Geschiedenis van de Beeldende Kunsten vanaf 1860
Stijlenkenmerken
1. 1860 – 1900: Op weg naar de moderne kunst
Impressionisme (1860 – 1900) Schilderkunst
La Vie Moderne
Kunstenaars Kenmerken
• Edouard Manet = Grondlegger van • Stedelijke en moderne thema’s
het Impressionisme • Parijs
- schilderde ook veel portretten, • Heldere tonen met ontbrekende
genretaferelen en historische tussenwaarden
taferelen • Alla prima schildertechniek ->
- wou komaf maken met taboes van canvas niet eerst bedekken met een
de burgerij bruine ondertoon
• Edgar Degas • Direct heldere kleuren op een
- haatte schilderen in de openlucht -> canvas
verkoos het binnen en uitgaansleven • Niet modelleren met tussentonen ->
- Ballet, opera, wasvrouwen, vrouwen donkere en lichte tinten naast elkaar
bij het toilet… • Lossere verfstreken
- Vastleggen van beweging en • Vooral landschappen
emoties • Manet schilderde ook veel
portretten, genretaferelen en
historische taferelen
• Manet wou komaf maken met
taboes van de burgerij
• Degas haatte schilderen in de
openlucht -> verkoos het binnen en
uitgaansleven
Typische Impressionisten (1874 – 1886)
Kunstenaars Kenmerken
• Claude Monet • In Frankrijk
- doel = wereld tonen zoals die was • Lange tendens naar een meer
met een onvoorbereid oog, heel vlak overtuigend realisme en anderzijds
- Schilderde meer en meer op een tendens naar abstractie
geheugen • Paradox -> verhoogde illusie van de
• Pierre-Auguste Renoir realiteit en aan de andere kant
, - Bestudeerde heel sterk de fotografie leggen ze de aandacht op de
- Gelijkenissen met Monet en Manet schilderkunstige materialiteit
- Schilderde graag het buitenleven • Negeren perspectief -> slechts een
- Zit tussen Monet en Manet platte doek met verf op!!
• Camille Pissarro • Niet de realiteit bevriezen maar
• Edgar Degas suggereren
• Natuurlijke wijze van belichting
Deze kunstenaars maakten hun eigen • Lichte en snelle toets
tentoonstelling 2 weken voor de opening • Schilderen zoveel mogelijk ter
van ‘le salon’ -> grote bedreiging voor het plaatse buiten
officiële salon • Mogelijk door nieuw materiaal ->
draagbare ezels, verftubes…
• Kleine werken (moesten alles zelf
dragen)
• Zuivere kleuren en tussenkleuren
• Lichte en frisse tinten
• Gebruikten vooral additieve kleuren
• Om kleurcontrasten te vermijden ->
kleurencirkel van Chevreul ->
complementaire kleuren
• Vermijden van aardkleuren en
zwarte tinten
Primaire kleuren = groen, blauw en rood die samen wit geven
Secundaire kleuren of tussentonen = geel, magenta en cyaanblauw
Additieve kleuren = kan je niet mixen vanuit pigmenten, ze bestaan uit licht
Subtractieve kleuren = zuivere tonen zoals blauw, geel en rood die samen zwart geven
Secundaire kleuren = oranje, groen en violet -> de schilderkunstige tussentonen
Post-impressionisme (1886 – 1907)
Vuilbakterm -> diverse, niet recht-lijnige termen
Neo-impressionisme
Kunstenaars Kenmerken
• Georges Seurat • Niet reële kleuren
- Mathematische toepassingen op • Complementaire kleuren ->
kleurenonderzoek simultaan kleurencontrast
- Pointillisme en Divisionisme • Kleurenharmonie door analoge en
- Gebruikte in het begin veel contrasterende kleuren
aardkleuren • Heel modern beeld -> fabrieken etc
• Paul Signac • Focus op hoe de mens zich
- Drijft het pointillisme verder ontspande
, • Neo-expressionisme is de bron van
abstracte kunst
Symbolisme binnen het neo-expressionisme
Kunstenaars Kenmerken
• Gustave Moreau • Geen unitaire beweging
- Redelijk pervers werk • Een meer intellectuele kunst
• James Ensor • Minder bezig met het
- Negatieve visie op de mens -> vindt wetenschappelijke
de mens lelijk en hypocriet • Geestelijke diepgang aan hun
- Burgerij draagt een masker van goed werken
gedrag en zeden • Gevoelens worden niet rechtstreeks
- Christus centraal weergegeven -> belang aan mysterie
• Fernand Khnopff • In deze sfeer veel geheime ordes
- Elementen van art nouveau • Zelfs het neo-expressionisme was te
- Aardtonen realistisch voor hen
- Zijn zus is vaak zijn model • Vooral in Brussel -> passeerde
• Odilon Redon minder in Parijs
• Paul Gaugain • Voorrang gevoelens, ideeën en
- Heel veel gereisd -> nomadische persoonlijke expressie
kunstenaar
- Grote kleurenvlakken, scherpe lijnen
en evenwichtige massa’s
- Eenvoudige vormen soms ook wel
synthetisme genoemd
- Bevriend met Van Gogh
- Religie speelt een grote rol
- Wou meer focussen op figuren en
portretten
• Les Nabis
- Groep kunstenaars
- Doel = vergeestelijking voorzetten
zoals Gaugain
- Nabis = hebreeuwse term voor
profeten
- Hadden hun eigen jargon en
ceremoniële riten in een tempel
terwijl ze zich Oosters kleedden
- Oosterse en Japanse invloeden
- Vorm boven inhoud
- Beelden vrouwen af om hun
geestelijke aspecten ipv hun
materiële
, Synthetisme
Kunstenaars Kenmerken
• Paul Gaugain • Systematische opbouw van de
compositie
• Schematische kunst
• Gesloten lijnen die de tekening
bepalen
• Hevige kleuren die deze gesloten
vormen opvullen
• Schaduwen worden weggelaten
• Derde dimensie wordt ondermijnd
• Diepte wordt opgebouwd vanuit de
objecten en niet vanuit de wetten
van perspectief
• Subjectieve impressies worden
getracht te uiten vanuit het
geheugen en de innerlijke kracht
Expressie en emotie binnen het neo-expressionisme
Kunstenaars Kenmerken
• Vincent Van Gogh • Alles gaat om gevoelens
- Artiste maudite
- Contrasterende kleuren
- Experimenteert door Gaugain met
een synthetische stijl
- Dynamische stijl
- Complementaire kleuren
• Edvard Munch
- Neemt tendensen van het
symbolisme over
- Alles draait om een gevoel van
kwelling
- Geobsedeerd met seks, dood en de
vrouw als destructieve kracht
Vorm en structuur binnen het neo-expressionisme
Kunstenaars Kenmerken (in dit geval van Cézanne)
• Paul Cézanne • Vond dat kleur en vorm niet
• Schilderde heel vaak de Mont-Sainte gescheiden mocht worden
Victoire • Doeken opbouwen via heldere en
architecturale vormen
• Structuur aan in het doek als
geheeld
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur helenadcl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.