Algemene Psychologie
1.1) Definitie van psychologie
Psychologie = de wetenschap waarbij het gedrag wordt bestudeerd en gebruikt wordt om de intense processen te
begrijpen die aan de basis liggen van gedrag.
Hersenscans, onderzoeken, in het brein kijken meer te weten over hoe het brein werkt, we kunnen preciezer
observeren.
Hoeveel komt iemand in een gevecht terecht?
zijn er omstandigheden (genetische, sociale, individuele factoren die wijzen op die redenen? Zo kunnen we
mogelijks iets te weten komen over de interne processen)
Hermann Ebinnghaus = één van de pioniers van de psychologie über das gedächtnis
Korte voorgeschiedenis
Het heeft Lang geduurd voor psychologie een wetenschappelijke discipline werd, er werd wel over nagedacht.
bv. Het geheugen
Plato had een theorie: geest is een leeg lijk (tabula Rasa) waarop alles kon geschreven worden
Socrates: geheugen als een vogelkooi waarin elke vogel staat voor kennis en om iets te herinneren moet je
een vogel vangen actief proces.
Ze deden dit op een intuïtieve manier eigen inzichten gebruiken, denkers en geen observatie
Redenen voor de lange duur:
Complexiteit van het fenomeen: de mens was/is complex
De mens is uniek: ziel en lichaam kunnen we van elkaar scheiden, ziel is iets aards
Het duurde lang voor we kunnen overgaan tot de studie
1.2) Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk maakten
1. Toenemend belang van wetenschap in de maatschappij
De kerk speelt een centrale rol in de ME
Na de val van het romeinse rijk was de katholieke kerk de enige instantie die het onderwijs
stimuleerde. Ze vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles.
Plato: zijn wereld van onveranderlijke, ideale vormen waaruit de ziel kwam stemde overeen met
de hemel.
Aristoteles: demonstraties konden gezien worden als goddelijke ingevingen
Gevolg: geloofswaarden in dat onderwijs waren primair ziel is niet aards
+ Stimuleren van dingen die ten goede kwamen aan de verspreiding van het geloof.
Wetenschappelijke revolutie
= overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op systematische observatie en actief ingrijpen i/d wereld
Factoren die een rol speelde bij de WER:
Verminderde macht in de Rooms katholieke kerk
Herwaardering van handel en handenarbeid
Uitvinding van de boekdrukkunst
Ontdekkingsreizen en de confrontatie van de westerse wereld met de islamitische en Chinese
beschavingen
Oprichting universiteiten en een periode van relatieve welvaart.
Copernicaanse revolutie
= het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het heelal.
Juliaanse kalender (Julius Caesar) wordt ingeruild door de nauwkeurige gregoriaanse kalender.
o Juliaanse kalender overschatte de lengte van het jaar en was dus niet nauwkeurig.
, Discussie over de demonstratie dat de aarde stilstond in het centrum van het universum.
Copernicus: geocentrisme naar heliocentrisme
stelde dat de mens niet zo belangrijk was de zon is het centrale punt van de aarde, de aarde
draait rond de zon, de rol van de aarde en de mens werd afgezwakt.
Ook de mens wordt dus onderworpen aan natuurwetten en kan het voorwerp van de studie zijn.
Na zijn dood werd zijn werk gepubliceerd maar het bleef grotendeel hypothetisch totdat Galilei
heeft deze visie verdedigde.
Newton heeft daarop verder gewerkt: hij beschreef de bewegingen rond de zon door eenvoudige
formules en staat aan de start van de hedendaagse fysica.
Ontstaan van twee culturen
Groeiende invloed van de wetenschappen was een doorn in het oog voor traditionele onderwijs
Volgens Snow vormen zich twee culturen:
o Klassieke humanistische cultuur
Bestuderen en uitbreiden van de bestaande cultuur en kunst het na te streven
ideaal
o Nieuwe natuurwetenschappelijke cultuur
De volledige samenleving moet heringericht worden op basis van
wetenschappelijke inzichten.
Persoonlijke Fouten
Hoe planeten zich bewogen: Belang van systematische observatie (sterrenkijker, hoe ze
bewegen, hoelang de beweging duurde,…)
‘problemen’ die hiermee naar boven kwamen (oplossingen zoeken)
men zag dat niet iedereen op dezelfde wijze die afstand of het uur inschatte meetfouten
Snelheid van de informatietransmissie in de zenuwen
Hermann van Helmholtz meten de snelheid van zenuwimpulsen in de zenuwvezels
Onderzoek van Donders
Donders: mentale chronometrie = een slimme manier om een inzicht te krijgen in de afzonderlijke
processen. Hij wilde weten dat als je een stimulus aanbied aan een persoon en vraagt aan die
persoon om die te herhalen, je die dan moet herkennen en moet kiezen welk antwoord je geeft.
Hoelang duurt het herkennen en een antwoord kiezen?
MC: gebruikte 3 condities
1. Basisconditie: PP kregen reeks van stimulus en die waren steeds hetzelfde. Ze moesten de
stimulus herhalen als ze die hoorde. ‘Qui’ en ze antwoorde ‘Qui’.
= de a-rectie want eenzelfde reactie op steeds dezelfde stimulus
2. 2de conditie: Mensen niet enkel maar Qui maar ook Ka, ke, ki, ko, ku. Ze moesten ook herhalen
wat ze hoorde. Je merkt al dat dit veel moeilijker is dan de eerste. De eerste weet je al wat je gaat
horen en wat je moet antwoorden. Hier weet je dat nog niet, je moet je antwoord kiezen, precies
weten wat je hoort.
= b-reactie want er is zowel een discriminatie als een keuze die gemaakt moet worden
3. 3de conditie: Zelfde als in de 2de conditie, maar: alleen maar antwoorden als je ‘Qui’ hoort en
dan antwoorden met ‘Qui’. Je moet discrimineren (onderscheid met wat je hoort), en als je die qui
hebt gediscrimineerd dan moet je niet meer nadenken over je antwoord want je moet enkel
antwoorden op ‘qui’.
= c-reactie want alleen discriminatie.
CONCLUSIES:
1. Als we de basisconditie van de laatste conditie aftrekken = pure discriminatietijd
2. Als we de 2de conditie van de laatste aftrekken = pure keuzen van het antwoord
slimme manier om zuivere meeting bereiken voor discriminatie van stimuli & keuze antwoord.
,Mentale chronometrie = een techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking probeert
te achterhalen door te kijken naar de reactietijd die mensen nodig hebben om bepaalde taken uit te voeren.
2. Ontwikkelingen in de filosofie
Descartes ging uit van 3 principes:
Dualisme: lichaam en geest zijn gescheiden
Rationalisme: de ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van nieuwe logica,
nieuwe info afleidt uit de bestaande.
Nativisme: sommige kennis is aangeboren (nature en nurture debat)
Lichaam is niet langer de slaaf van de geest maar er is een soort van interactie door beide. De
mens bestaat uit lichaam en geest maar het lichaam is niet alleen het omhulsel van de geest maar
ze beïnvloeden elkaar. De interactie zit in de pijnappelklier/epifyse (slaap regelt). Omdat dat toen
de enige structuur in het brein was waar iets niet in tweevoud voorkwam. Epifyse is niet
gespiegeld en dus uniek en klein en dus perfect voor de interactie tussen lichaam en geest. Eerste
stap naar mogelijk maken van het lichaam tot WE onderzoek.
= Dualistische interactionisme
Empirisme
= de inhoud van de geest wordt niet gevorm door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via
zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.
Gaat in tegen rationalisme, observatie is superbelangrijk want denken alleen daar gaan we er niet
mee komen
Hobbes: Geest komt tot stand via sensorische processen: is niet aangeboren zoals Descartes
beweerde, start vanuit een Tabula Rasa en via sensorische en zintuigelijke gewaarwording en
ervaring komt inhoud in onze geest (bouwstenen van ons bewustzijn, ook de geest kan bestudeerd
worden)
Theorie van Hobbes: verspreid door Locke
Locke (1631-1704): Associationisme
Onze geest wordt gekenmerkt door associaties tussen ideeën
2 dingen die samen ervaren worden, worden mentaal met elkaar geassocieerd
(hond en bijten & dokter en verpleegster)
3. Darwin en de evolutietheorie
The origin of spieces (1859)
Afstamming met verandering: De mens is ontstaan uit vroegere levensvorm en die zijn verandert tot wat
we nu zijn.
Hoe de evolutietheorie werkt
Verhaal over de vinken van Peter en Rosemary Grant (vogels) op de Galapagoseilanden: lang
geleden (jaren 1870) grootte droogt. Gevolg: veel vinken stierven. Hij stelde vast dat vooral kleine
vinken stierven. Waarom die kleine?
-> de kleine hadden smalle en kleine snavels
-> de grote hadden grootte en stevige snavels en konden daardoor grootere zaden eten.
Hoe langer de droogte duurde, hoe minder voedsel er was, enkel de grote zaden bleven over en
dat konden enkel de grote vinken opeten. De populatie nam sterk af van de vinken maar de grote
vinken bleven met veel. Droogte duurde 10 tallen jaren en daarna kwam de vochtigheid. Uit de
grote zaden kwamen kleine plantjes uitgegroeid met kleine zaadjes, de grotere zaden lagen nu
verstopt onder die kleine planten. Dus het omgekeerde gebeurde nu, de grote vinken konden
moeilijk de grote zaden vinden en de kleine konden nu wel makkelijk eten vinden.
Omdat ze konden overleven konden ze zorgen voor nakomelingen.
Natuurlijke selectie of survival of the fittest (als de omgeving verandert gaan sommige voordelen
hebben, degene die zicht het best aanpassen overleven)
Gevolg: mens ontstaat uit dieren (start van comparatieve psychologie (leren en conditioneren)
, dit maakt duidelijk dat de mens onderhevig is aan natuurwetten en we de mens op dezelfde
manier gaan bestuderen dan de dieren.
Beginjaren van de psychologie in Europa
1. Wundt (1832-1920) en het structuralisme
Boek: Grunzüge der psychologische Psychologie
1e psychologische labo in Leipzig in 1879. Wordt beschouwd als het startput voor de moderne
psychologie. Aantal pagina’s dat hij publiceerde (50 000) kreeg veel buitenlandse bezoekers en
beïnvloede hen met zijn theorie: Titchener in Amerika (1867-1927)
Structuralisme = een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de structuur van het
bewustzijn probeerde te ontdekken.
o Titchner was de persoon die deze naam lanceerde en er zijn eigen kijk op gaf
o Hij onderzocht hoe de structuur van de bewuste ervaring er zou uitzien. Hij had het
idee dat elk complex proces kan gecombineerd worden tot een combinatie van
elementaire componenten (gewaarwording, sensaties, beelden, gevoelens)
Methode = analytische introspectie: kijken naar het eigen bewustzijn, proberen de complexe
ervaring die we hebben onder te verdelen in deelelementen door die analytische introspectie.
Bewuste ervaring is geen continu stroom maar een reeks van bewuste stukjes en die introspectie
gaat dat expliciteren. Titchener sprak over mentale chemie (tabel van mendeljev met die
elementaire gewaarwording)
3 basisvragen:
1. Wat zijn basiselementen? Wat zijn de structuren
2. Hoe worden de elementen gecombineerd
3. Wanner worden ze gecombineerd (hoe bewuste ervaring in elkaar zit)
Illustratie: Titchener over pijn: waar je de speld moet steken, verloop van de pijn wordt
beschreven.
kritiek: saai en weinig praktisch en onbetrouwbaar want naald op dezelfde plek gaat niet
iedereen dezelfde menig of pijn ervaren verschillende introspectie.
Menselijke introspectie is niet zo betrouwbaar en ging naar de achtergrond vanaf 1920
Binet en de toegepaste psychologie
Intelligentietest (Binet-Simon test)
Doel: Hebben kinderen extra onderwijs nodig? Welke kinderen dan? Hebben kinderen met
leerachterstand een tekort aan intelligentie?
Oorspronkelijk deed hij die test door schedelafmetingen en waarnemingsproeven geen succes,
de uitslag had op geen enkele manier verband met het oordeel van de leerkracht
Later: kinderen gedicht laten instuderen en opnieuw opschrijven meer succes want dat kon
meer aanleunen bij het oordeel van de leerkracht en zo ging hij opzoek naar nog andere taken.
Onderzoek van Binet: toegepast onderzoek, oplossingen zoeken voor een praktisch probleem.
<-> fundamenteel onderzoek waarin je een fenomeen wil begrijpen en een theorie ontwerpen.
(Wundt en Titchener = fundamenteel)
Freud en het onbewuste
Psychoanalyse = het gedrag en bewustzijn zijn slechts oppervlakkige fenomenen, het
onderbewuste is het belangrijkste. De ware oorsprong van het ontstaan van
persoonlijkheidsverschillen liggen in mentale stoornissen bij onderbewuste krachten.
Bij volwassenen: psychologische problemen bij volwassen gaan terug op de problematische
ervaringen die verdrongen zijn. Ze gaan dat onderbewuste onderzoeken door te kijken naar
vergissingen, versprekingen die ze maken, dromen die ze verklaren,…
Kritiek: theorie is vaag en niet toetsbaar, gebruikt onsystematische gegevens (casestudies)
Methode Freud sluit eerder aansluit bij de filosofie, in de hermeneutiek waarin men het verleden
van een patiënt probeert te begrijpen.