📕
Notes
Algemene Inleiding: Basisprincipes
Inkomstenbelasting
Registratierechten en Successierechten (vaak veel vragen op examen)
BTW (enkele vragen)
Arbeidsovereenkomsten (altijd 1 vraag, waarvan 2 mogelijke)
Algemene Inleiding: Basisprincipes
Inleiding:
Oorsprong van belastingen:
Magna Carta 1215: “No taxation without representation.”
Actuele tendens: de Tax Shift:
Redenen: vergrijzingsfiscaliteit (oude mensen hebben veel vermogen, dividenden, ... wat
net de dingen zijn die laag belast zijn) → Proportioneel deel werkenden zal steeds
afnemen in totaal van de populatie en die moeten juist het grotere deel belastingen
betalen → niet houdbaar.
Kaaimantaks: Rijke mens die geld wegstopt in vennootschap in laag belastingsland (bv.
panama) dan kijken ze door die vennootschap heen alsof het zijn eigen centen zijn en ge
moet ze aangeven in België. Het kijkt door ingewikkelde constructies heen.
Nieuwe evolutie:
Economisch beleid:
Subsidisch beleid
Fiscaal beleid
Tewerkstellings beleid
Begrip “belasting”: Verplichte bijdrage opgelegd door overheid volgens bepaalde regels van
recht aan haar onderdanen ten einde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie
haar uitgaven te kunnen doen.
Notes 1
, Retributies: betaling aan overheid omdat overheid iets doet voor u. (geen wet voor
nodig).
Grondregels Belastingheffing: Sowieso examenvraag over belastingsontduiking, fraude,
antimisbruikbepaling, ...
Legaliteitsbeginsel (art. 170 GW): Geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden
ingevoerd dan door een Wet = Als het niet in de wet staat, is er geen belasting op →
Belastingsvrije samenleving (tenzij er een wet is die zegt dat er wel een heffing is).
Annuiteitsbeginsel of eenjarigheidsbeginsel (art. 171 GW): Elk jaar moet de begroting
gestemd worden, verbonden met financieringswet. (niet zo belangrijk)
Gelijkheidsbeginsel (art. 10/11 en 172 GW): Wie zich in gelijke omstandigheden bevind,
moet op een gelijke manier behandelt worden. (zeer belangrijk)
Voorbeeld: In een gemeente was er een burgemeester die mensen moest aanwerven
voor de groendienst van die gemeente. Hij vond dat zijn neef in aanmerking kwam en die
woonde in minder dan 2km van het gemeentehuis dus stelde hij als voorwaarde op dat
de mogelijke aan te werven personen in die straal van het gemeentehuis moesten wonen
om snel op geroepen te kunnen worden (voor noodsituaties). Hij zei ook dat het een man
moest zijn, wat het gelijkheidsbeginsel schend aangezien het verschil relevant moet zijn:
een vrouw kan even goed een haag snoeien, een kat uit een boom redden.
Belastingrecht is van openbare orde (art. 172 GW): Openbare orde: het is zo en ge moet
da accepteren, geen discussie mogenlijk. Akkoordje is niet mogelijk.
Feitelijke kwesties kan wel over gediscussieerd worden:
Voorbeeld: Fiscus “Vrachtwagen over 12 jaar afschrijven”, accountant “Hebt gij die
chauffeur al eens gezien, hij rijd er 3 maanden mee en zit al een bluts in, pakt 6
jaar?” ...
Voorbeeld: Wat is de duur/afstand van huis → werk? Kortste weg is soms mss een
door modder/vuile weg waardoor het eigenlijk langer duurt.
Voorbeeld: Oppervlakte percentage bureau in huis, hangt er van af hoe je het
bekijkt: klanten moeten door de woonkamer, naar het toilet, op de oprit, ... komt
overeen met 20% ipv 5% van het bureau zelf.
Rulingbeleid: Op voorhand regels afspreken voor een bepaalde termijn. Geen
tegenstrijd met openbare orde, want u sluit geen akkoord, u krijgt gewoon voorafgaand
een correcte toepassing van de belastingswet gegarandeerd (alleen maar geldig als u
exact doet hoe u het verteld hebt aan de fiscus).
Voorbeeld: Autos kopen bij zustervennootschap, en je wilt vermijden dat de fiscus
zegt seg jullie betalen veel te veel voor die autos, je vraag een ruling aan: “we gaan
deze prijs hanteren voor 5 jaar om deze redenen ... “.
Interpretatie belastingswet:
Eerst tekstueel/contextueel daarna voorbereidende werken.
Het moet er in staan, niet “hij bedoelde/meende ...”.
in dubio contra fiscum: in geval van twijfel is er geen belasting verschuldigd. Fiscus
verliest. → Belastingsvrije maatschappij. (Niet altijd het geval in realiteit).
Notes 2
, Belastingontduiking en Belastingsontwijking=vermijding:
Belastingontduiking (tax-fraud): Verschuldigd, ma ge betaald niet. Verboden. Fictieve
kosten, verkoop zonder factuur, niet aangifte inkomen (zwart werk), prijsbewimpeling (ge
vliegt den bak in)
Fiscus kan 7 jaar terug gaan (verjaring)
Hebt ge een boete in de inkomstenbelasting van 50%, in de BTW van 100-200%
Ge begaat een strafrechtelijk misdrijf (waarbij dossier behandelt wordt door
parket/het gerecht, als het serieus is).
Belastingontwijking/vermijding (tax evasion) (steeds minder toegestaan): Slim,
feitelijk gedragen dat ge belasting niet verschuldigd bent. Ge hebt het recht om de minder
belastende weg te kiezen. (ge wordt fiscaal gecorrigeerd en we praten er niet meer over).
Belastingontwijking/vermijding versus Veinzing (Simulatie): Je bent wel aansprakelijk
(groene pull dragen), maar je verbergd het door blauwe jas aan te trekken, verdoezeling.
(Veinzing)
Anti-Misbruikbepaling (art. 344 $1): Ge moogt de minst belastende weg bewandelen, als u
dat niet doet om minder belastingen te betalen. Ge doet alsof ge ni weet da ge die voordelen
krijgt. (Langs studenten wandelen en shit vragen zodat ge geen belasting betaald door voor
het bureau te lopen.)
Fiscus mag gedragingen die louter fiscaal gemotiveerd zijn (minder belasting betalen),
opzij plaatsen/negeren, taxeren alsof ze niet plaats vonden.
GAAR en SAAR (Internationaal):
BEPS (Base Erosion Profit Shifting) (Barrack Obama): Maatregelen/strategieën om
tax avoidance door multinationals tegen te werken.
ATAD (Anti Tax Avoidance Directive) (EU): Europese variant.
DAC 6 (Directieve Richtlijn voor Automatsiche Gegevensuitwisseling):
Formulier dat ingeleverd moet worden vooraleer er advies wordt gegeven.
Als iemand fraude pleegt kan raadgever: (1) Amai ge bent genaaid, (2)
Regulariseren, of (3) Advocaat zijn van fraudeur.
Beginselen van Behoorlijk Bestuur: Fiscus maakt deel uit van bestuur, en moet zich
gedragen als goed bestuurder (bestuurshandelingen moeten gemotiveerd zijn, publiek
gemaakt, ...).
Vertrouwensbeginsel (Cass. 27/3/92) vs Legaliteitsbeginsel (Cass. 3/11/00):
Legaliteitsbeginsel primeert op/is belangrijker dan vertrouwensebeginsel.
Voorbeeld: Jaren lang trekken mensen vliegtuigticket af van belasting voor zowel
professionele zaken als vakantie trips naar onder andere Barcelona. Opeens staat
fiscus aan deur en zegt hebt gij uw boarding pass nog om te bewijzen dat het een
zakelijke reis was? Nope → niet aftrekbaar.
Voorbeeld: Tot bepaalde datum kon je als familiebedrijf uw aandelen verkopen aan
een holding en dan liet ge u uitbetalen door die holding met dividenden (zeer
voordelig). Plots zegt BBI, wij doen daar eigenlijk niet meer aan mee, wij vinden dat
Notes 3
, ge belastingen moet betalen op die verkoop van aandelen, dus: nieuwe wet
(Legaliteitsbeginsel). Deze werd toegepast op alle verkopen van afgelopen 3 jaar!
Extreem Voorbeeld (Vertrouwensleer won tegen Legaliteitsbeginsel): Boarding
pass voorbeeld, rechtspraak zei van: fiscus, mensen kunnen niet hun weggesmeten
boarding passes terug bovenhalen en zo bewijzen, enkel vanaf het heden kunnen zei
hier op aangesproken worden.
Rechtszekerheid (art. 2 BW): /
Inkomstenbelasting
Inwoners:
Dubbele belasting: Elk land belast (1) eigen inwoners die geld maken in het buitenland en
(2) buitenlanders die geld maken in dat land.
Voorbeeld: België belast (1) belgen die geld maken in Frankrijk en (2) fransen die geld
maken in België.
Dubbelbelastingverdragen (Oplossing): België met 95 andere landen, het land waar de
activiteit zich bevind mag de belasting opeisen. Vermijd internationale dubbele belasting.
(Typische examenvraag)
Voorbeeld: Als een italiaan werkt in België mogen enkel wij belasten en niet de Italianen.
Voorbeeld: Als een belg een villa heeft in Spanje, mag Spanje deze belasten en mogen
wij niet belasten.
De 4 componenten:
Personenbelasting (PB): natuurlijke personen/inwoners van België
Personeel Toepassingsgebied (art. 2 § 1, 1° jo.4 WIB): Op wie is ze van toepassing?
Rijksinwoners: Natuurlijke personen met woonplaats of zetel in België (de plaats
waar ge bent als ge nergens moet zijn, de plaats waar uw gezin woont).
Belgische diplomaten in buitenland: /
2 Vermoedens: (1) Weerlegbaar: ingeschreven in Leuven (=inschrijving
bevolkingsregisters), dan woon je in België, (2) Onweerlegbaar: vestigingsplaats
gezin (indien gehuwd).
De zetel van uw fortuin (= de plaats waar ge naar toe moet gaan om uw fortuin te
beheren) is in België: Dan ben je inwoner België
Materieel Toepassingsgebied: Op wat betaald ze belasting? Enkel indien inkomsten uit
1 van de 4 categorieën komt.
4 Categorieën:
(1) Onroerende Inkomsten (art. 7-16 WIB): Belastbaar Inkomen (art. 7-11
WIB): Belangrijk
Inkomstenbelasting = heffing op inkomen, Inkomen = iets wat een zaak
periodiek opbrengt zonder dat de substantie er van tenietgaat (de appelen op
de appelboom)
Notes 4
