Begrippenlijst Biologie Nectar H5 (V4)
H5.1
DNA = drager van erfelijke informatie, eigenschappen bijvoorbeeld.
Chromosomen = opgerolde DNA-moleculen rondom eiwitbolletjes vormen chromosomen. De
meeste mensen hebben 23 chromosomen paartjes, een van je vader en een van je moeder.
Milieu en leefstijl = de manier waarop je leeft en waar je leeft kan je fenotype beïnvloeden.
Fenotype = alle eigenschappen die je kunt zien en die te maken hebben met het functioneren van je
lichaam.
Genotype = alle erfelijke informatie van een organisme dat in de chromosomen is opgeslagen
Genoom = alle erfelijke informatie van een organisme
Cholesterol = een vetachtige stof, die de fosfolipiden in hun bewegingen remt waardoor het
celmembraan stabiliseert
Receptoren = eiwitten in het celmembraan, celkern of cytoplasma waaraan een molecuul zich kan
vastbinden om signalen van binnen en buiten de cel door te geven
Endocytose = het celmembraan snoert een blaasje af, de cel in, met het deeltje erin
Genen = een stukje DNA dat informatie bevat om eiwitten te produceren
Mutaties = een fout in je DNA, door mRNA of meiose
Allelen = variant van een gen
Haplotype = de combinaties van allelen op 1 chromosoom voorkomen
5.2
Homologe chromosomen = chromosomen die aan elkaar gelijk zijn en informatie hebben over
dezelfde onderwerpen
Karyotype = een weergave van het aantal chromosomen in een kern; 46,XY
Karyogram = een portret van chromosomen
Autosomen = alle chromosomen behalve chromosoom 23, de geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen = het 23e chromosoom, de X en Y, bij een man XY en een vrouw XX
SRY-gen = een geen op het Y-chromosoom dat ervoor zorgt dat het embryo in de mannelijke richting
wordt gestuurd.
Genen = een stukje DNA dat informatie bevat om eiwitten te produceren
Genmutaties = een mutatie in een gen
Monosomie = een mutatie waarbij van een chromosomenpaar in de diploïde cel 1 chromosoom
ontbreekt
Trisomie = een mutatie in je chromosomen waarbij 1 chromosomenpaar niet 2 maar 3 chromosomen
heeft
Genoommutatie = een verandering in het aantal chromosomen dat iemand heeft
Meiose = het proces waarbij elk paar verdubbelde chromosomen wordt verdeeld over de 2
dochtercellen
Syndroom van Turner = een meisje met maar 1 X chromosoom
Trisomie 21 = een mutatie in je chromosomen waarbij chromosoom 21 drie chromosomen heeft in 1
cel
Chromosoommutatie = een verandering in het erfelijk materiaal van een chromosoom, door
translocatie bijvoorbeeld
Translocatie = een verandering in het erfelijk materiaal, waarbij delen van twee niet homologe
chromosomen zijn uitgewisseld of doordat een chromosoomdeel is verplaatst naar een ander
chromosoom
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur djoekeseverijnen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.