Samenvatting De diagnostische cyclus: een praktijkleer
57 vues 0 fois vendu
Cours
Methoden van klinische diagnostiek (6473MKD)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
De diagnostische cyclus
Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van het boek: 'De Bruyn, E.E.J., Ruijssenaars, A.J.J.M., Pameijer, N.K. & Van Aarle, E.J.M. (2003): De diagnostische
cyclus, een praktijkleer'. Dit is te leren stof voor het vak Methoden van Klinische Diagnostiek wat wordt gegeven aan de Universiteit...
Psychodiagnostiek samenvatting 2024/2025 Tilburg University
Begrippenlijst van de Diagnostische Cyclus van De Bruijn
Tout pour ce livre (106)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Methoden van klinische diagnostiek (6473MKD)
Tous les documents sur ce sujet (45)
Vendeur
S'abonner
jasmijnvdhoff
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting De Diagnostische Cyclus: een praktijkleer
De Bruyn, Ruijssenaars, A, Pameijer, & Van Aarle (2003). Acco De diagnostische cyclus, een praktijkleer.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Doelstellingen van dit boek:
In de klinische psychodiagnostiek wordt informatie verzameld over de cliënt en diens omgeving met het oog op
het ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen die door de cliënt zelf of door diens
omgeving zijn gesignaleerd. In het vervolg van dit boek wordt onder diagnostiek en diagnosticus de klinische
diagnostiek en klinische diagnosticus verstaan.
Diagnostiek is te beschrijven als een zoek- en beslissingsproces dat in dialoog met de cliënt en diens
omgeving wordt uitgevoerd. Deze handleiding richt zich op de diagnostische besluitvorming binnen de
jeugdhulpverlening in ruime zin. De term jeugd hanteren we hier als verzamelterm voor kinderen en jongeren.
De doelstelling van de handleiding is drieledig:
1. Het bieden van een leidraad aan de hand waarvan docenten hun studenten kunnen scholen in de
diagnostische besluitvorming
2. De praktiserende diagnosticus voorlichten over de wijze waarop momenteel aankomende collega’s
opgeleid worden
3. De praktiserende diagnosticus een hulpmiddel verschaffen dat ingezet kan worden om de kwaliteit
van de diagnostische besluitvorming in de eigen werkkring door te lichten en aan te passen
De noodzaak van opleiding:
In het verleden lag de nadruk in de opleiding vooral op het aanbrengen van kennis over en vaardigheid in het
afnemen van tests en op het interpreteren van testresultaten. Echter, aan het diagnostisch beslissingsproces
werd weinig aandacht besteed met als gevolg dat bij complexe beslissingen een beroep gedaan bleef op eigen
ervaring en intuïtie. Zo’n beslissing op basis van eigen intuïtie heet ook wel een ‘klinisch oordeel’. Dit is
geherdefinieerd naar ‘ongewapend oordeel’. Dit zijn oordelen die worden gedaan zonder een expliciet beroep
te doen op methodologische principes of systematische procedures die kunnen voorkomen dat er fouten en
onterechte vertekeningen optreden.
Pretenties en beperkingen:
De handleiding is beperkt tot het besluitvormingsaspect van de diagnostiek. De pretentie van de handleiding is
te laten zien dat diagnostische besluitvorming in de praktijk op een wetenschappelijke-professioneel
verantwoorde wijze kan worden doorlopen. De diagnosticus is hierbij afhankelijk van de hulpmiddelen die hem
bij het beoefenen van zijn vak ten dienste staan, denk aan: inhoudelijke theorieën over probleemgedrag,
kennis over ontwikkelingspatronen, instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in kaart te brengen
en statistische en psychometrische technieken om gegevens te verwerken.
Hoofdstuk 2: Uitgangspunten
Wetenschappelijke diagnostiek:
Wanneer de algemene menselijke grondstructuur van het probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids-
en gedragsproblemen ondersteunen met wetenschappelijke-empirische kennis, spreken we van
wetenschappelijke diagnostiek. Het specifieke aan de empirische benadering is dat veronderstellingen over de
werkelijkheid aan feiten (=resultaten van onderzoek) worden getoetst die herhaalbaar is voor andere
onderzoekers.
Diagnostiek kan in de praktijk niet altijd voldoen aan de eisen die aan wetenschappelijk handelen
worden gesteld. Bovendien vereist ze als toepassingsgebied van gedragswetenschap enerzijds en als onderdeel
van hulpverlening anderzijds een aantal denk- en doe-activiteiten die niet of zelden tot het gedragsrepertoire
van de wetenschappelijke onderzoeker behoren. Toch is in de professionele diagnostiek de algemene
wetenschappelijke eis van transparantie van gevolgde argumentatie en procedure onverminderd van
toepassing. Volgens Van Strien wordt de diagnosticus wetenschappelijker naarmate hij:
• Explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in verband
brengt
, • Er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel/niet voor een bepaalde theorie kiest
• Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies
• Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze betrekking op hebben en
naar het effect van ingrepen
• De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s
Deze handleiding sluit aan bij deze opvattingen van Strien alsmede de empirische cyclus van De Groot. De
wetenschappelijke kwaliteit van de diagnostiek laat zich afmeten naar de doorzichtigheid en zorgvuldigheid van
de empirische toetsing in elk van de te onderscheiden stappen. Op deze wijze houden we de foutenbronnen in
het diagnostisch oordelen en redeneren zo goed mogelijk onder controle.
Verschillende foutenbronnen:
Vanaf de eerste ontmoeting begint voor de diagnosticus een proces van verzamelen, interpreteren en afwegen
van informatie met het oog op het nemen van de beslissing of er iets is en of er iets aan gedaan kan worden.
De theoretische, methodologische, instrumentele en ervaringskennis fungeren meestal als inspiratiebron voor
diens denkproces, slechts zelden als een kant-en-klare oplossing. Oordelen en beslissen in onzekerheid zijn dus
typeren voor het werk van een diagnosticus. Kennis over hoe oordelen en beslissingen tot stand komen, kan
benut worden om eigen praktijk te optimaliseren. Er zijn 3 bronnen die het belang van onderzoek naar de
kwaliteit van en de foutenbronnen in oordelen van de diagnosticus illustreren:
1. Onderzoek naar de wijze waarop mensen met kansen en onwaarschijnlijkheden omgaan
2. Onderzoek naar vuistregels en heuristieken die mensen doorgaans geneigd zijn te volgen
3. Onderzoek naar de kwaliteit van professionele diagnostiek
Een substantieel deel van het werk van de diagnosticus bestaat uit het schatten, afwegen en herzien van
kansen. Het is hierbij niet uitzonderlijk dat dit subjectief moet gebeuren door een gebrek aan informatie in de
literatuur. Uit onderzoek blijkt echter dat mensen in het algemeen slecht zijn in het schatten, afwegen en
herzien van kansen. Zelfs in gevallen dat de persoon over alle relevante informatie beschikt, verloopt dit proces
in het licht van nieuwe informatie niet optimaal en hebben mensen doorgaans meer vertrouwen in hun eigen
schattingen dan logisch-statistisch te verantwoorden is. Dit leidde tot onderzoek naar deze afwijkingen wat
resulteerde in cognitieve vuistregels en heuristieken die in tal van probleemsituaties in het dagelijks leven
adequaat zijn, maar tot vertekening leiden bij een kans schatting in een laboratoriumomgeving. Voorbeelden
zijn:
• Beschikbaarheidsheuristiek = de neiging de kans op een verschijnsel hoger in te schatten naarmate
men minder moeite heeft voorbeelden van het verschijnsel voor de geest te kunnen halen
• Bevestigingsvooroordeel = neiging informatie op te zoeken die de eigen opvatting ondersteunt.
Heuristieken zorgen ervoor dat de kwaliteit van het professioneel oordeel in klinische beslissingssituaties
dikwijls te wensen overlaat. Fouten en vertekeningen blijken bij de diagnosticus in elke fase van de
diagnostische besluitvorming voor te komen. Dit gegeven moet diagnostici aanzetten de kwaliteit van de eigen
besluitvorming kritisch te evalueren. Het leren van fouten is geen probleem, het negeren wel.
Besliskundige ondersteuning:
Het beslissingsprobleem is te beschrijven als een keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende
consequenties kunnen hebben met betrekking tot het doel. De kansen die de beslisser inschat hebben niet
zozeer te maken met de toevalsberekening, maar met de mogelijkheid dat bepaalde positieve of negatieve
gevolgen optreden. Daarbij kan de beslisser formeel gezien de logica van de kansberekening volgen om de
verwachte uitkomst van de opties vast te stellen.
De normatieve beslissingstheorie gaat verder dan beschrijven en verklaren, want het schrijft namelijk
ook voor hoe de beslisser formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele axioma’s. De toepassing
van deze theorie vindt plaats in de besliskunde. Dat is een verzameling van modellen en procedures die
aangeven hoe de beslisser in verschillende stappen van het beslissingsproces het best kan handelen met het
oog op het te bereiken doel. Het vermijden van fouten en vertekeningen is daarbij een onderdeel van een
omvangrijker proces waarin ook het formuleren van opties en consequenties onderdeel zijn.
, Het diagnostische beslissingsproces is eveneens te analyseren als een proces waarin opties en consequenties
geformuleerd en geëvalueerd worden. De technieken en procedures uit de besliskunde kunnen hierbij ter
ondersteuning worden ingezet.
Prescriptieve diagnostiek:
Oorspronkelijk dachten we voor deze handleiding aan de term ‘normatieve’ diagnostiek ter aanduiding van
activiteiten die gericht zijn op het funderen, ontwikkelen en evalueren van regels, voorschriften en procedures
voor diagnostisch onderzoek. Er zijn 3 redenen voor het kiezen van de term ‘prescriptief’ in plaats van
‘normatief’:
1. De term normatief heeft een algoritmische en niet heuristieke betekenis terwijl het implementeren
van een strikt normatief model van het diagnostisch proces in de praktijk nagenoeg onmogelijk is. Er
zijn slechts gematigd-normatieve modellen die in feite neerkomen op een set vuistregels en
heuristieken in de zin dat ze de kans op het nemen van juiste beslissingen verhogen.
2. De term normatief wordt in de besliskunde eveneens in algoritmische zin gebruikt. De formele
beslissingsregels worden gefundeerd vanuit de axioma’s van het beslissingsmodel dat aan de regels
ten grondslag ligt. Niet alleen zijn deze modellen algoritmisch, ook zijn zij in feite slechts bruikbaar in
goed gedefinieerde beslissingssituaties die in de klinische diagnostiek zelden worden aangetroffen
3. In het domein van de besliskunde gaan stemmen op om de term ‘prescriptief’ te gebruiken voor
beslissingsondersteuning in complexe naturalistische situaties. Deze situaties zijn niet te reduceren tot
het ideaaltypische formele beslissingsprobleem dat ket de traditionele normatieve modellen kan
worden aangepakt.
Het specifieke van de prescriptieve diagnostiek is dat de fundering van de spelregels gezocht wordt in het
analyseren en blootleggen van de grondkenmerken van het professionele diagnostisch proces. Prescriptieve
studies houden zich bezig met de vraag hoe de diagnosticus het proces het beste kan vormgeven. In Nederland
heeft de empirische cyclus van de Groot de grondtoon gezet voor ontwikkelingen in de prescriptieve
diagnostiek. Deze cyclus kan gelden als de algemene methodologische grondstructuur van het
wetenschappelijk handelen. In de cyclus staat het genereren en toetsen van hypothesen centraal. De in
Nederland ontwikkelde modellen geven in algemene zin aan welke stappen en in welke volgorde op welke
wijze doorlopen moeten worden. Het zijn conceptuele ordeningskaders die niet uitgewerkt zijn tot op jet
niveau van concrete voorschriften en regels.
Hoofdstuk 3. De diagnostische cyclus
Hulpvraag, vraagstelling, onderzoeksvraag en type diagnostisch onderzoek:
Het diagnostisch proces start nadat de cliënt zich rechtstreeks of via een verwijzer heeft aangemeld met één of
meer hulpvragen. De formulering daarvan is op dat moment in veel gevallen nog niet duidelijk en wellicht niet
compleet. Ook hoeft niet elke hulpvraag tot verder diagnostisch handelen te leiden. Een diagnostische
hulpvraag van de cliënt wordt uiteindelijk gezamenlijk geherformuleerd tot een vraagstelling. De diagnostische
hulpvraag is er een uit een aantal mogelijke prototypen. Dit kan als volgt worden weergegeven:
Hulpvraag (cliënt) → type diagnostische hulpvraag (diagnosticus) → type vraagstelling (Cliënt en diagnosticus)
→ type onderzoek (diagnosticus
De onderlinge overeenstemming van diagnostische
hulpvragen, vraagstellingen en typen onderzoek wordt
weergeven in tabel.
Het onderscheid tussen diagnostische hulpvraag en
type vraagstelling benadrukt dat de diagnosticus de
hulpvraag samen met de cliënt vertaalt op een abstracter
niveau en dat hij het bijpassende prototype vraagstelling
onderkent. De keuze van het onderzoek type is vervolgens als het ware het technische antwoord van de ene
partij (de diagnosticus) op de hulpvraag van de andere partij (de cliënt). Een belangrijk voordeel van het
gemaakte onderscheid is dat een controle mogelijk wordt op de mate waarin het diagnostisch onderzoek
aansluit bij de hulpvraag.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmijnvdhoff. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.