Gezondheidspsychologie
Les 1: Inleiding
- Inhoud
▪ Deel 1: gedrag en gezondheid
. Modellen, ziekterepresentatie
▪ Deel 2: preventie en gezondheidsbevordering
. Fysieke activiteit, eten, drinken, roken
▪ Deel 3: stress en ziekte
. Stress aan hart en ademhaling
▪ Deel 4: patient, ziekte en herstel
. Slaap, pijn, vermoeidheid
Gezondheidspsychologie als wetenschapsgebied
- Wat is belangrijk in je leven?
▪ Goeie relaties met familie
▪ Eigen gezondheid
▪ Gezondheid van anderen
- Langdurige ziekte heeft invloed op autonoom gedrag (winkelen, shoppen, staan, wandelen,..)
- Gezondheidspsychologie
▪ 1. Gezondheid
. Etymologie van gezond: geheel, actief, energiek
. Etymologie van health: state of harmony, balance, equilibrium
. Definitie van gezondheid (WHO): A state of complete physical, mental and social well-being
and not merely the absence of disease or infirmity
Kan zijn dat je je niet gezond voelt ookal heb je geen ziekte
Kan zijn dat iemand met een ziekte zich totaal gezond voelt
▪ 2. Gedrag
. Anything that an organism does involving action in response to stimulation
. The response of an individual, group, or species to its environment
▪ 3. Psychologie
. Opkomst experimentele psychofysiologie en gedragsneurowetenschappen
Psychofysiologie: fysiologische parameters meten die je iets zeggen over gedrag
. Psychofysiologie definitie: The application of the principles of biology, to the study of
physiological, genetic, and developmental mechanisms of behavior in human and non-human
animals.
- Primaire focus: problemen die zich voordoen als lichamelijke klachten in tegenstelling tot problemen die zich
beperken tot emotionele of mentale gezondheid
- Doelgroepen
▪ Gezonde mensen (gezondheidsbevorderend gedrag & ziektepreventie)
▪ Mensen met een verhoogd risico op ziekte (genetische dragers, risicovol gedrag: roken)
▪ Mensen met acute gezondheidsproblemen of complexe zorgbehoeften
▪ Mensen met chronische ziektes
Definitie gezondheidspsychologie
- The aggregate (geheel) of the special
▪ educational
▪ scientific
▪ professional contributions of
- The discipline of psychology to the
▪ promotion of health gezondheid/lifestyle changes
▪ maintenance of health gezondheid/lifestyle changes
▪ prevention of illness symptomen – affect, cognitie – gedrag
▪ treatment of illness symptomen – affect, cognitie – gedrag
▪ identification of etiological factors prospective cohort studies, experimenten
- And analysis of improvement of the health care system. Programma evaluatie gezondheid economie/QOL
1
,International Classification of Functioning, Disability & Health
- Classificeringssysteem
- ICF: aim to provide a unified and standardized language for describing and classifying health domains and
health-related states and hence to provide a common framework for health outcome measurement.
- Body structure and function
▪ Gezondheid heeft met lichaam en biologie te maken
- Activiteiten
▪ Welke dingen kunnen mensen wel/niet doen
- Participatie
▪ In hoeverre kunnen ze nog deelnemen aan het normale leven
- Omgevingsfactoren & persoonlijkheidskenmerken (ziekterepresentatie)
▪ Ziekterepresentatie: manier waarop mensen hun eigen ziekte interpreteren
- Bv: je hebt spierpijn
▪ Biologisch: pijn aan de spieren
▪ Activiteiten: kan de telefoon niet goed opnemen
▪ Participatie: kan niet meer communiceren met je bff
Behavioural medicine
- Behavioural medicine: Het interdisciplinaire veld dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en integratie van
gedrags- en biomedische wetenschappelijke kennis en technieken die relevant zijn voor gezondheid en ziekte, en
de toepassing van deze kennis en technieken op preventie, diagnose, behandeling en revalidatie.
▪ Meer medisch dan gezondheidspsychologie
Lichaam en geest, korte geschiedenis
Biomedisch model
- Lichaam en geest – Dascartes
▪ 17e eeuw
▪ Pijn = reflex van brein, veroorzaakt door lichamelijk letsel
. Hand wegtrekken -> reflex doen stoppen
▪ Altijd een biologische oorzaak
- Kritiek
▪ 1. Lichaam-geest dualisme: monocausaal
▪ 2. Reductionisme: gedrag kan alleen verklaard worden door verstoorde chemie-huishouding in lichaam
▪ 3. Ziekte-georiënteerd: negeert rechtstreeks invloeden op gedrag
▪ 4. Ontoereikend: kan vele (langdurige) klachten niet verklaren
- Studie: hoe veel symptomen worden als ‘medisch onverklaard gezien’
▪ Symptoom vragenlijst: pijn, duizelig, kortademigheid
▪ Praten met huisarts die zegt of ze medisch verklaarbaar zijn of niet adhv medische oorzaak
▪ 76% niet verklaarbaar
- Biomedisch model kan weinig verklaren ookal is er veel aan de gang
Psychosomatisch model
- Als er geen biologische oorzaken zijn, dan kijken naar psychologische oorzaken
- Conversiestoornis
▪ Mensen hebben bepaalde klachten maar er kan geen biologische oorzaak gevonden worden
▪ Bv: blind zijn zonder iets biologisch te merken aan de ogen
. Lopen door een parkoer en lopen tegen niks ookal ‘kunnen ze niet zien’
- Psychosomatiek van de maagzweer
▪ Heel veel aparte psychische dingen zorgen uiteindelijk voor maagzweer
- Somatisatie: a tendency to experience and communicate somatic distress and symptoms unaccounted for by
pathological findings, to attribute them to physical illness, and to seek medical help for them
▪ Kritiek
. Geen wetenschappelijke steun voor concept somatisatie in studies van pijn
. Onduidelijk of klachten niet verklaard konden worden door biomedische bevindingen
. Werden de klachten toegeschreven aan 1 ziekte?
2
, . Slechts 1 studie onderzocht of deelnemers hulp zochten voor hun klachten
Theoretische modellen in de gezondheidspsychologie
Diathese-Stress model
- Diathese = kwetsbaarheid
▪ Stressor is trigger om kwetsbaarheid over te doen gaan in ziekte
- Studie: mensen met chronische ziektes rapporteren veel stress
▪ Mensen die heel veel verkoudheidssymptomen tonen
. Meer psychische stress
. Lengte van de stress langer -> meer symptomen
Rugpijn
- Rugpijn
▪ Diathese: kwetsbaarheid voor spiertonus (sterker gespannen)
▪ Kan alleen voor rugpijn leiden als er een stressor is ook
▪ Rugpijn zelf is ook op zich dan weer een stressor
▪ Stimuli kan rol van de stressor overnemen
. Stimuli was altijd samen met stress
. Na een tijdje geen stressor meer nodig, stimuli alleen is genoeg
. Bv: de tafel waar je aan zit wnnr je rugpijn hebt
- Studie: paraspinale EMG
▪ Participanten
. Gezonde
. Chronische ziekte (niet aan rug)
. Chronische rugpijn
▪ Condities
. 1. Alfabet laten opzeggen (geen stress)
. 2. Rekenoefening (beetje stress)
. 3. Nadenken en rapporteren over pijnsymptomen
. 4. Vertellen over wat je stress geeft
▪ Resultaten
. Vooral 3 en 4 zorgen voor hoge pijn bij chronische rug mensen
Kritiek
- Identificatie kwetsbaarheden
▪ Genetisch, biologisch, psychologisch, socio-cultureel
- Wat is stressor?
▪ Anders voor iedereen
Bio-psycho-sociaal model
- Biologische, psychologische en sociale effecten
▪ Gedrag kan ziekte beïnvloeden
▪ Gedrag beïnvloed door denken
▪ Gedrag is plastisch, kan veranderen
- Klacht niet hetzelfde als ziekte
- Ziekte – biologie
▪ Schadelijke afwijking van het organisme
▪ Verstoring van het zelfregulerend biologisch proces
▪ Kan veroorzaakt worden door een genetische predispositie, infecties, trauma, slijtage …
▪ Voorbeelden: Diabetes, Kanker, Hypertensie, Multiple Sclerose…
- Klacht – gedrag
▪ Gedrag (of verandering), mogelijk behorend bij een bepaalde ziekte
▪ Gerapporteerd: wat de persoon ervaart (ziekterepresentatie)
▪ Geobserveerd worden door anderen, arts of specialist (ziektegedrag)
▪ Voorbeelden zijn: Pijn, Misselijkheid, Duizeligheid, Vermoeidheid ...
. Kan je ook hebben zonder ziekte
3
, Cognitive behavioural model
- Gedachten & cognities creëren realiteit, iedereen eigen realiteit
- Gedachten zorgen voor bepaalde emoties die dan ons gedrag beïnvloeden
▪ Primair appraisal: perceptie van bedreiging, hoe gevaarlijk is het
▪ Secondary appraisal: perceptie van controle, wat kan ik doen
- Catastrofale interpretaties van pijn
▪ Ruminatie, magnificatie en hopeloosheid
▪ Vragenlijst
. Vraag ik mij voortdurend af of de pijn wel zal ophouden
. Is dat verschrikkelijk en denk ik dat het nooit beter zal worden
. Word ik bang dat de pijn erger zal worden
. Vraag ik me af of er iets ernstigs kan gebeuren
▪ Kan slechte outcomes voorspellen
. Nog meer dan lichamelijke klachten zelf
▪ Studie: pijnstimuli doen op mensen
. Catastrofiserende interpretaties -> Interleukin-6: bevordert ontstekingsprocessen
- Rol van verwachtingen
▪ Verwachte dreiging en gevoel van controle heeft meer impact dan de daadwerkelijke dreiging
▪ Placebo en nocebo
. Na toediening inactieve stof
. Nocebo: meer klachten
. Placebo: minder klachten
▪ Studie: pijnlijke warmte prikkel
. Gaf een opioide in verschillende experimentele omstandigheden
. 1. Pijnprikkel + geen opioide
. 2. Pijnprikkel + opioide (mensen wisten het niet)
. 3. Pijnprikkel + opioide (mensen weten het nu wel)
. 4. Pijnprikkel + ‘geen’ opioide (was een leugen, kregen er wel nog)
. Resultaten
Voelden iets minder pijn als ze het niet wisten dat ze opioide kregen
Als ze het wisten: dubbel effect
Als ze het zogezegd wegdoen -> pijn helemaal terug
▪ Associatieve leerprocessen helpen ook
Affect motivational models
- Doelen: geanticipeerde verhoopte (hoped for) of gevreesde (feared) toestanden
▪ Vermijdingsdoelen: anticipatie van gevreesde of ongewenste toestanden
. Bv: pijn, handicap, werkeloos,…
▪ Toenaderingsdoelen: anticipatie van verhoopte of gewenste toestanden
. Bv: familie hebben, werk, toekomst,…
- Discrepantie tussen doel en huidige situatie -> affect -> actie
▪ Meer discrepantie: meer affect -> meer actie
- Soms conflict tussen vermijding en toenaderingsdoelen
▪ Assimilatie: acties om doel toch te bereiken (jezelf aanpassen)
▪ Accommodatie: doel aanpassen (situatie aanpassen)
▪ Immunisatie: huidige situatie herdefiniëren
4