Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting geschiedenis van België, prof. Vanthemsche €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting geschiedenis van België, prof. Vanthemsche

 248 vues  1 fois vendu

samenvatting van het handboek aangevuld met informatie die in de les is gegeven

Aperçu 8 sur 88  pages

  • Oui
  • 27 mai 2016
  • 88
  • 2015/2016
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
yeveraer
Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



1. Het ontstaan van België
1.1. Tegenstrijdige visies op de betekenis van ‘België’
-België op kunstmatige wijze tot stand gekomen in 1830 -> voordien geen eigen nationale
identiteit
-19de – 20e E: Belgische patriotten weinig twijfels over de historische diepgang v B
-B bestonden van oudsher
-Caesar: De Bello Gallico -> Belgen de dappersten v alle Galliërs
->basiskenmerken vh B volk (/ras)
-eeuwen v buitenlandse bezetting
-> essentialistische opvatting vd natiestaat
>< constructivistische interpretatie: naties geen natuurlijke gegevens: W opgebouwd door
toevallige omstandigheden & ideologische / politieke ingrepen
-Henri Pirenne (20e E): Histoire de Belgique
-specifieke eigenschappen
-smeltkroes v Germaans & Franse/Latijnse/Romaanse elementen -> synthese v beide
invloeden
-ontstaan in Me: gepaard m sociaaleconomische & politieke kenmerken (machtige &
bloeiende steden m vrijheden)
-Bourgondische hertogen: eigen staatkundige identiteit
-Herman Vander Linden (= pirenniaan)
-B h een grote historische diepgang
! Luik: tot 18e E afzonderlijk institutioneel pad (prinsbisdom)
! nu Nederland MR tot 16e E samen Lage Landen (opzijgeschoven)
! projecteerde kenmerken vooral van hertogdom Brabant en graafschap
Vlaanderen op de latere Belgische gebieden -> veralgemening
! overschatte de banden tss de afzonderlijke vorstendommen
! onderschatte particularisme
-Jean Stengers: B nationaal gevoel
->B geen kunstmatige creatie
MR nationale realiteit ging niet zo ver terug als Pirenne beweerd had
->Bourgondische eenmaking = NIET het eindpunt
= WEL beginpunt
-scheiding tss N & Z Ndln < toevallige factoren (NIET onafwendbare evolutie of
historische noodzaak)
-geesten in N & Z apart gn evolueren < religieuze oriëntatie
-18e E: Z-Ndln een nieuw afzonderlijk nationaal-Belgisch gevoel

1.2. De staatkundige evolutie, voor het einde van de 18e eeuw, van de gebieden die later België
hebben gevormd
1.2.1. De staatkundige en politieke verbrokkeling tijdens de middeleeuwen
-9e E: uiteenvallen Karolingisch rijk -> afzonderlijke vorstendommen
-eigen vorsten, feodale afhankelijkheidsrelatie
-spanningen & conflicten -> oorlogen
-bewegende grenzen & ingewikkelde territoriale vervlechtingen
-personele unies: heerser van 1 territorium ook van ander territorium
(< familiale allianties & erfenissen)
-opkomst van steden, knooppunten v handel & niet-agrarische productie ->
complexer
-Vlaamse & Brabantse steden als handelscentra (bloeiende
ambachtelijke sector)
-voorrechten & vrijheden, autonomie & zelfbestuur
(voortdurende sociale & politieke strijd)

1

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



-vertegenwoordigende instellingen (afgevaardigden van adel, geestelijkheid
& steden: fiscaal)
-vrijheden & privileges voor groepen & territoriale eenheden: vastgelegd in
keuren/charters
-sterke materiële en morele macht vd Rooms-Katholieke kerk (RKK)
1.2.2. Processen van staatkundige en politieke centralisatie tot het einde van de 18de E
-15de E: keerpunt
-huwelijks & acquisitiepolitiek -> Bourgondische hertogen H alle
vorstendommen vd Lage Landen
-centralisatiepolitiek: centraal bestuurlijk apparaat & regionale/lokale
autonomie terugdringen
-1464: Filips de Goede: versch provinciale representatieve instellingen/staten
-1477: ‘Staten Generaal’
-wetteksten die op alle vorstendommen van toepassing waren
-Maria van Bourgondië moest afgeschafte privilegies herstellen &
lokale autonomie respecteren
X Maximiliaan van Oostenrijk
/ Filips de Schone x Spaanse kroon
/ Karel V: keizer HRR
-samen onderworpen aan het gezag van 1 heerser & dynastie
-vorstendommen vd Lage Langen (XVII Provinciën): afzonderlijke entiteiten
MR allemaal dezelfde vorst
->centralisatiepolitiek
-zelfstandigheid & particularisme vd Ndln verminderen
-macht vd centrale bestuurlijke instellingen versterken
->spanning tss particularisme en centralisatie bleef
-begin 16de E – eind 18de E: wijzigingen in territoriale & dynastieke configuratie
1. religieuze tweespalt
-protestantisme: N Ndln
-katholicisme: Sp-Habsburgse dynastie
->afscheuring vd N provinciën
-16de E: eigen staatkundige weg
-1648: Verdrag van Münster/ Westfalen: onafhankelijkheid vd
Republiek erkend door de Spaanse Habsburgers
->Z-provincies: Zuidelijke/Spaanse Nederlanden
-N-Republiek: Staten-Generaal belangrijke rol
-in Z verloor betekenis
2. 1713 – 1715: Z-Ndln aan Oostenrijkse tak vd Habsburgers
-na jarenlange strijd tss Europese grootmachten
! prinsbisdom Luik bleek afzonderlijke entiteit (MR op hoogste niveau
wel een persoonlijke band tss Z-Ndln en Luik)
-afzonderlijke territoriale vorstendommen
-Provinciale Staten: bevoegdheden op fiscaal vlak
(geldheffingen goedkeuren)
-adel, hoge clerus & stedelijke elite H grote rol
-Wenen voerde antiparticularistische politiek: centraalbestuur W
versterk
->niet tot directe openlijke confrontatie
-uitschakeling ambachten uit de Statenvergadering
->machtsdeling tss vorst & bevoorrechte sociale groepen



2

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



-Theresiaans compromis: toekennen aan Z-Ndln hoge mate v
zelfbestuur in ruil voor een betere greep vh centrale bestuur op
overheidsfinanciën & hogere belanstingsopbrengsten
-ministers & raadgevers
->modernisering, centralisatie & secularisering vd
samenleving
=>Jozef II (zoon) verder & radicaler
1.3. Drie decisieve etappes voor de creatie van België (eind 18de eeuw tot 1830)
-Frans expansionisme
-radicale wijzigingen
-ter discussie: mechanismen van besluitvorming, relaties tss centraal bestuur en gewestelijke
machten (centralisatie vs decentralisatie)
-gekoppeld aan bredere beweging: modernisering vd MIJ structuur
-rol vd kerk als conflictpunt
1.3.1. Spanningen in het Laat-Oostenrijks regime; ontstaan, verdwijning en draagwijdt van
de États Belgiques Unis (1780 – 1792)
-Jozef II: veranderingen (centralisatie, modernisering v staats- & maatschappelijke
structuren, secularisering) (! Vorstelijk absolutisme)
->enige bron v politieke macht
-economische activiteit stimuleren, moderniseren, vrijmaken
(vrijhandel voor granen, handelsstromen stimuleren, monopolies
doorbreken) (hervorming armenzorg, hygiëne, volksgezondheid)
-politiek institutioneel
-rationalisering staatsapparaat: 1 systeem, centraal bestuur in Brussel
versterkt & gewestelijke besturen beperkt
-religieus: herdefiniëring vd plaats & rol in RKK (stappen nr scheiding kerk &
staat)
-1781: Tolerantie-edict: vrije oefening vh protestantse geloof, einde
aan discriminatie protestanten
-bep. Katholieke religieuze orden afgeschaft
-burgerlijke huwelijksregeling
-processies gereglementeerd
-private kerkelijke seminaties voor priesteropleiding afgeschaft ->
instellingen vd overheid (=> tolerante moderne geest binnen clerus &
traditionalisme tegenwerken
->verzet in Z-Ndln => onlusten
-schortten toepassing v bep hervormingen op
->Jozef II toegevingen op sommige punten MR niet in kerkelijke
hervormingen
=>1789: hoogtepunt
-representatieve instellingen weigerden financiële middelen
goed te keuren -> keizer schafte traditionele privileges v Z-
Ndln af => antijozefistische oppositie
-Van der Noot, Vonck
-ronselen buitenlandse steun tegen Oostenrijks
regime
! oppositie was verdeeld: conservatief vs.
progressistisch
-Van der Noot: statisten: maatschappelijke &
institutionele status quo, behoud v oude
privileges & traditionele gewestelijke


3

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



instellingen, aanhangers v sterke kerkelijke
rol in samenleving
-Vonck: vonckisten: tegen vorstelijk
absolutisme v Jozef II MR niet tegen de
inhoud v hervormingen, willen grotere demo-
cratisering, tegen oude privileges/
bevoorrechte sociale groepen/ gewestelijk
particularisme / machtspositie vd kerk (< Fr
verlichtingsfilosofie)
->aliantie
-trekken m troepen van Verenigde Provinciën de Zuidelijke
Nederlanden binnen
=>”Etats Belgiques Unis / Verenigde Nederlandse Staten”
-1790: Staten Generaal van de Zuidelijke Nederlanden
-confederale republiek
-hoofdmacht: provinciale staten (sturen vertegenwoordigers nr
Staten Generaal & kiezen leden v Soeverein Congres (dagelijks
bestuur))
! interne tegenstellingen
-conservatieve traditionalistische stroming: zo weinig mogelijk
veranderen aan prejozefistische situatie + belangen v langadel & RKK
verdedigen
-progressisten: macht uitgesloten & vervolgd (Vonck moest land
uitlvuchten), wilden grondige hervorming vh oude statensysteem
(meer representatief, meer inbreng)
-gn buitenlandse hulp
(Verenigde Provinciën, Engeland & Pruisen maakten afspraak
m Oostenrijk dat de Habsburgse dynastie haar gezag in de Z-
Ndln mocht herstellen ALS de traditionele instellingen vd
gewesten W gerespecteerd)
->eind 1790: keizerlijke legers heroverden de opstandige Z-Ndln
-> einde aan Brabantse Omwenteling (door conservatieve inslag
weinig gemeen md Fr Rev)
-ook revolutie in Prinsbisdom Luik (gelijkenissen m Fr)
-Verlichtingsidealen: oproer zonder bloedvergieten tegen autocratie/
censuur/ privileges vd 1e & 2e stand/ oude
standenvertegenwoordiging
-prinsbisschop vluchtte
-> nieuw ‘democratisch’ bestuur
-1791: w ingenomen door Oostenrijkse troepen -> gezag v
prinsbisschop w hersteld
(Hervormingsgezind liberalisme)
-Brabantse/Luikse Omwenteling & Belgische Revolutie: gelijkenissen &
verschillen
1. ‘Belgische’ identiteit was voelbaar (Luik wel apart) m gelijklopende
symbolen
2. twee oppositiestromingen tegen heersend bewind (samen in
verbond)
3. vooruitstrevende stroming verliest (revolutie 1789 wil klok
terugdraaien, NIET in 1830)
1.3.2. Het Franse bewind (1794 – 1814) als fundament voor het latere België
-veranderingen door strijd tss Eur grootmachten

4

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



-Fr revolutionair bewind: buitenlandse veroveringstocht
-1794: Fr bewind in onze gewesten (20 jaar)
-1795: Z-Ndln helemaal bij Fr
-1799: Napoleon Bonaparte: Eerste Consul
-1804: Napoleon als keizer
-> definitieve afbraak v oude vorstendommen & specifieke zelfstandige instellingen
-departementen (ondergeschikte administratieve organen) (grenzen ong
zoals latere Belgische provincies) (prefect/ vertegenwoordiger vd centrale
regering aan hoofd)
-nieuw geld & belastingswezen, militaire diensplicht (conscriptie): tss 20 – 25
jaar
-religieuze vernieuwing
-1e fase: confrontatie m Kerk: openbare macht m doorslaggevende
plaats in regulering v sociale leven (kloosters & abdijen opgeheven,
kerkelijke goederen verkocht (landerijen gegeven aan nieuwe rijken)
(-> maatschappelijke elitegroep on- / antiklerikaal), eed van trouw
voor priesters
-> misnoegdheid (vooral op platteland)
=> 1798 – 1799: Boerenkrijg (gn rechtstreekse gevolgen)
-machtsovername door Napoleon -> aanpassing vh beleid
-versoepelde relaties md kerk (1801: concordaat md Heilige
Stoel: Rome erkende invloed vd burgerlijke overheid op
benoeming vd bisschoppen & priesters) (spanningen tss kerk
en staat bleven)
-economische activiteit aangewakkerd, onderwijs
gemoderniseerd, openbaarleven verfranst (Nederlands uit
administratieve en high society leven weg)
! 1814: slechte veldtocht in Oost- & Centraal-Europa
-Russische & Pruisische troepen bezetten Z-Ndln
-Napoleon probeerde opnieuw macht te
grijpen => definitieve nederlaag) (Waterloo
1815)
!! ondergang vh Fr bewind lokte weinig of geen
reactie uit vd plaatselijke bevolking -> afwezigheid v
wens v onafhankelijkheid => lot vd latere Belgische
gewesten W beslist over de hoofden vd betrokkenen
heen
=>1814: soevereiniteit aan Willem van Oranje
1.3.3. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: de mislukking van het herstel van de
vroegere Lage Landen (1814 – 1830)
! internationale context
-Oostenrijkse Nederlanden + Verenigde Provinciën -> Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden (VKN)
(Zuiden, voorstanders: gematigde statisten)
-Willem I: inspanningen om Amalgaam (fusie) van N & Z te doen slagen
-mengeling van moderne & autocratische aspecten
-gemeenschappelijke politieke instellingen
-grondwet (11 N & Z-Ndlners)
-> oude + nieuwe kenmerken
-Staten Generaal: 2 kamers
-1e kamer: leden levenslang benoemd door koning


5

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



-2e kamer: getrapt systeem gekozen door Provinciale Staten (W
aangeduid uit 3 standen) (! Hoge kiescijns), beperkte macht
(buitengewone begrotingen)
-meeste macht: koning
-ministers als medewerkers
-exclusieve greep op hele reeks beleidsdomeinen
-voortzetting oud vorstelijk absolutisme (verlicht despotisme) (vb:
Jozef II)
-modernisering
-systeem v gerationaliseerde napoleontische bureaucratie & wettelijk
apparaat verder leven
-geen herstel v vroegere vorstendommen
-economisch leven aanwakkeren: financiële & commerciële
ondernemingen
-vorstelijke politiek -> verdeeldheid & verzet
-Hollandse rekenkunde bij nieuwe grondwet in 1815: Staten Generaal
v N-Nldn keurde tekst goed MR Z-Ndln niet (onthouding en
neestemmers) MR w toch als goedgekeurd beschouwd
-onevenwicht tss N & Z
-Z h evenveel vertegenwoordigers als N MR Z was met meer
-Z moest helft vd belasting betalen MR kreeg slechts 20% vd
overheidsuitgaven
-Z moest evenveel betalen om staatsschuld te betalen die
was opgebouwd door N
-Z tegen absolutistische aanpak vd koning
-geen echte volksvertegenwoordiging, censuur
->willen staatsstructuur democratiseren
-Z tegen religieuze politiek
-Willem = protestant (wilde geloof niet opdringen aan Z)
! specifieke visie op plaats v religie en kerk in
samenleving & politiek bestel: kerkelijke apparaten in
dienst v zijn gezag, niet boven politieke structuren of
die beïnvloeden (-> tegen belangen en machtspositie
vd RKK in Z)
-staatsscholen, priesteropleiding in Collegium Philosophicum in
Leuven
-taalpolitiek: Nederlands als versterking vd nationale eenheid -> enige
bestuurstaal + vernederlandsing vh onderwijs
-eind jaren 20: concessies
-kerkelijke kleinseminaries toegelaten
-onderhandelingen over benoemingswijze v bisschoppen

1.4. De Revolutie van 1830 en het ontstaan van België
1.4.1. De oppositiestromingen in het zuiden van het VKN
1.niet alle Z-Ndlners waren tegen Willem
-pro: industriëlen & handelaar: modernisering & stimulering economie
Hoge adel: in 1e kamer en vorstelijke milieu
Lokale machthebbers en notabelen
(burgemeesters, magistraten, intellectuelen)
2.niet iedereen was om dezelfde redenen tegen Willem, diverse oppositie
-conservatieven vs traditionalisten (tegen modernisering)


6

,Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



-katholieken: tegen religieuze politiek (herstel vd RKK zoals voor jozefistische
hervormingen, ANDEREN wilden moderner staats- en maatschappelijk bestel)
-Franstaligen/ verfranste Vlamingen
-liberalen tegen vorstelijk despotisme
-oud-vonckisten: gematigd
-radicale jonge elementen die denken aan een republiek,
emancipatie en politieke gelijkberechtiging v volksmassa’s
-hoge & lage clerici, edellieden, intellectueel gevormde middenklassers
-oppositionele dagbladen, brochures, pamfletten: comités, lokale clubs, petities
-priesters preken aan bredere volkslagen
? WRM in 1830 revolutie
1.Monsterverbond, 1828: diverse oppositiestromingen me
samenwerkingsakkoord (liberalen / katholieken)
2.1829-1830: moeilijke economische situatie
-prijzen v levensmiddelen stegen, ambachtslui vreesden nieuwe
machines, werkloosheid in steden
1.4.2. Het verloop van de gebeurtenissen in 1830
-toegevingen (godsdienst- & taalpolitiek)
-repressie: oppositionele journalisten in gevangenis
-1830: Julirevolutie Parijs -> gespannen sfeer in VKN (Fr: Karel X van troon verjaagd)
-rest v Eur: revolutionair klimaat
-25 augustus 1830: Brusselse Muntschouwburg, “De stomme van Portici”
->charivari: traditionele vorm v populair protest waar huizen v notabelen w
aangevallen (winkels aanvallen, machines stukslaan, wapens stelen,…)
-leger van VKN greep niet in < angst dat confrontatie uit de hand zou lopen
-> plaatselijke burgers wilden orde herstellen => burgerwacht (met
oa betaalde arbeiders)
=> parallel ordehandhavingsapparaat (extragale autoriteit), snel m
politieke dimensie
-> Brabantse kleuren op stadhuis
-extremistische Brusselse leiders (& Luikse vrijwilligers): radicaliseringsproces
-bestuurlijke scheiding tss N & Z
-‘Réunion Centrale’: stuurde afgevaardigden nr andere steden
-namen nieuwe comités de macht
-troepen geronseld (werkloze arbeiders)
-22 september 1830: prins Frederik van Oranje met troepen -> militaire
confrontatie
-27 september: Nederlandse troepen dropen af (desertie < veel
Belgische soldaten) (wilde bloedbad vermijden)
-Voorlopig Bewind
-4 oktober 1830: onafhankelijkheid van België -> Centraal Comité
-nieuwe maatregelen
-bestuur: epuratie (getrouwen v Oranje en VKN aan de kant)
-veel jonge revolutionairen m bliksemcarrière
-‘Belgisch’ leger (deserteurs van VKN leger, revolutionaire
vrijwilligers, avonturiers)
-GELD?: Société Générale (gesticht door Willem): aan zijde v
opstandelingen + sponsoring door bankiersfamilie Rothschild
? troon van België
-gematigde Belgen: aanbieden aan prins van Oranje (radicale opstandelingen
wilden niet)
->Duitstalige prins Leopold van Saksen-Coburg

7

, Geschiedenis van België (samenvatting handboek)



? monarchie
-buitenlandse mogenheden paaien
-verkiezingen om ‘volksraad’ / ‘congres national’ aan te duiden
(vertegenwoordigende instellingen met opstelling v B grondwet)
-niet: getrapt syssteem
-rechtstreekse verkiezingen
-kiesrecht: kleine elitaire groep, hogere kiescijns
1.4.3. Evaluatie van de Belgische Revolutie
-evolutie vh begrip België
-Romeinen: Belgica
-renaissance & humanisme (15e – 16e E): studie klassieke literatuur -> andere
geografische betekenis (huidig N: Leo Belgicus)
-‘Nederlanden’/’Les Pays Bas’ = synoniemen
-16e E: breuk tss N & Z -> term voor Z-Ndln
-18e E: uitbreiding onderwijs: grotere verspreiding v ‘Belgique’ (zuidelijke
gebieden) => nationaal Belgisch identiteitsgevoel bij kleine toplaag
! lange tijd anachronistische m begrip v nationaal gevoelen (19e E)
-mensen uit 17e – 18e E: niet meer dan vaag aanhankelijkheidsgevoel
-gehecht aan streek
-niet abstracte, bredere cartografische begrippen
! voor 1780: term Belgique bij bijna volledige grote massa onbekend
-verandering < verdwijnen vd vorst en oude vorstendommen
(identificatie & aanhankelijkheid m legitieme vorsten ondergraven
door regimewissels)
-> ook gwne mensen zich identificeren als Belgen in Belgique
-na 1814: Willem I wou aanknopen bij 16e eeuwse situatie door rijk aan te
duiden m Nederlanden (Fr: Belgique) -> Z-Ndlner wilden onderscheid vd
inwoners vd N-Ndln
!niet rond 1830 algemeen verspreid Belgisch nationaal bewustzijn
-na creatie v B: onderwijs, publiek vertoon, politiek-culturele
initiatieven,… )> vorming & inworteling ve belgisch nationaal
bewustzijn (later nieuw modern Vlaams & Waals nationaal
bewustzijn)
-verloop v revolutie v 1830: niet als onafwendbare algemene nationale opstand door
hele bevolking
-veel toevallige factoren
-niet door alle zuiderlingen gewenst (beperkte groep radicalen H
onomkeerbare situatie in leven geroepen)
-radicalen hebben opstootjes kunnen omvormen tot politieke
regimewisseling (geen maatschappelijke omwenteling)
-structureel kenmerken vd creatie v België
-B bevolking op versch manieren betrokken bij de gebeurtenissen van 1830
-plattelandsbewoners: zijlijn (kleine boeren h weinig patriottisch
gevoel)
-stedelijke volksmassa: arbeiders & ambachtslieden: gevecht
-Waals socialistische auteur, Maurice Boulogne
(‘L’insurrection prolétarienne de 1830 / De proletarische
opstand van 1830’)
-ontevredenen van 1830: toplaag vd samenleving (adellijke katholieke
families, intellectuele middenklassers)
-wilden hoger opklimmen door leiding vh revolutionaire proces


8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yeveraer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter