Psychoanalytische therapie Les 8
College 8
Recapitulatie en inleiding
Zoals aangekondigd gaan we vandaag gaan we niet veel nieuws zien. We gaan alles herhalen wat we in de vorige lessen
over de Graphe gezegd hebben omdat we dan vlot in de komende, laatste colleges écht kunnen kijken hoe we aan de hand
van de Graphe, die dus de structuur van de subjectieve ervaring voorstelt, ons kunnen voorstellen hoe je als analytisch
therapeut moet werken en welke concrete interventies je kan stellen.
Theorie college 8: herhaling vorige lessen
De twee kettingen van betekenaars
De alomtegenwoordigheid van taal/spreken.
Inhoud en stijl van taal/spreken.
Ketting van inhoudelijke elementen (communicatieve functie van taal/ informatieoverdracht)
Ketting van stilistische elementen (evocatieve functie van taal/ iets oproepen, iets present stellen/ expressieve
functie van de taal, iets van zichzelf uitdrukken)
Dus vandaag niet veel nieuws, maar in het begin ga ik wel iets vertellen over twee verschillende aspecten, functies van de
taal die eigenlijk nog niet expliciet in de vorige colleges werden verteld en die behulpzaam kunnen zijn om die Graphe meer
in zijn totaliteit te vatten.
Dus het is herhaling, het gaat er iets losser aan toe gaan. Nogal wat mensen hebben per e-mail vragen naar mij
doorgemaild, dat is zeer goed maar ook tijdens de les, voel jullie vrij! In mijn tijd, toen ik nog student was, schreven we
soms vragen op een papier en gaven we die naar voren door, dat is soms laagdrempeliger voor mensen om vragen te
stellen, dus doe gerust maar houd jullie zeker niet in om tijdens de herhaling, tijdens de les vragen te stellen als je wil.
Die twee aspecten van de taal waarop ik daarnet al alludeerde, dat is heel eenvoudig. Het betreft, op de meest naïeve
manier verwoord, de inhoudelijke en stilistische kant van de taal die ik eventjes wil toelichten. Je kan eigenlijk in de taal
twee aspecten onderscheiden, een inhoudelijke kant die eigenlijk de communicatieve functie dient, die eigenlijk als
bedoeling heeft om informatie over te dragen, heel vaak wordt taal daartoe herleid; wordt taal herleidt tot een medium dat
de functie heeft om te communiceren, maar dat is eigenlijk als je kijkt naar alle grote taaltheoretici, dan ga je niemand
vinden die daarmee akkoord is. De informatieoverdracht is één functie van de taal, daarnaast heb je er nog een aantal
andere. Eén van de andere functies, naast de communicatieve functie de belangrijkste, is de zogenaamde evocatieve
functie van de taal, die eigenlijk samenhangt met de stijl van spreken. Je kan hetzelfde, puur op het niveau van
informatieoverdracht, kan je hetzelfde op zeer veer verschillende manieren zeggen. Je kan dezelfde informatie op stilistisch
zeer verschillende manieren overdragen. Waarom heet dat, je zou kunnen zeggen die stilistische kant van de taal, dat
aspect van stijl dat in de taal zit, waarom heet dat soms ook de evocatieve functie van de taal, dus letterlijk vertaalt, een
meer gangbaar woord voor ‘evoceren’ is ‘iets oproepen’. Door de stijl roep je iets op, iets dat niet expliciet in de boodschap
vervat zit, in de inhoud van de taal vervat zit maar toch evoceert het iets. De stijl evoceert iets, roept iets op, stelt iets
present, drukt iets uit. Ik heb daar twee voorbeelden van gegeven:
1