lOMoARcPSD|17965182
HOOFDSTUK 1 : DIDACTISCH HANDELEN
1. COMPONENTEN VAN HET DIDACTISCH MODEL
Om leerlingen tot effectief leren te brengen -> krachtige onderwijsleersituatie
DIDACTISCH MODEL
Doelstellingen : hetgene wat je tijdens de les met de leerling wil bereiken
Beginsituatie : wie zijn deze leerlingen en wat kunnen ze al ?
Beide uniek
Wisselwerking tussen beginsituatie en doelstellingen
: beginsituatie beinvloedt keuze van de hoeveelheid doelen die je wil bereiken
: het bereiken van de doelstellingen zorgt dat de beginsituatie telkens verandert
1.1 Doelstellingen
= waardevolle en gewenste gedragsveranderingen bij de leerlingen als gevolg van leerervaringen
= een afbakening van wat je wilt dat de leerlingen op het einde van de les kennen of kunnen
Je stelt doelen op die je wil bereiken met activiteit. Als je doelen vooraf maakt zijn ze richtgevender in les
Afhankelijk van het soort leerproces dat je bij de leerling wil bereiken, zal je andere doelen vooropstellen
- Psychomotorische doelen
: uitvoeren van handelingen, verwerven van automatismen ( schrijven, zwemmen, passer, geodriehoek)
- Dynamische affectieve/ sociaal affectieve doelen
: vorming van intresses, waardekeuzes, houdingen
: vorming van percepties, gevoelens over zichzelf, eigen kunnen, relaties met anderen
- Cognitieve doelen
: kennis, inhoud en oplossingsmethodes
1.2 Beginsituatie
= alle factoren die een invloed hebben op de keuze van je doelstellingen en op het lesgebeuren zelf
( zowel aspecten van de leerling als van klasgroep )
We delen aspecten in
- Niveau : welke kennis, vaardigheden, attitudes beheersen leerling/klasgroep ivm lesonderwerp
- Leerprofiel : leertempo, wijze waarop leerling het best leerinhoud opneemt
- Interesse : voorkeur, motivatie om te werken aan doelen
1.3 Didactische principes
= noodzakelijke kenmerken van het didactisch handelen
= grondbeginsels, algemene voorschriften, krachtlijnen, vuistregels
= geven leerkrachten een houvast om leerlingen op efficiente, effectieve manier tot leren te brengen
Verschillende didactische principes
- motivatieprincipe - aanschouwelijkheidsprincipe - herhalingsprincipe
- activiteitsprincipe - individualiseringsprincipe - realiteitsprincipe
- geleidelijkheidsprincipe - variatieprincipe
, lOMoARcPSD|17965182
1.4 Didactische werkvormen
= manieren waarop het onderwijsproces op gang wordt gebracht en gehouden
= handelingen, activiteiten van leerkracht samen met de leerling ( gericht op bereiken van leerdoel)
= werkvorm ≠ doel maar een MIDDEL om doel te bereiken
Je werkvorm is afhankelijk van
- leeftijd - beschikbare ruimte - soort doel die je wil bereiken - voorkennis
- tijd - grootte klasgroep - wijze van leren van klasgroep
Verschillende soorten didactische werkvormen
Aanbiedende werkvormen
: leerkracht vanvoor ( leerkrachtgestuurd ) en ll moeten aandachtig zijn
: uitleggen, doceren, vertellen, demonstratie
Gespreksvormen
: tweerichtingsverkeer ( leerkracht en leerling brengen info, ideen, ervaringen)
: bv : onderwijsleergesprek, kringgesprek, discussie
: leerkracht is 1 van de participanten in het leerproces
: centraal -> praten en overleggen
Opdrachtvormen
: leerkracht geeft taken of opdrachten aan de leerlingen ( verwerken leerinhoud zelfstandig)
: rol van leerkracht -> begeleiden en evalueren
: bv : spelvormen,oefening in werkboek, tekst schrijven, schema maken, huiswerk
Complexe werkvormen
: competenties&vaardigheden door llk toegepast worden (leerwandeling, excusie, projectwerk )
1.5 Leerinhoud en leerstof
Leerinhouden : wat de leerlingen moeten leren om doelen te bereiken (bv: tafel van 7 )
Leerstof : middel dat gebruikt wordt om leerinhoud te bereiken ( bv : oefeningen op tafel van 7 ) Vervangbaar !!!
1.6 Leermiddelen
= materiele hulpmiddelen die llk of ll gebruiken om onderwijs- en leeractiviteiten efficient te laten verlopen
- prenten - foto’s - fimfragment - gedichtenbundel
- passer - atlas - plant - bordschema
1.7 Evaluatie
= de resultaten van het leerproces bekijken en waarderen op basis van vooropgestelde doelen
Breed evalueren
- niet eenzijdig kijken naar cognitieve doelen maar ook naar andere doelen
- evalueren maakt deel uit van leerproces, focus ligt op begeleiden van de leerlingen
- leerlingen krijgen actieve rol bij evalueren ( zelfreflectie )
Functies verbonden aan evaluatie
o Formatieve functie : zowel llk als ll leert uit evaluatiemoment
llk : word geinformeerd over zijn onderwijspraktijk en kan zo aanpassingen doen
ll : krijgt zicht op eigen leerproces en zoekt hoe hij kan evolueren
o Summatieve functie : eindoordeel over leerprestaties ( attest, diploma)
, lOMoARcPSD|17965182
1.8 Professionele identiteit
= hoe je jezelf als leerkracht ziet/ wilt zijn
5 aspecten
1. Zelfbeeld : beeld dat je over jezelf hebt - zelfperceptie - feedback
2. Zelfwaardegevoel : mate waarin tevreden over je werk (zelfperceptie, anderen)
3. Beroepsmotivatie : drijfveren om te kiezen voor het beroep
4. Taakopvatting : wat je moet doen om het gevoel te hebben dat je goed werk levert
5. Toekomstperspectief : verwachtingen over beroepssituatie in toekomst
1.9 Maatschappij en mensbeeld
Verschillende maatschappelijke evoluties en visies op de mens en maatschappij zijn bepalend voor het pedagogisch
didactisch handelen.
Wat is een maatschappij en mensbeeld : denkbeelden over menszijn en samenleving
Mensbeeld
geheel van opvattingen over humaniteit, menswaardigheid over bestemming van menselijk bestaan
Maatschappijbeeld
geheel van opvattingen over sociale, economische en politieke realiteit dat de pretentie heeft van juistheid
algemene geldigheid
Onze denkbeelden zijn plaats en tijdafhankelijk
Diversiteit is de norm
Onze eigen opvattingen sluipen ook mee in onze “ onderwijsstijl “
Onderwijsstijl
: gedragsgehelen die karaktristiek zijn voor de individuele leraar en die van les tot les, klas tot klas relatief
ongewijzigd blijven
-bepalen de kwaliteit van relatie tussen llk en ll
2. RELATIES TUSSEN COMPONENTEN VAN HET DIDACTISCH MODEL
2. 1. Relatie doelstellingen en
beginsituatie
3 . Expliciet aangegeven
4 . Beginsituatie bepaalt
doelstellingen