MOTIVATIE & EMOTIE
Psychologie = de studie van het gedrag en de geest
- Traditioneel gezien wordt de geest opgesplitst in cognitie, motivatie en emotie
- In de meer recentere literatuur wordt deze splitsing minder gemaakt
Waarom al deze theorieën?
- Dit vormt een meerwaarde bij het analyseren van complexe problemen in de praktijk
- Theorie en evidence based aanpak bij het aanreiken van oplossingen (terwijl losse tips niet altijd
kunnen doen wat ze beloven: problemen in de praktijk zijn complex en een kant en klare aanpak
bestaat niet: verschillende theorieën combineren)
- Vergelijken van theorieën: door die gelijkenissen te zien kunnen we de veelheid aan info reduceren +
krijgen we een beter zicht op de belangrijke verschillen tussen theorieën
1: CYCLUS
1. WETENSCHAPPELIJKE CYCLUS
Hoe verloopt de algemene ontwikkeling van wetenschappelijke theorieën?
Theorieën leveren een verklaring voor fenomenen
- Verklaring = een activiteit waarin een explanandum (= te verklaren fenomeen) gelinkt wordt aan een
explanans (= verklarend feit)
o Bv. het fenomeen van water (explanandum) kan gelinkt worden aan H2O (explanans)
- Het verklaren van een fenomeen vraagt 2 stappen:
1. afbakening of definitie van het explanandum
2. zoektocht naar een explanans
deze 2 maken deel uit van een cyclus
Die cyclus bestaat eigenlijk uit 4 stappen:
1) Voorlopige afbakening of werkdefinitie van het explanandum
o Deze werkdefinitie is vaak descriptief = het beschrijft hoe mensen een term begrijpen in het
dagelijks leven
o Deze bestaat vaak uit een lijst van oppervlakkige kenmerken
Bv. water is vloeibaar, helder, geurloos, het loopt in rivieren en valt uit de lucht
2) Ontwikkelen van een verklaring waarin het explanandum gelinkt wordt aan een explanans
o Bv. ontdekking dat de moleculaire structuur van water gelijk is aan H 2O
3) Testen van de verklaring in empirisch onderzoek:
o Bv. staaltjes van water worden genomen volgens de werkdefinitie en er wordt onderzocht of
de moleculaire structuur van deze staaltjes inderdaad gelijk is aan H 2O
4) Als dit voldoende bevestigd is, kan het explanans uiteindelijk deel worden van de definitie van het
fenomeen waar het de voorlopige kenmerken vervangt
we spreken nu van een wetenschappelijke definitie
o Explanans vervangt dus die oppervlakkige kenmerken van de werkdefinitie
o Bv. in de plaats van water af te bakenen als heldere, geurloze vloeistof, wordt het nu
gelijkgesteld met H2O
o Een wetenschappelijke definitie is niet meer descriptief, maar wel prescriptief (deze schrijft
voor hoe de term gebruikt zou moeten worden)
Deze cyclus kan herhaald worden vanaf Stap 2 zodat de definities en verklaringen progressief
verscherpt worden
, Eens er een wetenschappelijke definitie is waarover redelijke consensus bestaat, kan deze gebruikt
worden om nieuwe predicties te maken
o Ofwel over het fenomeen zelf
Bv. men kan nagaan bij hoeveel graden Celsius water verdampt of bevriest
o Ofwel over hoe het fenomeen andere fenomenen beïnvloed
Bv. men kan nagaan wat de invloed is van water toevoegen aan andere vloeistoffen
Zo laat de wetenschappelijke definitie toe meer precieze kennis te komen over het fenomeen
2. TYPES DEFINITIES
Werkdefinitie = een beschrijving van de manier waarop leken in het dagelijkse leven een term gebruiken
- Is dus vaak een descriptieve definitie
Wetenschappelijke = een definitie waarin wetenschappers voorschrijven hoe een term gebruikt zou moeten worden
definitie - Is dus vaak een prescriptieve definitie
Intensionele definitie = stelt wat de noodzakelijke en voldoende condities zijn waaraan een exemplaar moet
beantwoorden om tot een set te behoren
- Dit kan één conditie zijn die zowel noodzakelijk als voldoende is (bv. H 2O) of een set van
noodzakelijke condities die samen voldoende zijn
Extensionele definitie = somt alle exemplaren op die in de set zitten
Intensionele en extensionele definities zijn mutueel afhankelijk
- Intensionele: (3 < x < 8)
- Extensionele: {4, 5, 6, 7}
De se met de intensie “alle getallen tussen 3 en 8” fixeert de extensie van die set tot de exemplaren
“4, 5, 6 en 7” (verklaart welke exemplaren in die set zitten) en omgekeerd
Afbakenen van de set van andere sets = intensionele en extensionele definities
o Intensionele zijn vaak het best geschikt, vooral bij grote sets waarbij het niet mogelijk is om
alle exemplaren op te stemmen
Divisio-definitie = somt geen exemplaren op, maar wel subsets binnen de set
- Er zijn meerdere manieren om een set op te splitsen in subsets dus: meerdere manieren om een set
intern te structureren of te organiseren
- De keuze van de subsets kan gebeuren op basis van meerdere kenmerken
o Bv. de set “4, 5, 6, 7” kan opgesplitst worden in de subsets van kleine en grote getallen of in de
subsets van even en oneven getallen.
o Bv. subsets van auto’s kun je vormen op basis van kleur, paardenkracht, merk, grootte, enz.
- Wat je kiest is vaak afhankelijk van de context
o Bv. de grootte van een auto is belangrijk als je een grote familie moet vervoeren
Wetenschappelijke en werkdefinities kunnen in intensioneel, extensioneel en divisio formaat voorkomen
- Bv. werkdefinitie: die kenmerken transparantie, geurloos … van water beantwoorden aan een
intentioneel formaat, maar we konden ook vertrekken van regen, rivier, sneeuw (= divisio)
- Bv. wetenschappelijke def: kenmerken van water zijn H2O (intensioneel) of vloeistof, ijs stoom (divisio)
3. TYPES VERKLARINGEN
Illustratie van de 3 types verklaringen met het voorbeeld: het hebben van een kater (= explanandum)
Structurele verklaring Stelt wat de componenten van een fenomeen zijn en wat de relatie is tussen de componenten
- Een kater bestaat uit hoofdpijn, misselijkheid en een droge mond
- Een structurele verklaring is nog geen definitie! er wordt op dit punt nog niet gezegd
dat de aanwezigheid van deze componenten voldoende is om een kater af te bakenen van
andere fenomenen (de componenten zijn hier niet voldoende, want ze kunnen ook
, voorkomen wanneer iemand griep heeft)
- Om katers van griep te onderscheiden hebben we wellicht een causale verklaring nodig
Causale verklaring Stelt wat de oorzaak van een fenomeen is en die oorzaak is gesitueerd op hetzelfde level van
analyse als het fenomeen zelf
- De oorzaak van een kater is te veel drinken de avond voordien
Mechanistische Stelt wat de onderliggende processen zijn van de transitie van de oorzaak naar het effect
verklaring - Hiervoor: decompositie van processen in subprocessen en uitleg over hoe de bouwstenen
interageren om het explanandum te produceren
- Doel: afzakken naar de fundamentele bouwstenen van die processen en dan terug omhoog
te gaan en te zeggen hoe die bouwstenen interageren in het fenomeen kater
- Opmerking: hier is ook sprake van causale relaties.
- Opmerking: het explanans in mechanistische verklaringen kan op verschillende niveaus van
analyse gesitueerd zijn zo zijn er high-level en low-level mechanistische verklaringen
Bijna alle verklaringen in de psychologie zijn mechanistisch
- Ze situeren zich op dit mentaal niveau: proberen achterhalen wat er tussen de in- en output gebeurt
o Bv. het mere-exposure effect: het herhaaldelijk aanbieden van een stimulus leidt tot een
grotere voorkeur ervoor (kan bij vanalles zijn: muziek, voedsel, mensen …) input:
herhaaldelijke blootstelling – OV: mensen geven hun voorkeur aan
dit verklaren doordat bv. de familiariteit van die stimulus omhooggaat, waardoor de
waarde van die stimulus verandert
- De behavioristische benadering wil alles verklaren zonder beroep te doen op mentale constructen,
omdat dat niet observeerbaar is en zij vinden dat niet wetenschappelijk
zij verklaren alles met leerpsychologie
- De cognitieve psychologie heeft dat behavioristisch ideaal verlaten: mentale representaties helpen ons
om gedrag beter te begrijpen (zonder dat dat per se een wetenschappelijke status heeft)
het zijn handige tools die u helpen, het zijn geen dingen
Dit was situering van het vak: met de motivatiepsychologie situeren we ons dus maar binnen een
bepaald luik
Structurele en mechanistische verklaringen doorkruisen verschillende levels van analyse
in de psychologie: 3 brede levels
Het observeerbaar Een systeem produceert een observeerbare output (gedrag of respons) bij het verschijnen van een
level observeerbare input (stimulus)
- De overgang of transitie van een input naar een output = een proces
- Op dit level worden processen louter beschreven in termen van hun input, hun output en
de relatie tussen input en output wat er tussen ligt is een black box
- Bv: je moet kiezen tussen een cola en een pintje je kiest een cola (= een keuzeproces)
Het mentaal level Op dit level wordt een proces ontleed in subprocessen of kleinere black boxen, welke op hun beurt
beschreven kunnen worden in termen van hun inputs en outputs
- Op dit level zijn de tussenliggende inputs en outputs verborgen (niet direct observeerbaar)
dit zijn mentale representaties
- Elk van deze subprocessen kan op haar beurt ontleed worden in nog kleinere subprocessen
tot deze in de latere fases van decompositie overeenkomen met hersenprocessen
gesitueerd op het hersenlevel
- Bv. het keuzeproces van cola of pintje: je wil de processen hiertussen begrijpen
o Misschien heeft er eerst een informatieverwerkingsproces plaatsgevonden waarin
de ruwe stimuli als input genomen worden en de representatie van deze stimuli de
output is
o Misschien vindt er daarna een vergelijkingsproces plaats, waarbij de voor- en de
, nadelen van beide stimuli met elkaar vergeleken worden resulteert in de
representatie van het gedrag om cola te drinken
o Deze output moet zich ook nog in overt gedrag manifesteren en hier is ook een
proces voor nodig
- Elk van die processen kan op zijn beurt ontleed worden in nog kleinere subprocessen, tot
deze in die latere fases van die compositie overeenkomen met hersenprocessen
Het hersenlevel Op dit level worden de black boxen gematerialiseerd in hersenprocessen
Samengevat:
- Theorieontwikkeling start vaak met een descriptieve set
- Vervolgens wordt een verklaring ontwikkeld in de hoop dat deze een gemeenschappelijke noemer zal
opleveren die gebruikt kan worden om de set af te bakenen
- Als zo een noemer gevonden wordt, krijgt de set een wetenschappelijke status
- Als zo een noemer niet gevonden kan worden, echter, dan kunnen onderzoekers besluiten dat de set
niet wetenschappelijk is en op zoek gaan naar andere sets die wel wetenschappelijk zijn
o Het laatste geval wordt geïllustreerd door het fenomeen van lucht
o Lucht werd door Aristoteles beschouwd als één van de vier fundamentele elementen, naast
water, vuur en aarde lucht kon voorlopig afgebakend worden als een transparant, geurloos
gas, dat de atmosfeer en onze longen vult
o Toen wetenschappers ontdekten dat er voor lucht geen elegante structurele verklaring kon
gevonden worden (lucht bestaat uit verschillende stoffen zoals stikstofgas, zuurstof,
koolzuurgas, waterdamp en edelgassen), besloten ze dat lucht geen adequate
wetenschappelijk set was ze lieten de set vallen
o In de plaats daarvan gingen ze alle componenten in lucht beschouwen als nieuwe explananda,
die elk aanleiding gaven tot nieuwe wetenschappelijke cycli
Deze ontwikkeling kunnen we toepassen op motivatietheorieën en emotietheorieën
2: MOTIVATIE
1. WETENSCHAPPELIJKE CYCLUS TOEGEPAST OP MOTIVATIE
Situering van motivatietheorieën en gedragstheorieën binnen de verzameling van theorieën aan de hand van
de wetenschappelijke cyclus
- Gedragstheorieën = theorieën die gedrag willen verklaren gedrag als het explanandum
o Kwaliteit = aard van gedrag
o Kwantiteit = intensiteit van gedrag
o Sommige theorieën zijn beter uitgerust om de kwaliteit van gedrag te verklaren, terwijl andere
beter uitgerust zijn om de kwantiteit van gedrag te verklaren
- Motivatietheorieën = een subset van gedragstheorieën motivatie als explanans voor gedrag
- Soms kan het explanandum ook cognitie zijn of emotie dus soms wordt motivatie ook ingeroepen
voor cognitie en emoties, maar meestal willen ze gedrag verklaren
Wat is motivatie?
= de verzamelnaam voor een aantal motivationele constructen zoals doelen, behoeften, noden, drijfveren,
actietendensen, verlangens, intenties, wensen en plannen
- De term ‘doel’ gebruiken we in brede zin het is een verzamelnaam voor al deze motivationele
constructen
- Doelen zijn geen mysterieuze, rondzwevende entiteiten het zijn een bepaald type mentale
representaties met bepaalde eigenschappen