Hoofstuk 1 – Het ontstaan van de jeugdbescherming in België
- 13de eeuw = kindermoord
- 17de eeuw = zeer hoge kindersterfte door weinig aandacht. Kinderen onder leeftijd van 6 a 7
jaar telden niet, na leeftijd van 7 jaar als volwassen beschouwd en nam deel aan alle
aspecten van het leven.
- Na 17de eeuw = voor maatschappij is kind een aparte groep met aparte kenmerken. Eerst in
de hogere sociale klassen pas later in de lagere
Opkomst van kinderkleding, kinderspelen, ontstaan kindergeneeskunde.
- Eind19de eeuw = Industrialisering
Dominantie van rijke burgerij (katholiek of liberaal)
Het proletariaat als aparte klasse = mensen werken voor hongerloon, uitbuiting, wonen
in ellende en miserabele omstandigheden.
Privé-initiatieven = bescherming van jongeren en moeders
Wees- en vondelingentehuizen van Katholieke Kerk (Liefdadigheid) en rijke burgerij
(Caritas)
Overheid neemt ook maatregelen
1889 = wet op kinderarbeid < 12 jaar.
- Jeugddelinquentie voor 1912
Minderjarige delict plegers bestraft als volwassenen door gewone rechter.
Handelde minderjarige met of zonder ‘oordeel des onderscheids”
Met = minderjarige toerekeningsvatbaar en werd bestraft als volwassen, was
minderjarige onder 16 jaar dan kon leeftijd verzachtende omstandigheden zijn.
Zonder = minderjarige niet toerekeningsvatbaar en dus onschuldig. Wel kan rechter
minderjarige tot zijn 21ste in een speciaal verbeteringshuis of in een
liefdadigheidsinstelling plaatsen als de hij vond dat het gezin onvoldoende
opvoedkundige waarborgen bood.
- 1912 De wet op kinderbescherming
Kinderen worden anders berecht als volwassenen. Dit door tussenkomst van een
kinderrechter.
< 16 jaar ontoerekeningsvatbaar = geen straf wel maatregelen (Bewaring behoeding
en opvoeding) (Maatregelen: ouders – ontzetting uit de ouderlijke macht)
Maatregelen ook voor jongeren in pre-delinquente situatie (risicovolle situaties:
landloperij, bedelarij, prostitutie, …) en voor jongeren die door hun ouders
aangemeld worden wegens wangedrag en daardoor ernstige redenen tot
ontevredenheid gaven.
Kritiek op wet kinderbescherming van 1912
Bescherming beperkt zich tot minderjarige delict plegers of jongeren in pre-
delinquente situaties.
Andere situaties waarin jongeren bescherming nodig hebben (verwaarlozing,
mishandeling, … ) behoren niet tot de bevoegdheid van de kinderrechter.
- 1914 wet op leerplicht.
- Tussen 1912 en 1965 lange discussie
Er wordt gepleit om kinderechter bevoegd te maken voor alle minderjarigen in gevaar
Er wordt gepleit dat bescherming in eerste plaats thuis hoort buiten de rechtbank en
pleit voor een buitengerechtelijk luik van kinderbescherming zodat de kinderechter pas
in de tweede instantie tussenkomt.
,- 1965 De jeugdbeschermingswet
Het gerechtelijk luik wordt hervormd
Binnen het Parket komt er een afdeling jeugdparket dat beslist MOF wel of niet te
vorderen en KiG wel of niet jrb in te schakelen.
Kinderrechter wordt jeugdrechtbank met jeugdrechter en sociale dienst
jeugdrechtbank (SDJ)
Jeugdrechtbank bevoegd voor
MOF: <18j, vordering OM, maatregelen
Kind in gevaar: Vordering OM (na doorverwijzing door het JBC,
hoogdringendheid) en maatregelen
(Maatregelen MOF en KiG zijn identiek)
Buitengerechtelijk luik van jeugdbescherming wordt ingevoerd
Introductie van het begrip “kind in gevaar”
Overgang van het buitengerechtelijke luik naar gerechtelijke luik
Vrijwillige hulpverlening wordt geweigerd of is niet voldoende
JBC kan minderjarige kind in gevaar rechtstreeks doorverwijzen naar jeugdparket.
Kritiek op wet jeugdbescherming 1965
Onduidelijke afbakening tussen de luiken.
Het JBC kan doorverwijzen naar parket om MR bij de jeugdrechter te vorderen
De uitvoering van de opgelegde MR is eveneens in de handen van JBC
Er ontstaat wantrouwen naar de sociale, vrijwillige hulpverlening.
Zwakke rechtspositie van de jongeren
Uitgangspunt van de wet is beschermen in het belang van de minderjarige
Paternalisme
Vermits er gehandeld wordt om te beschermen en niet te straffen moet
minderjarige zich ook niet verdedigen.
Beeld delinquente minderjarigen
Is ook te beschouwen als kind in gevaar
Slachtoffers van zijn situatie en/of omstandigheden
Onverantwoordelijke minderjarigen
Uit zich in het feit
KiG en MOF identiek pakket aan maatregelen
, Uitvoering gebeurt grotendeels in dezelfde organisaties
Weinig aandacht voor slachtoffer
Weinig aandacht beveiliging samenleving
o Deze kritieken gaven aanleiding tot hervorming die versnelt wordt
door de staatshervorming eind jaren 80
- 1988 staatshervorming grote grondwetsherziening.
Jeugdbescherming, buitengerechtelijke (vrijwillige) en gerechtelijke (gedwongen)
Komt toe aan de gemeenschappen
Met uitzondering van
De werking van de jeugdrechtbank en de rechtspleging voor de
jeugdrechtbanken
De werking van het jeugdparket
Het bepalen van de maatregelen die de jeugdrechter kan nemen ten aanzien van
Mi die een MOF pleegt en de ouders
De Vlaamse gemeenschap wordt bevoegd voor
Het buitengerechtelijk luik
Binnen het gerechtelijke luik
De sociale dienst van de jeugdrechtbank (SJD) valt niet langer binnen justitie
maar welzijn
Het bepalen of maken van de maatregelen die de jeugdrechter kan opleggen is
een situatie van een kind in gevaar wat voortaan POS wordt genoemd
De uitvoering van de maatregelen via de SJD die de jeugdrechter oplegt in een
POS en MOF situatie.
- 1990 De Gecoördineerde Decreten Bijzondere jeugdbijstand
Nu voert de Vlaamse gemeenschap een eigen jeugdbescherming begeleid dat deel
uitmaakt van het algemene welzijnsbeleid
Met 2 decreten krijgt het Vlaamse jeugdhulplandschap vorm. = De Gecoördineerde
decreten bijzondere jeugdbijstand.
Jeugdbescherming wordt jeugdbijstand.
MOF en POS
MOF komt niet in het buitengerechtelijke luik – wjb 1965 blijft van
toepassing
Kinderen in gevaar wordt POS
Hervorming van het buitengerechtelijke luik – vrijwillige hulpverlening
POS
JBC wordt CBJ – Consulenten
Preventie beleid en daadwerkelijke hulp en bijstand.
Overgang van het buitengerechtelijke naar het gerechtelijke luik via BC
Volledige loskoppeling van beide luiken.
Bemiddelingscommissie (BC) wordt in het leven geroepen
Sluis tussen CBJ en jeugdparket
BC bemiddelt tussen cliënt en hulpverlener wanneer hulpverlening vast komt te
zitten
Resultaat bemiddeling
Akkoord – vrijwillige hulpverlening wordt verdergezet door CBJ
Geen akkoord
o BC is van oordeel dat er geen voldoende ernstige indicaties zijn tot
gedwongen hulpverlening -vrijwillige hulpverlening stopt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur peetersquincy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.