MATERIEEL STRAFRECHT
JRaveydts
HP
1
, Inleiding
HOOFDSTUK 1: DE DEFINITIE
Het materieel strafrecht kan worden omschreven als het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar
worden gesteld en gesanctioneerd hierbij staan twee begrippen centraal nl. ‘misdaad’ en ‘straf’
Een meer uitgebreidere definitie klinkt dan als volgt: “De regels die uitleggen welke gedragingen maatschappelijk
ongewenst zijn en op welke manier daarop gereageerd moet worden” introduceert het derde element: ‘hoe’ straffen we
Vele definities zullen ook gaan over daderschap, poging, herhaling, deelneming, …
Het strafwetboek:
Bestaat uit twee delen:
- Boek I: misdrijf en bestraffing in het algemeen
o Basisprincipes en algemene beginselen van het strafrecht
o Doelstelling: wat willen we eigenlijk met het strafrecht bereiken?
(1) Retrospectief: iemand straffen voor wat hij/zij in het verleden gedaan heeft doelstelling: vergelding
(2) Prospectief: iemand straffen zodat die in de toekomst niet nogmaals de fout begaat doelstelling: preventie
(3) Instrumenteel: iemand straffen om die actief weder op te voeden zodat die beter gewapend is en op een
correcte manier aan ons maatschappelijk leven kan deelnemen doelstelling: resocialisering
(4) Economisch: iemand straffen om een vermogens voordeel van de dader weg te nemen en om eventueel een
vermogensnadeel bij een slachtoffer te gaan compenseren doelstelling: herstel naar de oorspronkelijke
toestand
DUS De doelstelling die je nastreeft zal de invulling van je regels kleuren
- Boek II: misdrijf en bestraffing in het bijzonder
o Geeft het overzicht van de ongewenste gedragingen waarvoor we een misdrijf voorzien hebben en de daarop
vastgestelde straffen vb. misdrijven tegen de staat of misdrijven tegen door de grondwet vastgelegde rechten
o Vb. Moord: te vinden bij titel VIII – misdrijven tegen een persoon
HOOFDSTUK 2: HISTORISCHE ONTWIKKELING
Historisch kader van strafrecht kan ingedeeld worden in 4 grote tijdsvakken: (1) Archaïsch, (2) Middeleeuwen, (3) Verlichting,
(4) Vandaag
(1) Archaïsch tijdvak
Strafrecht bestaat eigenlijk nog niet op dit moment
Primitieve samenleving waarin met het Talio recht (oog-om-oog, tand-om-tand) kent = eigenrecht
- Men neemt het recht om een conflict op te lossen in eigen handen
- Conflict tussen familieclans uitvechten
o Vergelding en verzoening
o Geen proportionaliteit (conflicten blijven duren, wraakzucht)
Als de conflicten te lang aanslepen is het niet altijd duidelijk waarom er een vijandigheid is
tegenover de leden van een andere clan
nefast voor het veiligheidsgevoel in een samenleving
o Recht van de sterkste
- katalysator dat zorgt voor als maar meer en meer conflicten
- We vinden dit principe ook vandaag nog terug in hedendaagse samenlevingen
o In Albanië, na de val van het communisme = bloedwraak weer belangrijk
de regel geldt dat de eerste dag na een moord wraak mag worden genomen op de hele familie, vanaf de tweede
dag mag enkel nog de moordenaar worden gedood
Privé-aangelegenheid = de wraakneming wordt immers niet gedaan door de overheid of de vorst, maar door het slachtoffer
(2) Middeleeuwen
Overheid als bemiddelaar
- Tussenkomst van de vorst die zich genoodzaakt ziet iets te doen om de rust en de veiligheid van de samenleving te
kunnen garanderen
- De vorst werpt zich op als een soort bemiddelaar en neemt het conflict uit handen van de partijen
o Het reageren op een misdrijf is niet langer een private aangelegenheid: niet langer de betrokken partijen, maar
publieke aangelegenheid tussen dader en overheid
o DUS strafrecht is een vorm van publiek recht regelt de relatie tussen burger en overheid
- Compositio & fredus: concepten die verklaren wat de basis/achtergrond is van de schadevergoeding en geldboete zoals
wij die vandaag in ons strafrechtsysteem kennen
2
, o Compositio = het bloedgeld waarmee je de wraak van familie die je gekwetst had kon afkopen om de materiele of
morele schade tegemoet te komen
Voorloper van de schadevergoeding die we vandaag aan een slachtoffer toekennen
o Fredus = het vredegeld waarmee je de vorst vergoedt voor de schade die jij veroorzaakt hebt door het verstoren
van de vrede op zijn territorium
Voorloper van de geldboete zoals we die vandaag kennen (vloeit rechtsreeks naar de overheid)
Tijdens de middeleeuwen wordt het strafrecht uitgevoerd volgens de principes van het Oud-Germaanse strafproces
- Passieve rechter: vorst zet een systeem op van rondtrekkende rechters
o Rondreizende rechters voeren de enquête du pays uit gaan na of er ergens een misdrijf is gepleegd
o ALS er een misdrijf was gepleegd gingen de rechters niet zelf opzoek naar de waarheid, maar bestonden er twee
principes nl. de infamia-procedure + de godsbewijzen
Infamia-procedure : werd nagegaan wat de naam en faam van de betroken personen was status van de
persoon is doorslaggevend
Godsbewijzen : allerhande irrationele experimenten de bewijslast lag bij de beklaagde, niet bij de
vervolgende partij: de beklaagde moest zelf zijn onschuld bewijzen
- Ongelijke & wrede straffen: dit is de periode van de handafhakking en vierendeling
Verandering dringt zich op aanloop naar de verlichting
Nood aan een meer humane procedure
Nood aan een eerlijkere procedure
Veranderingen treden op, zij het met verschillende snelheden:
Voor minder ernstige misdrijven blijft het irrationele veel langer bestaan
- Passieve rechter blijft
- Verdachte en OM op gelijke voet
- Bewijzen van schuld en onschuld
Voor ernstigere misdrijven zal men stap voor stap evolueren naar een inquisitoriale procedure
- Actieve rechter die zelf op zoek gaat naar de waarheid
o Er is dan wel slechts één figuur die alle macht in zich heeft Houdt toch enkele risico’s in: sommige rechters
werden te actief en gebruikten foltertechnieken
- De bewijslast word omgekeerd: het is voortaan de vervolgde partij die het bewijs van het misdrijf moet leveren, de
beklaagde moet niet langer zijn onschuld bewijzen
o Verbod op godsbewijzen
o Focus op waarheidsvinding
o Te veel focus op bekentenis
(3) Verlichting
Franse revolutie brengt de oplossing: men verzet zich tegen…
De willekeur van de rechters
De wrede onderzoeksmethoden
De wrede en ongelijke straffen
Enkele auteurs, Montesquieu, Locke en Rousseau, zetten op papier wat de verlichting voor het strafrecht moet betekenen:
- Montesquieu verdedigde de trias politica: scheiding der machten
o Wetgevende macht beslist hoe de regels er uitzien
o Uitvoerende macht beslist om al dan niet te vervolgen op basis van die regels
o De rechterlijke macht neemt een individuele beslissing in een individueel dossier
Vandaag staat de scheiding der machten onder druk door een wazige taakverdeling
- Locke en Rousseau zijn gekend voor het sociaal contract
= er geldt een fictief contract tussen de burgers en de overheid, waarbij de burgers een deel van hun vrijheid opgeven
in ruil voor veiligheid gegarandeerd door de overheid en waarbij de overheid beloofd zich niet te mengen in het leven
van de burgers wanneer dit niet nodig is
o Overheid heeft zowel een positieve beschermingsverplichting als een negatieve onthoudingsverplichting
Periode waarin de Magna Charta tot stand komt:
Brengt 3 belangrijke basisbeginselen samen nl. legaliteit, proportionaliteit en subsidiariteit
Legaliteit = vereist een juridische basis op overheidsoptreden
- Moet op voorhand vastleggen welke gedragingen toegelaten zijn en welke niet en welke straf hiervoor voorzien wordt,
op die manier komt men niet voor verassingen te staan
3
, - Legaliteit betekend ook dat er zekerheid moet zijn over de vervolging door het parket, de straftoemeting en de
strafuitvoering
Proportionaliteit = evenwicht tussen de hoegrootheid van de daad en de hoegrootheid van de reactie
- Moet men niet ook rekening houden met de gevolgen van de daad en de gevolgen van de straf zijn enkel
voorzienbare gevolgen relevant voor de proportionaliteitsbeoordeling?
Subsidiariteit houdt verband met de inzetbaarheid van het strafrecht
- Het strafrecht mag eigenlijk enkel het uiterste redmiddel zijn ( je hebt als maatschappij geen andere mogelijkheden
meer om te reageren)
Dat verlichtingsdenken heeft geleid tot het revolutionaire strafrecht
Met een strikte toepassing en een restrictieve lezing van het legaliteitsbeginsel in het achterhoofd wordt heel snel gewerkt aan
het neerpennen van die regels in een wetboek, dat verklaart ook waarom we snel na de Franse Revolutie twee wetboeken rond
strafrecht zien verschijnen:
Code Lepeletier 1791 & Code Merlin 1795
- Vormden een antwoord op alle frustraties uit het vorige tijdvak:
o Onbetrouwbare, overactieve, rondreizende rechter wordt vervangen door een jury van gelijken (legt de basis voor
de juryrechtspraak die we ook vandaag kennen)
o Wrede, onvoorspelbare, zware straffen worden vervangen door vaste straffen die proportioneel zijn in het licht van
de gepleegde feiten (geen ruimte voor interpretatie)
Beide wetboeken waren geen lang leven beschoren, maar hebben wel een enorme invloed gehad op ons strafrecht
- Reden: Napoleon wilde eigen wetboeken, maar vond de bestaande ook veel te zachtaardig
- DUS Code Pénal (1810)
o Grijpt voor een deel terug naar de hardere straffen van de middelleeuwen, zij het dan met wat proportionaliteit,
omdat men gradueel de straffen zwaarder maakte naarmate de feiten zwaarder werden
o Het werken met een strafvork is in strijd met een strikte legaliteit komt pas voor de eerste leer voor in het
wetboek van Napoleon
(4) Vandaag
Grondwet versie 1830:
Art139. – het Nationaal Congres verklaart dat de volgende zaken door afzonderlijke wetten, en binnen de kortst mogelijke
tijd, dienen te worden geregeld (…)
2° de inrichting van de Jury
10° de inrichting van het leger, de rechten op bevordering en op pensioen, alsmede het militair strafwetboek
11° de herziening van de wetboeken
In 1867 werd een nieuw strafwetboek aangenomen (ontwerp van Haus en Nypels):
- Er is al enkele malen gepoogd het strafwetboek grondig te hervormen
o Eerst initiatief tot wijziging: oprichting commissie Châtel D’haenens (1979) en nadien commissie Legreau
Niet gelukt om het wetboek in zijn totaliteit te herzien
Het is hen wel gelukt om enkele complementaire wetten toe te voegen: Via de complementaire wetten doet
het nieuw sociaal verweer een intrede: zoals de verzachtende omstandigheden, resocialiseren, …
- Bepaalde zaken hebben voor dermate politieke druk gezorgd dat enkele aanpassingen heel snel moesten worden
doorgevoerd en het strafrecht niet in zijn geheel werd herbekeken
o Vb. bende van Nijvel – impact op de verjaringstermijnen
o Vb. zaak Dutroux – impact op aanpak van seksuele misdrijven t.a.v kinderen
Het ad hoc en punctueel aanpassen van slecht een aantal bepalingen in het strafwetboek houdt risico in, zoals het
ontstaan van tegenstrijdigheden en het ontstaan van principes die elkaar ondergraven
- Het gebrek aan een duidelijk theoretische basis is ook een van de kritieken geweest waaraan niet echt tegemoet
gekomen wordt in het nieuwe voorstel voor een nieuw strafwetboek
Hetzelfde verhaal geldt voor het formeel strafrecht (wel belangrijke wijziging met de kleine franchimont)
- In mei 2020 lag ook een voorontwerp voor een nieuw strafwetboek op tafel in de kamer
Het wetboek van de strafvordering is nog steeds het oude wetboek van 1808:
- Wel belangrijke aanpassingen zoals de Wet Franchimont van 12 maart 1998
4