Korte en bondige samenvatting Hoofdstuk 5 (oplossen en mengen) en Hoofdstuk 6 (reactiesnelheid) paragraaf 1 + 2 uit het boek Chemie (4 VWO). Er wordt gebruik gemaakt van gemarkeerde begrippen, paragrafen en handige afbeeldingen voor het begrijpen van de hoofdstukken. Super handig voor een toets of ...
Paragraaf 1 →
Macroniveau is zichtbare wereld, microniveau is wereld van atomen en moleculen.
Hydrofoob → lossen niet op in water. Onder andere alkanen, alkenen, cycloalkanen, ze
vormen meestal twee lagen met water vaak onderop.
Hydrofiel → lossen wel op in water. Onder andere alkanolen met moleculen met vrij korte
koolstofketen. Ook onderling mengen alkanolen goed met elkaar. Hydrofiele stoffen
onderling goed mengbaar. Hoe langer de koolstofketen, hoe slechter oplosbaar.
Oplosbaarheid in wasbenzine neemt dan juist toe. Deze alkanolen met langere
koolstofketens zijn meer hydrofoob en lossen beter op in een hydrofoob oplosmiddel.
Alkaanamines zijn giftig en stinken. In molecuul ureum komen
twee aminogroepen voor, ureum dus familie van de alkaanamines.
Ureum, belangrijke meststof, lost goed op in water. Uit ureum
ontstaat in de grond ammoniumionen en nitraationen, die zijn van
belang voor stikstoflevering aan planten. Ook ammoniak lost goed op.
Slaolie mengt niet, want er ontbreken -OH en -NH groepen.
Er bestaan ook carbonzuren, dat zijn koolwaterstoffen, waarvan een
aantal in water een zure oplossing vormt. Bijvoorbeeld azijnzuur. Het lost goed op in water,
dus hydrofiel. De carbonzuren met moleculen met vrij korte koolstofketen zijn hydrofiel.
Veel zouten goed oplosbaar in water. Een zout is ook goed oplosbaar als er 0,1 mol of meer
oplost per liter.
Paragraaf 2 →
Bij een atoombinding hebben twee atomen een of meer gemeenschappelijke
elektronenparen, deze binden de atomen. Als een atoom harder trekt dan zit de negatieve
lading van het gemeenschappelijke elektronenpaar het
dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. Die kant is
dus delta- geladen, dat getal ligt tussen 0 en 1. Beide
atomen hebben daardoor een partiële lading. De
atoombinding tussen een waterstof- en chlooratoom is
een polaire atoombinding of polaire binding. De
polaire binding kan voorkomen tussen twee
verschillende niet-metaalatomen. Bij een zout,
verbinding metaal en niet-metaal, is verschil tussen
beide atoomsoorten zo groot dat een of meer elektronen
helemaal overgaan van het ene naar het andere atoom. Er is dan geen gemeenschappelijk
elektronenpaar maar aparte ionen. Binding tussen ionen is ionbinding. Polaire binding
, kan je opvatten als overgang tussen atoombinding en ionbinding. Als molecuul twee polen
heeft, positieve en negatieve, dan is het een dipoolmolecuul of dipool. Stoffen die uit
dipoolmoleculen bestaan heten polaire stoffen. Stof met moleculen die geen dipool zijn is
apolaire stof. Alkanen altijd apolair omdat de C-H en C-C binding geen polaire
atoombindingen zijn. Bij polaire stof zal de delta- kant naar de delta+ kant van een ander
molecuul aantrekken. Door deze
dipool-dipoolbinding is de aantrekking sterker dan
tussen moleculen van een apolaire stof. Hoe groter
molecuulmassa, hoe sterker de vanderwaalsbinding
en hoe hoger kookpunt van een stof. Door de
dipool-dipoolbinding trekken de moleculen in een
polaire stof elkaar sterker aan. Daardoor smeltpunt en
kookpunt hoger van polaire stof dan die van een
apolaire stof met vergelijkbare molecuulmassa.
Bij moleculen met meer dan twee atomen bepaald de
ruimtelijke bouw of het een dipoolmolecuul is. Uit bepaalde eigenschappen van water, zoals
hoge kookpunt, kun je concluderen dat water een polaire stof is. Hieruit is af te leiden dat de
H-O-H atomen niet op een lijn liggen anders zouden de polaire bindingen elkaar opheffen.
Dus er is sprake van dipoolmolecuul als er polaire bindingen aanwezig
zijn en de ruimtelijke bouw ze niet opheft. Koolstofdioxide is
apolair, want de drie atomen wel op een lijn maar ze heffen elkaar op.
In binas tabel 55 staan dipoolmomenten. Is dat cijfer 0 dan is het
molecuul een dipoolmolecuul. Het chemisch reinigen van kleding
berust op het feit dat apolair vuil oplost in apolaire vloeistoffen.
Atoombinding komt alleen voor tussen niet-metalen, daarna krijg je
de bindingen.
Paragraaf 3 →
Hoge kookpunt water vanwege sterke polaire binding tussen waterstof- en zuurstofatomen.
Waterstofbrug / H-brug is dipool-dipoolbinding tussen O-atoom en H-atoom.
Hydroxylgroep → -OH → alcohol
aminogroep → -NH2 → aminen
Apolaire en polaire stoffen samen niet
mengen. Stoffen mengen met water
doordat ze H-bruggen vormen in het water
en het molecuul dan uit elkaar wordt
gehaald. Waterstofbruggen zijn sterk, zo’n 10% van die van een atoom- / ionbinding.
Sterker dan binding tussen dipoolmoleculen.
Carbonzuur → kenmerkende groep is carboxylgroep → aan c atoom van de zuurgroep
zitten een-OH groep (hydroxylgroep) en een =O groep, een dubbel gebonden zuurstofatoom.
Verkorting zuurgroep = -COOH. Molecuul van alkaanzuur bevat een carboxylgroep, formule
→ Cn-1H2n-1COOH
Oxaalzuur is voorbeeld van wanneer stoffen waarvan moleculen meer dan een carboxylgroep
hebben → ethaandizuur. Als carboxylgroep niet in hoofdketen voorkomt gebruik je
achtervoegsel -carbonzuur. Deze zijn met moleculen met een vrij korte koolstofketen
hydrofiel. Langer = minder goed oplosbaar. Aminozuur zijn bouwstenen voor eiwitten. Stof
waarvan moleculen -COOH en -NH2 groep hebben is aminozuur.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bernicetimmerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.