40° Z.B. wordt continent breder en is er aan de lijzijde van het gebergte een woestijn-
en steppeklimaat tot in de kuststrook bij de Atlantische Oceaan.
Het gebied onder 40° Z.B. heeft soms te maken met extreem koudenweersomstandigheden door
poolwinden vanaf Antarctica. Deze koude winden heten pamperos

Normaal waaien op de Grote Oceaan zuidoostpassaten. Deze aflandige winden bij de kust stuwen
het oppervlaktewater naar het westen. Koud water welt vervolgens op bij de kust van Zuid-Amerika,
waardoor er nauwelijks neerslag valt. Het water stroomt richting Australië en warmt langzaam op 
vochtige lucht stijgt op waardoor er veel neerslag valt.
Door koud water voor de kust van Zuid-Amerika, zijn de kustwateren zeer visrijk.

Elke 3 tot 8 jaar veroorzaakt een verandering van luchtdruk en zeestromen in de Grote Oceaan een
afwijkend weertype. Er is een onderbreking van het normale windpatroon. De passaatwind boven de
Grote Oceaan neemt in kracht af, omdat de hogedrukgebieden boven de oceaan bij Zuid-Amerika
afzwakken. De zuidoostpassaat is te zwak om het water bij de Zuid-Amerikaanse kust weg te blijven
waardoor er geen koud water meer voor de kust welt. Ten zuiden van de evenaar gaat boven de
Grote Oceaan een westelijke wind waaien. Bij de westkust van Zuid-Amerika wordt warm
oppervlaktewater aangevoerd, wat 3 graden warmer is dan normaal. Dit verschijnsel = El Niño.
Dit zorgt voor heftige regenbuien bij de kust van Zuid-Amerika en door warm water aan de kust gaat
de visserij er ook op achteruit.
In Indonesië en op de Filipijnen valt er door een El Niño juist geen neerslag.

Grootste deel van Zuid-Amerika bestaat uit tropisch regenwoud (selva). Het Amazoneregenwoud ligt
verspreid over 9 landen. Bodem is er niet vruchtbaar door de dunne humuslaag. De bacteriën die bij
het vochtige en warme klimaat goed gedijen, zetten het dode bladafval om in mineralen die voor een
deel gelijk worden opgenomen door de planten. De neerslag zorgt voor veel uitspoeling  blijven zo
weinig mineralen en humus achter. Door ontbreken van humuszuren lossen ijzer- en
aluminiumverbindingen niet op  roestvorming zorgt voor rode kleur van de bodem = latosol.
Een bijzondere platensoort in de tropen is de mangrove  groeien in gebieden met brak water en
komen voor in rivierdelta’s en langs de kust. Door getijdenwerking is de grond zout. Door het
uitgebreide wortelstelsel voorkomt het erosie en stormschade aan de kust.

Tropisch regenwoud gaat langzaam over in savanne. In Zuid-Amerika zijn 3 typen savanne te
onderscheiden. De cerrado is een boomsavanne en de llanos een grassavanne met soms wat bomen.
In het droge noordoosten van Brazilië komt de caatinga voor: een savanne met doornachtige
struiken. In oosten van Argentinië ligt de pampa, zijn graslanden die vrij vruchtbaar zijn. Het zuiden
van Patagonia bestaat uit steppen. Deze graslanden ontvangen minder neerslag en hier bevinden
zich uitgestrekte rundveehouderijen.
In een smalle strook van noord naar zuid liggen aan de westkust van Zuid-Amerika achtereenvolgens
woestijnen, woestijnsteppen, mediterrane vegetatie en zomergroen loofwoud. In de woestijn groeit
helemaal niets, in de woestijnsteppen wat schaarse begroeiing van grassen en cactussen. De

, mediterrane vegetatie bestaat vooral uit altijdgroene loofbomen en struiken. Het zomergroene
loofwoud in het zuiden gedijt goed in het koele, vochtige klimaat.
Bij het Andesgebergte passeer je in korte tijd een aantal hoogtezones met elk zijn eigen klimaat,
bodem en vegetatie.

In Zuid-Amerika liggen 3 grote stroomgebieden: van de rivieren de Orinoco, de Amazone en de
Paraguay/Paraná. Ze stromen in de richting van de Atlantische Oceaan.
Het regiem van een rivier wordt vooral bepaald door de neerslag en de verdamping in de
verschillende klimaatgebieden waar hij doorheen stroomt. Maar hier wordt het regiem ook
beïnvloed door de jaarlijkse beweging van de intertropische convergentiezone. Ook de afvoer van
smeltwater van de bergen uit de Andes speelt een rol en ten slotte vertraagt de tijdelijke opslag van
water in de uitgestrekte wetlands van de Pantanal in het grensgebied van Brazilië, Bolivia en
Paraguay.
Vooral de 2 noordelijke rivieren vervoeren behalve water ook klei en zand. Een deel van het
sediment wordt door de Zuid-Equatoriale Stroom in de Atlantische Oceaan meegevoerd tot voor de
kust van Venezuela.
De mens heeft ook invloed op het regiem van een rivier. Vooral in de Amazone zijn veel
stuwdammen gebouwd, waarmee de doorstroming van het water wordt gereguleerd. De
waterkrachtcentrales bij de dammen produceren veel elektriciteit, die de opkomende economie van
Brazilië nodig heeft. Bijkomend voordeel is dat er veel water wordt opgeslagen voor drinkwater en
irrigatie.

Paragraaf 3: Een geologisch ‘paradijs’
De platentektoniek speelt een grote rol bij de vorming van de bergen, plateaus, rivierbekkens,
heuvels en vulkanen in Zuid-Amerika. In het noorden liggen de Caribische plaat en de Cocosplaat, in
het westen de Nazcaplaat en in het zuiden de Antarctische plaat en de Scotiaplaat.
In het noorden en oosten liggen 2 plateaus: het Hoogland van Guyana en het Hoogland van Brazilië,
het zijn schilden. Ze bestaan uit dieptegesteenten en metamorfe gesteenten die door
gebergtevorming en vervolgens door erosie van de bovenliggende lagen dicht aan de oppervlakte zijn
gekomen. De 2 grote schilden worden van elkaar gescheiden door het bekken van de Amazone.

Zo’n 250 miljoen jaar geleden, in het Perm, vormden Zuid-Amerika en Afrika samen met de andere
continenten het supercontinent Pangea. In Jura bewogen Europa en Noord-Amerika van elkaar af.
Later, in Krijt, ontstonden ook breuken in het gebied tussen Afrika en Zuid-Amerika. Er vormde zich
een riftzone. De oorspronkelijke continentdelen met de nieuwgevormde aardkorst aan weerszijden
van de breuk werden steeds verder uit elkaar geduwd. Het gebied in de breukzone zakte weg en
werd opgevuld met oceaanwater. Zo ontstond de Atlantische Oceaan, met in het midden een
bergrug van gestold gesteente: de Midden-Atlantische Rug.

Door uiteenvallen van Pangea bewoog Zuid-Amerika naar het noordoosten en botste daar op de
Caribische plaat. In dit gebied liggen een transforme breukzone, waar de platen langs elkaar
bewegen, én een convergente breukzone dicht bij elkaar. Daardoor wordt de noordelijke kant van
Zuid-Amerika in elkaar gedrukt én opgeheven tot een hooggebergte. In het zuiden schuiven de Zuid-
Amerikaanse plaat en de Scotiaplaat langs elkaar bij een transforme breuklijn. De zuidpunt van Zuid-
Amerika krult daardoor oostwaarts.

Bij de convergente breuklijn tussen de platen vindt subductie plaats van de zwaardere oceanische
plaat en werd de Atacomatrog gevormd.
Parallel aan de trog zijn er door het smelten bij subductie ten oosten van de westkust van Zuid-
Amerika honderden vulkanen ontstaan. Het zijn stratovulkanen. Doordat het magma hier bestaat uit
andesiet, zijn de vulkanen minder explosief. Het bevat minder gassen dan graniet.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur viggojansen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
  Ajouter