Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Aardrijskunde Examencommissie 2023 (Slagen gegarandeerd!) €17,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Aardrijskunde Examencommissie 2023 (Slagen gegarandeerd!)

 40 vues  0 fois vendu

Slagen gegarandeerd indien de leerstof in deze samenvatting correct en voldoende wordt ingestudeerd.

Aperçu 4 sur 44  pages

  • 9 février 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 3e graad
  • Aardrijkskunde
  • 5
Tous les documents sur ce sujet (137)
avatar-seller
AndriesClaes
Pagina 1 van 44


Samenvatting
Aardrijskunde
1. De aarde in het heelal




1.1 De aarde in het zonnestelsel

Acht planeten draaien rondjes rond de zon. Je kan hun volgorde onthouden met het
ezelsbruggetje ‘Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachthemd’.
Mercurius is de eerste planeet die je tegenkomt als je vanaf de zon vertrekt. Het is er
bijgevolg nogal aan de warme kant: op sommige plaatsen tot 430°C. Mercurius is
ongeveer even groot als onze maan en ook met kraters bedekt.
Venus is de volgende in de rij en de planeet die het dichtst bij onze aarde staat. Toch
lijkt ze er niet echt op: de atmosfeer bestaat er uit CO2, het regent er zwavelzuur en
de gemiddelde temperatuur is 350°C.
Aarde komt op de derde plaats, op ongeveer 150 miljoen kilometer van de zon. Ze is
uniek want het is de enige planeet in ons zonnestelsel waar leven is.
Mars is na de aarde en de maan het meest bestudeerde object in ons zonnestelsel.
De planeet dankt zijn rode kleur aan het overvloedig aanwezige ijzer dat roest.
Sommige wetenschappers vermoeden dat er op mars ooit leven is geweest en er
wordt dan ook naarstig naar sporen gezocht.
Jupiter is de grootste planeet in ons zonnestelsel, ruim 1.300 keer zo groot als de
aarde. Ze is zwaarder dan alle andere planeten samen. Het is er niet meteen
aangenaam wonen want het stormt er altijd.

,Pagina 2 van 44
Saturnus is vooral bekend om zijn ring. Die bestaat uit stukken steen en ijs die om de
planeet heen cirkelen.
Uranus is een egaal blauwe planeet. Ze is bijzonder omdat ze ‘op haar zij ligt’. De
rotatieas die door de noord en zuidpool loopt staat niet rechtop maar is naar de zon
gericht. Daardoor is het op Uranus warmer aan de polen dan aan de evenaar. Het is er
hoe dan ook eerder fris: de gemiddelde temperatuur is -214°C.
Neptunus is de laatste in de rij, op ongeveer 4.500 miljoen kilometer van de zon. Op
Neptunus waaien de hevigste winden van ons zonnestelsel: op sommige plaatsen tot
2.000 km/u.
De zon is helemaal niets bijzonders, hoewel dat lange tijd werd geloofd. Er zijn
ontelbaar veel sterren in het universum, sommige veel kleiner en andere honderd
keer groter dan de zon.
Tot 2006 waren er 9 planeten in ons zonnestelsel. Is er dan eentje verdwenen? Niet
echt, maar Pluto werd ‘gedegradeerd’ tot dwergplaneet omdat hij niet voldoet aan de
derde voorwaarde. Naast de acht planeten vliegen er nog heel wat kleinere
hemellichamen met uiteenlopende samenstelling rond de zon: de planetoïden.
De vier grootste planeten in ons zonnestelsel – Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus
– zijn ‘gasreuzen’ omdat ze voornamelijk uit dikke lagen gas bestaan. De kleintjes –
Mercurius, Venus, Aarde en Mars – zijn ‘aardachtige planeten’ die vooral uit rotsachtig,
vast materiaal zijn opgebouwd.


De astronomische eenheid (AE, internationaal au of ua) is een afstandsmaat die
vrijwel gelijk is aan de gemiddelde afstand tussen de Aarde en de Zon, ongeveer
149,6 miljoen kilometer. Sinds september 2012 is de astronomische eenheid
gedefinieerd als exact 149.597.870.700 meter.[1][2] Deze definitie is gebaseerd op
metingen uit 2009.[3] Deze maat wordt in de astronomie gebruikt om afstanden in de
ruimte aan te duiden, waardoor deze worden vergeleken met de "straal" van de baan
van de Aarde om de Zon.
Waar de grootste nauwkeurigheid nodig is, zoals in de interplanetaire ruimtevaart, zou
een omschrijving "gemiddelde afstand aarde-zon" te weinig houvast geven. De
aardbaan vervormt namelijk geleidelijk, onder invloed van de aantrekkingskracht van
de andere planeten. De gemiddelde afstand Aarde-Zon is ongeveer 16 km groter dan
een astronomische eenheid en die waarde vermindert met ongeveer 80 meter per jaar
– de aardbaan "krimpt" (dit zijn gemiddelden over enkele eeuwen). [bron?] Een
complicatie is ook dat de aardbaan geen cirkel is, maar een ellips, waardoor de
afstand Aarde-Zon varieert.
In de sterrenkunde werd de astronomische eenheid daarom sinds 1976 anders
gedefinieerd en wel via de derde wet van Kepler: Stel je een virtueel object met een
infinitesimale massa voor dat in een cirkelbaan om de zon draait. De hoeksnelheid zal
afhangen van de baanstraal. Als de hoeksnelheid exact 0,017 202 098 95 radialen per
dag bedraagt (= k, de zogeheten gravitatieconstante van Gauss), heeft de baan per
definitie een straal van 1 AE.
In september 2012 is deze definitie dus verlaten, en vervangen door een
onveranderlijke afstand.
Andere eenheden voor grote afstanden in de ruimte zijn lichtjaar en parsec.
Voorbeelden:
• Pluto bevindt zich gemiddeld op 39,5 AE van de zon.
• Jupiter staat 5,2 AE van de zon.
• De maan staat op 0,0027 AE van de aarde
Omrekeningen:
• 1 AE = 149.597.870.700 meter
• 1 AE = 8,317 lichtminuten
• 1 AE = 499 lichtseconden
• 1 lichtjaar = 63.241 AE
• 1 parsec = 206.265 AE

,Pagina 3 van 44


1.2 De aarde in het melkwegstelsel
De Melkweg, het Melkwegstelsel of het galactisch stelsel[2] (van het Griekse
galaxias (γαλαξίας), of kyklos galaktikos = "melkcirkel") is het balkspiraalstelsel van
gemiddelde grootte, waarin het zonnestelsel zich bevindt. Vanaf de Aarde zien we de
Melkweg van binnenuit als lichtende band die de hemel omspant, mits het donker
genoeg is. Door lichtvervuiling is de Melkweg op sommige plaatsen moeilijk of niet
meer te zien. Het houdt circa 200 miljard sterren door de zwaartekracht in zijn stelsel.

Het is voor astronomen niet gemakkelijk geweest zich een beeld te vormen van de
structuur van de Melkweg, want de Aarde maakt er zelf deel van uit. Ook wordt ons
zicht op grote delen ervan verhinderd door interstellaire stofwolken (absorptienevels).
Na veel observatie en modelvorming is men er uiteindelijk toch in geslaagd zich een
redelijk nauwkeurig beeld te vormen van deze structuur. Onderzoek naar de structuur
van de Melkweg werd onder meer gedaan door William Herschel, Jacobus Cornelius
Kapteyn en Jan Hendrik Oort.
Van opzij ziet de Melkweg eruit als een schotel (de galactische schijf) met een verdikte
kern (de centrale verdikking). De galactische schijf heeft een diameter van 100 000 -
120 000 lichtjaren;[3][4] de dikte is buiten de centrale verdikking ongeveer 3000
lichtjaren. De Melkweg is samengesteld uit ten minste 200 miljard sterren (recentere
schattingen spreken zelfs van rond de 400 miljard sterren), waarvan het grootste deel
zich in de schijf bevindt.
Het stelsel bevat oude en nieuwe sterren, stof en moleculaire gaswolken. Het bestaat
uit een centrale verdikking (bulge), een schijf met vier grote en enkele kleinere
'spiraalarmen' en een halo.
De centrale verdikking van de Melkweg is waarschijnlijk balkvormig en is geelwit van
kleur. Hij heeft een diameter van ongeveer 20 000 lichtjaar en een dikte van ongeveer
6000 lichtjaar en bevat naar schatting 50 miljard sterren in een dichte concentratie.
In het centrum van de Melkweg bevindt zich hoogstwaarschijnlijk een superzwaar
zwart gat, Sagittarius A*. Dit is echter niet erg actief, want - in tegenstelling tot de
situatie in de galactische schijf - is er in het centrum weinig interstellair gas
overgebleven.
De galactische schijf wordt gevormd door diverse spiraalarmen, plaatsen waar de
dichtheid van sterren (en vooral die van jonge, lichtkrachtige sterren) groter is dan
elders. De Melkweg heeft vier hoofdarmen en minimaal twee kleine armen. De vier
hoofdarmen zijn de Sagittariusarm, de Perseusarm, de Cygnusarm en de
Centaurusarm. Het zonnestelsel bevindt zich in een van de kleinere armen, de
Orionarm. De armen bestaan uit stofwolken, nevels, jonge en oude sterren.

, Pagina 4 van 44
Geobserveerde en geëxtrapoleerde structuur van de spiraalarmen van onze Melkweg
De halo is een 'bolvormige ruimte' om de Melkweg heen. Daarin bevinden zich relatief
kleine bolvormige sterrenhopen, elk bestaande uit zo'n 100 000 zeer oude sterren.
Door spectraalanalytisch onderzoek ontdekten astronomen dat de samenstelling van
die sterren verschilt van die van de galactische schijf. Men spreekt hier van
zogenaamde Populatie II sterren. Ook de sterren van de centrale verdikking behoren
voor het grootste deel tot dit type.
De laatste jaren is onder astronomen het vermoeden gerezen dat er zich in de halo
veel meer materie bevindt dan die van de enkele honderden bolvormige
sterrenhopen. De snelheid waarmee sterren rond het centrum van de Melkweg
draaien neemt niet af met de afstand, hetgeen doet vermoeden dat de massa niet
grotendeels in centrale verdikking en schijf geconcentreerd is, maar min of meer
gelijkelijk verspreid is over de halo, die zich dan bovendien over een veel grotere
afstand zou uitstrekken dan men tot dusverre meende. Ook zou een dergelijke
massaverdeling beter begrijpelijk maken dat het stelsel überhaupt stabiel is.
Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van de theorie van de donkere materie, een vorm
van materie, die geen licht uitzendt of absorbeert en behalve door gravitatie
nauwelijks interactie heeft met "gewone" materie. Het is niet onwaarschijnlijk dat de
massa van deze "donkere materie" 10 maal zo groot is als die van de "zichtbare
materie". Het bestaan van deze vorm van materie is echter nog niet aangetoond; het
is een van de grote mysteries van de astrofysica.
Het zonnestelsel bevindt zich in de galactische schijf, ongeveer halverwege het
centrum en de rand van de Melkweg. Er is sprake van differentiële rotatie, wat wil
zeggen dat de Melkweg niet als een wiel om haar centrum draait, maar dat
omloopsnelheid van objecten in het stelsel afneemt naarmate zij verder van het
centrum verwijderd zijn.[2] Aan de hand van de relatieve bewegingen van een groot
aantal sterren wordt geraamd dat onze Zon met een snelheid van ongeveer 220 km/s
rondom het centrum van de Melkweg draait en één omwenteling voltooit in ongeveer
220 miljoen jaar. Hieruit kan, aan de hand van de zwaartekrachtswet van Newton,
worden berekend dat de massa van het stelsel die zich binnen de baan van onze Zon
bevindt ongeveer 90 miljard zonnemassa bedraagt. De totale massa is ongetwijfeld
nog veel groter.
Met behulp van de Fermi Gamma-ray Space Telescope zijn twee enorme gasbellen
ontdekt van ieder 25 000 lichtjaar doorsnede, die zich loodrecht op het vlak van de
Melkweg bevinden en vanuit het centrum lijken te zijn uitgestoten. [5] Mogelijk gaat het
hier om overblijfsels van uitbarstingen van het supermassieve zwarte gat. Ook kunnen
ze zijn gevormd bij een geboortegolf van zware sterren dicht bij het centrum van de
Melkweg. Het feit dat de gasbellen scherp begrensd zijn en niet uitgewaaierd, doet
vermoeden dat ze pas enkele miljoenen jaren geleden zijn ontstaan.

De aarde ligt diep in een van de armen, op 32.000 lichtjaar van het centrum.

Een lichtjaar, symbool lj, (Engels: light-year, symbool ly) is een lengtemaat die wordt
gebruikt in de astronomie en kosmologie. Een lichtjaar is de afstand die licht in
vacuüm aflegt in een periode van één jaar volgens de juliaanse kalender. Een lichtjaar
is dus geen eenheid van tijd, zoals de naam suggereert.
Om precies te zijn is een lichtjaar gedefinieerd als de afstand die een foton zou
afleggen in vrije ruimte, oneindig ver weg van elk zwaartekrachtsveld en magnetisch
veld in één juliaans jaar (365,25 dagen van elk 86 400 seconden). Doordat de
lichtsnelheid in vacuüm per definitie exact gelijk is aan 299 792 458 meter per
seconde is een lichtjaar exact gelijk aan 9 460 730 472 580 800 meter,[1] dus afgerond
9461 biljoen meter ofwel 9,46 biljoen kilometer. Een lichtjaar is ook ongeveer gelijk
aan 63 241 astronomische eenheden (AE).
Het lichtjaar wordt vaak gebruikt om de afstand tot sterren, sterrenstelsels en andere
objecten in het heelal aan te duiden. In de astronomie wordt voor zulke afstanden
echter vaker de parsec gebruikt, die gedefinieerd is als de afstand op welke een object

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AndriesClaes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €17,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71498 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€17,39
  • (0)
  Ajouter