In dit document vindt je de volledige histologie samenvatting van het vak histologie en histopathologie.
Het omvat de hoofdstukken:
- Hart en circulatie
- lymfoide organen
- nier en urinewegen
- long en ademhaling
- mondholte
- slokdarm en maag
- dunne- en dikke darm
- speekselklieren, p...
HART EN CIRCULATIE
HET CIRCULATIESTELSEL (HART, BLOEDVATEN EN LYMFEVATEN)
Functie hart en bloedvaten
× Transport zuurstof en voedingsstoffen
× Transport kooldioxide en afvalstoffen
× Transport hormonen (kleine concentraties kunnen over grote afstanden vervoerd worden)
× Transport immunocompetente cellen (afweer) en eiwitten
× Transport warmte (thermoregulatie)
× Systeem van bloedstolling
× Pompsysteem
Functie lymfevaten
× Drainage lichaamsvocht (defect kan leiden tot oedeem)
× Transport immunocompetente cellen en eiwitten (immunoglobulinen en antilichamen)
Ter hoogte van de capillairen
× Treedt aan arteriële zijde meer vocht uit bloedbaan dan aan veneuze zijde terug naar binnen treedt
× Vocht dat overblijft wordt (in normale omstandigheden) via de lymfevaten gedraineerd.
× Vocht gaat via blind eindigende lymfevaten naar grotere lymfevaten (ductus lymfaticus dex/sin)
× Deze monden thv vena subclavia uit in de bloedbaan
Op zowel de bloedbaan als lymfebanen zijn er filters aanwezig:
× Bij de lymfebanen zijn dit de lymfeknopen
× Bij de bloedbaan is dit de milt
HART
ALGEMEEN
We onderscheiden 2 atria en 2 ventrikels
à Atriaal en ventriculair syncytium (syncytium = meerdere cellen smelten samen en gaan als 1 geheel werken)
We hebben een geleidingssysteem zodat het hart op een correcte manier samentrekt dat bestaat uit:
× Sinatriale knoop (= sinusknoop) knoop
× Atrioventriculaire knoop
× Bundel van His
× Purkinjevezels (NIET purkinjecellen, deze in cerebellum), zijn gemodificeerde hartspiervezels
De innervatie is autonoom, we hebben zowel een ortho- als parasympaticus en enkele sensibele banen. Voor
de interne regulatie hebben we baroreceptoren (meten bloeddruk) en chemoreceptoren (meten de niveaus
van zuurstof, pH en CO2)
1
, HOOFDSTUK HART EN CIRCULATIE
ANATOMIE EN HISTOLOGIE
Zuurstofarme bloed komt toe via de vena cava (inferior en superior).
Vervolgens door rechter atrium en ventrikel (atrioventriculaire klep) naar pulmonaire arterie (met pulmonale
klep) om vervolgens naar de longen te worden getransporteerd.
Daar wordt bloed van zuurstof voorzien en komt het terug via de pulmonaire venen naar het linker atrium en
ventrikel (atrioventriculaire klep). Hierna gaat het via de aorta (met aortaklep) naar de grote bloedsomloop.
Wand linkerventrikel (grote bloedsomloop) veel dikker dan de rechter (kleine bloedsomloop) (zie LM beeld)
Hart zelf gelegen in pericard (= hartzakje) welke bekleed is met visceraal (binnenzijde) en pariëtaal (buitenzijde)
blad met ertussen de pericardiale ruimte welke gevuld is met vocht.
Bekleding pericardiale ruimte is zowel aan viscerale- & pariëtale zijde met mesotheelcellen (= afgeplatte cellen)
met daaronder dun losmazig BW. Aan pariëtale zijde hebben we nog een dense fibreuze laag die het gehele
hartzakje zal bekleden.
Hartwand is opgebouwd uit 3 lagen:
1) Endocard (= aflijning lumen, buitenzijde) bestaat uit endotheel (aflijnen lumen) met eronder dun
subendotheliaal laagje van losmazig collageen BW.
2) Myocard (dikste laag) welke bestaat uit hartspiercellen
3) Epicard (binnenzijde) BW terug te vinden en afgelijnd met mesotheelcellen vh viscerale blad
De hartspiercellen zijn korte, dwarsgestreepte en vertakte cellen. (zie algemene histologie: hartspierweefsel)
Thv de verticale grens tussen hartspiercel 1 en 2 hebben we de intercalaire schrijven (trapstreping) waar we vnl
mechanische juncties (desmosomen, macula adhearens) hebben. Bij de horizontale grenzen hebben we vnl
communicatiejuncties (= gap junctions (nexusverbindingen)).
Verder hebben we ook nog focale adhesiepunten waar er aanhechting is van intermediaire filamenten.
Centraal hebben we 1 of 2 kernen per cel en we vinden algemeen sarcomeren/myofilamenten terug.
Tussen de hartspiercellen hebben we een zeer uitgebreid capillair netwerk. We zien dat er buisvormige
instulpingen zijn van het sarcolemma (T-tubuli, meerdere samen noemen we het transversale systeem, het zijn
GEEN organellen).
Ze zijn aan 1 zijde geflankeerd door verbrede cisternen van het SR. We spreken hier van diaden. Ze zorgen voor
het gelijkmatig contraheren van de cellen. Dit gebeurt doordat de depolarisatie nu niet enkel aan de periferie
zal plaatsvinden maar ook centraal
Skeletspierweefsel Hartspierweefsel
(ventriculair syncytium = ventrikels)
Meerkernig 1 (2) kernen
Wandstandige kernen Centraal gelegen kern
Triaden Diaden
Goed gevasculariseerd Zeer rijk gevasculariseerd
Mitochondria = 2-8% cytoplasma Mitochondria = 23% cytoplasma
2
, HOOFDSTUK HART EN CIRCULATIE
HARTSPIERWEEFSEL: ATRIAAL SYNCYTIUM (ATRIA)
× Eén (twee) kernen
× Centraal gelegen kern, vertakte cellen (cfr intercalaire schijven)
× T-systeem is beperkt ontwikkeld (diaden thv Z-lijn ↔ triaden thv grens A/I-band in skeletspier)
× Frequente aanwezigheid van gap junctions
× Atriale granulen die natriuretrische factor (ANF) bevatten:
o Bloeddruk verlagend (antagonist van vasopressine en angiotensine II)
o Elektrolietenhuishouding (voorkomt reabsorptie van Na en H2O; stimuleert diuresis en
natriuresis en voorkomt aldus hypervolumie en hypertensie wat zou leiden tot hartfalen)
Diurese: afscheiding van urine natriurese: afscheiding van zouten met de urine
hypervolumie: hoger volume hypertensie: verhoogde bloeddruk
GELEIDINGSSYSTEEM
1) Nodus sinuatrialis (sinusknoop van Keith-Flack)
× Subepicardiaal gelegen (maw vrij perifeer)
× Thv overgang vena cava cranialis in RA (=rechter atrium)
2) Nodus atrioventricularis (van Aschoff-Tawara)
× Subendocardiaal gelegen (maw meer centraal)
× In laagste deel van interatriaal septum
3) Fasciculus atrioventricularis (bundel van His)
× Ontspringt uit atrioventriculaire knoop
× Doorboort het atrioventriculair septum en spiltst in crus dexter & crus sinister. (crus = tak)
× Beide takken verlopen endocardiaal of oppervlakkig in myocard aan weerszijden vh
interventriculair septum en rafelen uit in de vezels van Purkinje.
We vinden enkele cellen terug
1) Nodale cellen
× Liggen in beide nodi en in begin van fasciculus
× Zijn gemodifieerde hartcellen, kleiner, rijker aan glycogeen
× Hebben onduidelijker intercalaire schijven, onduidelijke dwarsstreping
× Zijn niet altijd van BW-cellen (fibroblasten) te onderscheiden
× Vormen weinig georiënteerd netwerk
2) Vezels van Purkinje (¹ cellen van Purkinje!!)
× Liggen in beide crura & eindvertakkingen
× Zijn zwaarder dan gewone hartspiercellen
× Centrale zone cel rijk aan glycogeen & MT (blekere aankleuring dr verhoogde # glycogeen)
× Myofibrillen enkel perifeer (door opstapeling glycogeen)
× Hebben onduidelijke intercalair schijven
× Hebben geen transversaal tubulair systeem
Roos cytoplasma Blauw = BW
3
, HOOFDSTUK HART EN CIRCULATIE
Zie slide 17: fibrosis within the old human SAN (sinoatrial node)
Sinusknoop bij oudere persoon bevat meer BW, wat pomp(F) kan beïnvloeden.
Daarnaast zien we ook het vervetten van het hart.
Zie slide 18: Nodale cellen nodus sinuatrialis (links) En in nodus atrioventricularis (rechts)
Volledig links: normale hartspiercellen
Kader: geleidingssysteem met purkinjevezels (grotere blazige cellen) à Hebben weinig myofibrillen, zijn rijk
aan glycogeen (daarom lichter gekleurd), veel MT en meer verspreide nexus verbindingen
INNERVATIE
1. Parasympathicus (vertraging) N. vagus
2. (Ortho)sympathicus (versnelling) Sympathische ggl thv T1-T4)
3. Sensibele innervatie (pijn- en stretchvezels)
REGULATIE: BARO- EN CHEMORECEPTOREN (ZIE SLIDES 25-27)
Baroreceptoren: Bloeddruk (meestal vrije zenuwuiteinden op BV)
Chemoreceptoren: O2 – CO2 – pH
1. Carotis sinus en -lichaampje: baro- en chemoreceptorbodies, geïnnerveerd door n. glossopharyngeus
2. Aortaboog: baro- en chemoreceptorbodies, geïnnerveerd door n. vagus
Carotis- en aortic bodies bevatten glomuscellen (2 types) die gewaarwording registreren.
- Type I (glomus) cellen (paars): secreterende sensorische neuronen
- Type II (glomus) cellen (geel): eerder ondersteunende functie (vglbaar met glia cel)
- Afferente- en efferente vezels
Hypoxie: tekort aan zuurstof
Hypercapnie: verhoogde CO2 à pH daalt à zuurder milieu
à ionenkanalen worden beïnvloed
Acidose: verlaagde pH (verhoogde zuurtegraad)
Fysiologische in vitro metingen
Bij alle 3 zullen K-kanalen sluiten wat zorgt voor depolarisatie
à vrijstelling Ca in cel à vrijstelling neurotransmitter
à singaal nr hersenen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentBi0med. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.