Samenvatting Sociale en Fiscale wetgeving
1. De wet op de arbeidsovereenkomsten
1.1 Het begrip arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt
in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
De vier essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst zijn : de overeenkomst, de arbeid,
het loon en het gezag van de werkgever. Deze vier elementen samen onderscheiden de
arbeidsovereenkomst van andere arbeidsgerelateerde overeenkomsten.
• De arbeid: Het voorwerp van de arbeidsovereenkomst is het verrichten van arbeid. De
werkgever verbindt er zich toe arbeid te verscha en en de werknemer verbindt er zich toe het
hem toevertrouwde werk zorgvuldig en nauwkeurig te verrichten. Onder arbeid verstaat men
de arbeidsprestaties die iemand onder gezag van een ander verricht en waarvoor hij een
compensatie ontvangt.
• De overeenkomst: Een arbeidsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst. Dit houdt in
dat er twee partijen zijn die tegenover elkaar verplichtingen opnemen. Bij een
arbeidsovereenkomst is dat het onder gezag verrichten van arbeid door de werknemer en het
betalen van loon door de werkgever. Een arbeidsovereenkomst komt pas tot stand wanneer
beide partijen daartoe hun toestemming geven. Die toestemming kan ook mondeling zijn.
• Het loon: Loon, in de algemene betekenis van de Arbeidsovereenkomstenwet, is de
tegenprestatie van de arbeid die ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst wordt
verricht. Zonder loon kan er geen sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Het
overeengekomen loon moet bepaald zijn (bv. een vast maandloon) of bepaalbaar zijn (bv.
stukloon, uurloon, commissieloon).
• Het gezag: Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is vereist dat de werknemer zijn
arbeid verricht in een verhouding van ondergeschiktheid aan de werkgever. Zonder
gezagsverhouding kan er dus geen arbeidsovereenkomst zijn. Werken onder gezag is wat de
werknemer onderscheidt van de zelfstandige.
1.2 Geldigheids- en vormvoorwaarden van de
arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst moet - zoals elke andere overeenkomst - beantwoorden aan de
geldigheidsvoorwaarden die in het burgerlijk recht zijn bepaald. Voor de geldige totstandkoming
van een arbeidsovereenkomst is in beginsel dan ook vereist dat:
• de partijen bekwaam zijn om een overeenkomst aan te gaan;
• de partijen geldig hun toestemming geven;
• de verbintenis een bepaald voorwerp als inhoud heeft;
• de oorzaak van de verbintenis geoorloofd is.
Voor de geldigheid van een arbeidsovereenkomst is in beginsel geen geschrift vereist, waardoor
het principieel dus mogelijk is om een arbeidsovereenkomst mondeling aan te gaan. In de praktijk
wordt nochtans vaak een geschrift opgesteld. Dit is immers aangewezen om eventuele
bewijsproblemen te vermijden.
In een aantal gevallen is een geschrift echter wel verplicht.
Als de partijen een arbeidsovereenkomst opstellen, dan hebben ze de keuze tussen een
arbeidsovereenkomst in papieren of elektronische vorm.
ff
,1.3 Soorten arbeidsovereenkomsten
1.3.1 Indeling op basis van het verrichte werk
De wetgeving over de arbeidsovereenkomsten maakt een onderscheid volgens de aard van de
arbeid:
• De arbeiders voeren hoofdzakelijk handenarbeid uit.
• De bedienden voeren hoofdzakelijk hoofdarbeid uit.
Verschillen
• De duur van de proefperiode is korter voor de arbeiders.
• De opzeggingstermijn is bij bedienden over het algemeen langer.
• De duur van het gewaarborgd loon in geval van ziekte of ongeval is langer bij bedienden.
• De begrippen technische werkloosheid en economische werkloosheid hebben alleen
betrekking op arbeiders.
• De regels rond jaarlijkse vakantie verschillen: voor de arbeiders wordt het vakantiegeld
betaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (externe link)
(RJV), voor de bedienden door de werkgever.
• De datum waarop het loon uitbetaald wordt, verschilt.
1.3.2 Indeling op basis van de duur van de
arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomsten variëren in duur en inhoud. We onderscheiden:
• de overeenkomst voor onbepaalde tijd, waarin het einde van de tewerkstelling niet vastgelegd
is
• de overeenkomst voor bepaalde tijd, waarin het begin en het einde van de tewerkstelling
vastgelegd zijn
• de overeenkomst voor uitzendarbeid, waarin een uitzendkracht een overeenkomst sluit met
een uitzendbureau om tegen verloning bij een gebruiker tijdelijke arbeid uit te voeren
• de overeenkomst voor duidelijk omschreven werk, waarin het einde van de tewerkstelling
overeenkomt met de voltooiing van het werk
• de vervangingsovereenkomst, waarin de identiteit en de functie van de vervangen persoon
vermeld zijn, en ook de reden en de duur van de overeenkomst
1.3.3 Indeling op basis van de omvang van de arbeidsprestatie
Voltijdse arbeidsovereenkomst
Tenzij anders is bepaald, wordt een arbeidsovereenkomst voltijds gesloten, dus voor de
(wekelijkse) maximale werkduur van de onderneming.
In principe is de normale werkduur 38 uur per week (gemiddeld, op jaarbasis). Deze duur kan wel
verminderd worden door overeenkomsten afgesloten op het niveau van bepaalde sectoren of op
het niveau van de onderneming.
Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid
Deeltijdse arbeid is arbeid die vrijwillig en regelmatig gedurende een kortere tijd dan de normale
arbeidsduur in de onderneming wordt verricht.
De arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid moet schriftelijk vastgelegd worden, ten laatste op
het ogenblik waarop de werknemer de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst start. In deze
arbeidsovereenkomst moeten de halftijdse arbeidsregeling en het afgesproken werkrooster
vermeld worden. Het werkrooster kan variabel zijn.
In principe kan de duur van de prestaties van een werknemer in deeltijdse arbeid niet minder zijn
dan 33 %.
,1.4 Belangrijke bepalingen in een arbeidsovereenkomst
Het concurrentiebeding is het beding waarbij de werknemer de verbintenis aangaat bij zijn
vertrek uit de onderneming geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij door zelf een
onderneming uit te baten, hetzij door in dienst te treden bij een concurrerende werkgever,
waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming die hij verlaten heeft, nadeel te berokkenen
door de kennis, die eigen is aan die onderneming en die hij op industrieel of handelsgebied in die
onderneming heeft verworven, voor zichzelf of ten voordele van een concurrerende onderneming
aan te wenden.
Voor werknemers die minder dan een bepaald bedrag verdienen is een concurrentiebeding niet-
bestaand.
Met de wet op het eenheidsstatuut werd (per 1 januari 2014) ook het proefbeding afgeschaft. Dit
was een beperkte proefperiode vanaf de start van de arbeidsovereenkomst, die de werkgever
toeliet de werknemer te beoordelen en eventueel een einde te maken aan de overeenkomst. Wel
voorziet de wet nog in een proeftijd voor interimarbeiders en studenten.
Een scheidsrechterlijk beding is een clausule in de arbeidsovereenkomst waarin de werkgever
en de werknemer er zich toe verbinden om geschillen met betrekking tot de arbeidsovereenkomst
voor te leggen aan scheidsrechters (arbiters) en dus te onttrekken aan de bevoegdheid van de
arbeidsrechtbank.
1.5 Verplichtingen van de partijen
Algemene verplichtingen van de werknemer
De werknemer is verplicht:
• zijn werk zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig te verrichten op de tijd, plaats en wijze zoals is
overeengekomen
• te handelen volgens de bevelen en de instructies die hem worden gegeven door de
werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden, met het oog op de uitvoering van de
overeenkomst
• zowel gedurende de overeenkomst als na het beëindigen daarvan, zich ervan te onthouden
fabrieksgeheimen, zakengeheimen of geheimen in verband met persoonlijke of
vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de uitoefening van zijn beroep kennis kan
hebben, bekend te maken of daden van oneerlijke concurrentie te verrichten of daaraan
mede te werken. Na het einde van de overeenkomst kan concurrentie tegenover de ex-
werkgever verboden worden indien ze in strijd met een concurrentiebeding wordt
bedreven.
• zich te onthouden van al wat schade kan berokkenen aan zijn eigen veiligheid, aan die van
zijn medewerknemers, van de werkgever en van derden.
• het hem toevertrouwde arbeidsgereedschap en de ongebruikte grondsto en in goede staat
aan de werkgever terug te geven.
ff
, Algemene verplichtingen van de werkgever
De werkgever is verplicht:
• de werknemer te doen arbeiden op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen,
inzonderheid door het ter beschikking stellen van de voor de uitvoering van het werk
nodige hulp, hulpmiddelen en materialen.
• te zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de
veiligheid en de gezondheid van de werknemer en dat hem bij een ongeval de eerste hulp
verstrekt kan worden.
• het loon te betalen op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen.
• de werknemer behoorlijk te huisvesten en gezond en voldoende voedsel verstrekken
ingeval hij de verbintenis heeft aangegaan om hem kost en inwoning te verscha en.
• de werknemer de nodige tijd te geven om zijn geloofsplichten, evenals zijn burgerlijke
verplichtingen die uit de wet voortvloeien te vervullen.
• de nodige zorg en aandacht te wijden aan het onthaal van de werknemers en van de
jeugdige werknemers in het bijzonder.
• te zorgen voor het arbeidsgereedschap dat aan de werknemer toebehoort evenals voor de
persoonlijke voorwerpen die door deze laatste in bewaring moeten worden gegeven; in
geen geval mag de werkgever dat arbeidsgereedschap of die persoonlijke voorwerpen
weigeren terug te geven.
1.6 Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
Een schorsing is een tijdelijke onderbreking; voorlopig of tijdelijk verbod om ambt waar te nemen.
Oorzaken van schorsing zijn;
• Overmacht
• Ziekte en ongeval
De uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt geschorst gedurende de periode van
arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van ziekte of ongeval. Op de werknemer rusten
een aantal verplichtingen in dit kader. In principe behoudt de werknemer zijn recht op loon
gedurende een welbepaalde periode
• Arbeidsongeval en beroepsziekte
• De onvolledige arbeidsdag
• Jaarlijkse vakantie
De jaarlijkse vakantie, zowel de collectieve (sluiting van de onderneming gedurende deze
periode), als de individuele, schorst de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De
wetgeving kent een aantal vakantiedagen toe aan de werknemer onder bepaalde
voorwaarden. De werknemer heeft gedurende deze periode in principe recht op
vakantiegeld. De modaliteiten van toekenning verschillen naargelang de werknemer
werkman dan wel bediende is.
• Moederschapsverlof
• Geboorteverlof
• Adoptieverlof
• Verlof om dwingende reden
• Kort verzuim (of klein verlet)
Een werknemer heeft het recht om met behoud van het loon bij een aantal
omstandigheden, van het werk afwezig te blijven. Deze korte periodes van afwezigheid
worden "klein verlet", of "kort verzuim" genoemd.
Ze kunnen worden gebruikt bij sommige familiale gebeurtenissen, zoals een huwelijk of
een overlijden, of om bepaalde burgerlijke verplichtingen te vervullen.
• Tjidskrediet
Via het systeem van tijdskrediet kunt u als werknemer in de privésector gedurende een
bepaalde periode minder of helemaal niet werken om voor iemand te zorgen of om een
opleiding te volgen.
ff