Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 6; Kringlopen & BBP
Macro-Economie
We kijken naar de hele samenleving, land of groepen landen.
Studie van geaggregeerde grootheden – grote groepen
Doel?
▪ de economische groei bevorderen (Hoe groeit een economie, hoe wordt die
berekend?)
▪ de werkloosheid zo laag mogelijk brengen/houden
▪ en de inflatie, ook wel stijging van het algemeen prijspeil, onder controle
houden (Waarom is de inflatie slecht?, Wat doen de overheden om deze
onder controle te houden..)
Economische activiteit
Mensen en middelen die samenwerken om een productie tot stand te brengen: het bbp dat
door die mensen gevraagd wordt.
Huishoudens:
- De gezinnen: consumeren (C) en sparen (S)
- De bedrijven: investeren (I)
- De overheid: belastingen (T) en overheidsuitgave (G)
- Het buitenland: importeren (M) en geëxporteerd naar het buitenland (X)
Bruto Binnenlands Product
→ De waarde van de totale stroom afgewerkte goederen en diensten die de economie van
een land/gebied over een periode van een jaar produceert.
→ BBP = GDP (Gross Domestic Product)
→ BBP is meest gebruikte maat voor de economische activiteit
Het gaat om finale goederen, alle afgewerkte producten
Factoren die de grootte van de economische activiteit bepalen kunnen worden ingedeeld in
• Aanbodfactoren (supply-side)
• Vraagfactoren (demand-side)
Aanbodfactoren
→ Effect op productiecapaciteit
= Structurele- of langetermijnfactoren:
Bevolking, kapitaal, technologie, onderwijs
- Bevolking; Hoeveel mensen zijn er op arbeidsactieve leeftijd in Belgie?
- Kapitaal; welke infractuur is er? (Haven, bruggen, wegen, fabrieken...)
- Technologie; niveau van technologie
- Onderwijs; Hoe is het met de opleinding van de belgische bevolking (kennis,
vaardigheiden)
Facturen die bepalen hoeveel wij met z’n alle aankunnen
Vraagfactoren
→ Conjuncturele factoren
Vraag van gezinnen, bedrijven, overheid, buitenland
➔ Kunnen snel op korte termijn veranderen
, ➔ Vraag kan snel veranderen door toekomstperspectief (positieve of negatieve
beïnvloeding)
BBP is de meest gebruikte meter voor de economische activiteit, maar heeft ook zijn
beperkingen!
- Verdeling over de bevolking, vervuiling, scholingsgraad
- Ontbreken van activiteiten zoals thuisarbeid, vrijwilligerswerk
Indicatoren vanuit verschillende invalshoeken
Bbp - nominale versus reële
▪ Nominale bbp = bbp tegen lopende prijzen
▪ Reële bbp = bbp aan constante prijzen/kettingeuro’s
In jaar 1; Stel een groot land, maakt 10 speelgoedwagen.
1 wagen kost 50 euro; BBP is 500 euro
In jaar 2; In dat zelfde landje maken ze nog maar 1 speelgoedwagentje, en die verkoop dat
voor 700 euro. BBP is 700 euro
Stel je bent een buitenstaander en je krijgt de statiskieken van jaar 1 & jaar 2 en je ziet de
BBP. Je gaat denken dat het goed gaat met de economie. Puur naar de cijfers denk je dat ze
goed bezig zijn. (= Nominale BBP) Je berekent op lopende prijzen van dat jaar
Maar dat is niet de prijzen zijn fors omhoog gegaan, waardoor alleen het rijke kindje het
speelgoed heeft kunnen kopen. Dramatische sitiuatie !!!
o Minder geproduceerd, bbp stijgt, maar de prijzen zijn geëxplodeerd= enorme inflatie
o Het geeft geen zuiver beeld van hoe de economische activiteit op zich evolueert
Hoe kan je beter dat BBP bereken? Juister getal -> (= Reële bbp) bbp aan constante
prijzen/kettingeuro’s (Juister getal)
Je gaat de prijzen vast houden op een niveau van een bepaald jaar, een soort basis jaar en zo
u productie van elk jaar waarderen.Bij het voorbeedje je gaat u jaar 2 dan berekenen op 50
euro en niet 700 euro
→ Je gaat de prijzen vast houden & berekenen op een niveau van een bepaald jaar, een soort
basisjaar en zo uw productie van elk jaar waarderen
Reel: focus op productie
Nominaal: productie en verandering in prijs
Alternatieven:
Reel bbp per capita
o Als je wil vergelijken met andere landen moet je ook rekening houden met de
bevolking
o Bbp per capita: per hoofd
➔ Herleiden naar 1 inwoner (om te zien hoe welvarend de inwoners zijn)
o Het betekent dat een land met het minste inwoners het minder goed stelt, daarom
maken ze de berekening “bbp per capita”
, o Berekening bbp per capita= Reëel bbp bepaald jaar/ aantal inwoners op dat moment
Groene bbp
o Waardering van productie zoals bbp doet maar houdt rekening met de kots van de
vervuiling
HDI
o Human development index: gaat naast bbp ook kijken naar onderwijs en gezondheid
(levensverwachting)
Economische kringlopen
= een schematische weergave van de goederen- en geldstromen in een land of regio dus op
macro-economisch niveau
→ De kringloop is een abstracte voorstelling van de relaties tussen de gezinnen en bedrijven
een land. Het laat een aantal macro-economische relaties zien.
- Groot geheel? Open kringloop; vanaf het moment dat je het buitenland erbij betrekt
- Banken? Dienen als verzamelpunt voor spaargeld, danzij die reserves kunnen zij
leningen toekennen aan de overheid & bedrijven zodanig dat er geinvesteerd kan
worden.
Lekken: (geld gaat weg)
Vaak een deel sparen: S
Een stuk naar belastingen: T
Zaken die we uit het buitenland aankopen: I (import)
➔ stromen die uit de kringloop gaan
Injecties: (geld komt binnen)
Investeringen (i)
Overheidsuitgaven (G)
Export (X)
➔ Stromen die binnenkomen in de kringloop
Het BBP meten
3 Benaderingen:
- Consumptie benadering? Wat wordt er verbruikt?
= Alle goederen & diensten worden geconsumeerd in een jaar: som van de waarde
van alle finale goederen: Y= C+I+G+X-M
- Inkomensbenadering? Wat is het inkomen?
, = Alle inkomsten van 1 jaar: som van de lonen, winsten en indirecte betalingen
- Productiebenadering? Hoeveel wordt er geproduceerd?
= Alle goederen en diensten geproduceerd in 1 jaar = som van de toegevoegde
waarden van alle bedrijven & de overheid (TW; Marktprijs-Aankoopprijs)
➔ Je komt hierbij allemaal op hetzelfde resultaat
Tijdsdimensie:
- Ex Post; Na de feiten, na een bepaalde tijd, op het einde van een periode
- Ex Ante; wensen van de economische actoren voor de periode (meestal komt dit niet
uit voor de investeerders)
Consumtie benadering
- Consumptie benadering? Wat wordt er verbruikt?
= Alle goederen & diensten worden geconsumeerd in een jaar: som van de waarde
van alle finale goederen: Y= C+I+G+X-M
Y= Inkomen
C = Consumptie
I = Investeringen
- Bruto (bbp); als je de vervangingsinvestering wel meeteld, stel je machine is
versleten en je koopt hetzelfde toestel aan met dezelfde capaciteiten, geen
uitbreiding van uw capaciteit gewoon iets vervangen dat stuk is
- Netto (npb) ; als je de vervangingsinvestering niet meeteld dan spreek je van een
netto-investering
G = Overheidsbestedingen
X = Export
M = Import (Waarom min? Alles wat wij importeren is geld dat naar het buitenland gaat)
Bruto VS Netto toegevoegde waarde
Effectieve vraag= EV
→ EV = totale vraag van alle actoren
EV = C + I + G + (X-M)
- C = consumptiefunctie
- I = investeringsvergelijking
- G = overheidsuitgaven
- (X-M) = netto export
Effectieve vraag – consumptiefuncie
EV = C + I + G + (X-M)
C = f(Y)
C = cm Y + Caut