Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Strafrecht: Samenvatting + lesnotities + voorbeeldvragen €7,49   Ajouter au panier

Resume

Strafrecht: Samenvatting + lesnotities + voorbeeldvragen

 143 vues  7 fois vendu

Dit zijn de lesnotities en volledige samenvatting van het boek voor het vak 'Strafrecht'. Het is een praktisch opgedeelde samenvatting volgens de inhoudstabel van het boek met daarbij geannoteerde lesnotities en verdere info + behandelde voorbeeldvragen. Zeker aan te raden voor bij het studeren van...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 121  pages

  • 25 février 2023
  • 121
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (29)
avatar-seller
elisaderop
STRAFRECHT – lesnotities


ALGEMENE INLEIDING
 Strafrecht gaat over misdrijven en straffen
- Wie kan een misdrijf plegen? Mensen, geen dieren, rechtspersonen, …

HOOFDSTUK 1. Definitie
Materieel Strafrecht
= het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd
- Verbodsbepalingen
- Inhoudelijk
- Tot de burgers/ particulieren gericht
- Regels over wat er niet mag en wat er strafbaar gesteld is en de sanctie die daarop gesteld is
- !: Er zijn veel dingen die niet mogen, maar dit kan in verschillende contexten zijn, MAAR dit is geen
strafrecht  alleen regels waarop een misdrijf gesteld is = waar een straf is opgesteld
 2 begrippen staan centraal:
1) Misdrijven = de omschrijving van de strafbare gedraging
2) Straffen = de bepaling van de straf

Formeel Strafrecht
= het geheel van procedurele spelregels volgens welke het materieel strafrecht wordt toegepast
= strafprocesrecht
- Wie? Wat? Hoe? Welke rechtbank?
- Gericht tot de overheid

Internationaal Strafrecht
!: Het strafrecht is de rechtstak die het meest nationaal is gebleven.
- Het is een heel belangrijk en hard recht dat heel nauw samenhangt met de staat en haar soevereiniteit
- Plaats van het misdrijf is bepalend (!)
 vb. Zwitser pleegt een moord in België: Belgisch recht wordt toegepast
 <> andere rechtstakken (vb. burgerlijk recht – huwelijk)
= een klein stukje dat toch is geïnternationaliseerd
- Zware misdrijven, misdrijven tegen de mensheid, genocide, …

HOOFDSTUK 2. Historisch overzicht
 Strafrecht hangt heel nauw samen met de staat en haar soevereiniteit
- Het vereist een structuur  Historisch gezien: hoe ging men om met misdrijven en straffen?
- publiekrecht = recht van de staat (strafrecht)
o <> privaat recht = regels over hoe individuen met elkaar omgaan

Archaïsche stelsels
Strafrecht in huidige zin bestaat niet in een primitieve maatschappij
- Strafrecht was een private aangelegenheid – Privékarakter!
 wraak: ‘oog om oog, tand om tand’ = taliorecht
o Voorloper van het strafrecht
o Finaliteit van dit systeem is in hoofdorde gelegen in de vergelding van het aangerichte kwaad
en de loutering

,  De ene doet iets en daar komt een reactie op van (de familie van) het slachtoffer
o Families nemen het recht in eigen handen – wraakneming
o Vetes tussen groepen – escalatie van wraak
- Manier waar er geen overheidsstructuren zijn die het strafrecht in handen heeft
 De familie zorgt voor het eigen recht
 Afspraken rond wraakneming (hoe?) waren de eerste vorm van strafrecht
o Duel - een van de mogelijkheden om een conflict op te lossen
o Kanun – Albanese vorm van wraakneming
- Systeem gebaseerd op het recht van de sterkste

Middeleeuwen
Het Oudgermaans strafproces ( accusatoir)
Accusatoir = een procedure die erg gericht is op participatie van partijen
- De partijen maken het proces en de rechter heeft een redelijke passieve rol

Een structuur die ontstaat over het beheersen van de wraak
 Als reactie op situaties van escalerend geweld tgv privéwraaknemingen begint de ‘overheid’ (feodale
vorsten) vanaf de 13e eeuw bemiddelend op te treden
- “We willen een overheid die bemiddelend optreedt”
- !: is niet zelf straffen opleggen
- Verbod op privéwraakneming + het beginsel dat enkel de dader van een misdrijf, niet zijn familie,
aansprakelijk mag worden gesteld
 Doel: vrede tussen het slachtoffer en de dader

Rondreizende rechters – enquête du pays
 Bieden hun diensten aan, MAAR hebben een louter passieve rol
 Doen uitspraken over conflicten
- Vooral ivm vergoedingen (!: nog geen straffen)
- Bloedgeld: in plaats van fysiek wraak te nemen wordt de wraak afgekocht (= compositio)
- Vredegeld: wordt bezorgd aan het slachtoffer én er gaat ook een stuk naar de overheid (= fredus)
= de eerste boetes
 straffen ontstaan die meer zijn dan schadevergoedingen
o Straffen kennen een uitbreiding – hoe sterker de overheid, hoe talrijker en strenger de
straffen
 lijfstraffen, verbanningen – wrede straffen

Procedure
- Doel van de procedure: Niet het ontdekken van de waarheid maar het nagaan van de reputatie van de
beklaagde
- Bewijssystemen, rechtbanken, … ontstaan
- Infamiaprocedure = de reputatie van iemand volstaat om iemand schuldig te verklaren (!: doel)


Bewijsstelsel
- Zeer irrationeel karakter – Vaak werd er gesteund op bewijzen als de purgatio (reinigingseed), de
compurgatio (met eedhelpers) en de godsoordelen
- Bewijslast lag bij de beklaagde: de beklaagde moest zelf zijn onschuld bewijzen

Straffen - Ongelijkheid en wreedheid
- Gevangenisstraf was geen straf, maar een middel voor uitvoering van andere straffen (bv. doodstraf)

, - Vaak openbaar en vernederend!

Tijdige synthese
Strafrecht ontstaat uit private wraaknemingen en evolueert daarna door het optreden van de overheid die zich
gaat mengen door straffen en boetes op te leggen.

Het inquisitoir strafproces (15de – 16de eeuw)
Inquisitoir = procedure waar de partijen minder belangrijk zijn en de rechter een meer actieve rol speelt
Als reactie op het irrationeel karakter van bewijsvoering
 Gekenmerkt door de actieve rol van de rechter als rechter en openbare aanklager
 De beklaagde is niet langer een procespartij, maar het object van het onderzoek

Staten (grote structuren) ontstaan met een grote machtsconcentratie (koning/keizer)
- Het rechtssysteem is hier dan ook een afgeleide van
 de koning maakt de regels (!: majesteitsschennis)
o Meer regels, invoering van wetboeken

Doel van de procedure
 Vinden van de waarheid
- Het proces verloopt grotendeels in het geheim, maar de strafuitvoering is nog steeds openbaar

Straffen
- Blijven nog steeds wreed en ongelijk + willekeurig
 Waarom? In een tirannie is het belangrijk dat de straffen de ongelijkheid tussen de burger en de
koning belichten/ Illustreert de macht van het staatshoofd (= functie wreedheid)
o Hoe minder gecentraliseerd de macht, hoe zachter de straffen (<>)
 Verspreide macht? Zachtere straffen
o Excessen tijdens de Spaanse Inquisitie!
- Kapitale misdrijven? Inquisitoire procedure
- Minder ernstige misdrijven? Werden civilijck afgehandeld (civiel proces met accusatoire kenmerken)

Bewijslast
- Procedures werden opgeschreven, maar uiteindelijk was er het systeem waarbij het gerecht
functioneerde als ambtenaar van de koning die moest zien dat de wetten moesten nageleefd worden
en dat er wrede straffen worden opgelegd
- Bewijslast bij de vervolgende partij
- Strikte bewijsreglementering: aan elk bewijsmiddel werd een bepaalde bewijswaarde verboden
 Hoofdbewijsmiddel = de bekentenis

Verlichting
Verlichting
Heel belangrijke maatschappelijke, politieke en economische revolutie waarbij de macht van het staatshoofd
verdwijnt en naar de burgerij gaat
= een reactie op de excessen van het AR
- Men reageerde vooral op de willekeur van de rechter, de wrede onderzoeksmethodes en de wrede en
ongelijke straffen

Verdwijnen van absolutisme en in de plaats komt een ander systeem dat minder absoluut is
 Gevolg: het strafrecht kan niet zo wreed meer zijn

, Men heeft een andere maatschappijordening nodig! Contrat social
= in dit contract beslissen de burgers samen hoe men de maatschappij gaat organiseren
- Het strafrecht is geen systeem van verdrukking meer
 Het misdrijf is de schending van het sociaal contract – Alleen hieruit put de overheid haar recht om
misdrijven te vervolgen en te bestraffen (= ius puniendi )
- Strafbaar? Alleen wat in het wetboek staat mag gestraft worden
 Dit is ook op voorhand afgesproken en moet in relatie zijn met een misdrijf - Wordt afgeleid uit het
contrat social en wordt bepaald door een schending hiervan
- Nachtwakerstaat – De staat mag enkel optreden als het echt nodig is
- Wrede straffen hebben geen draagkracht meer  oplossing: gevangenis als strafinstrument
 Voordelen
1) Kan privaat gebeuren
2) Is meetbaar – lichtere straffen op lichtere misdrijven, …

Het recht op bestraffing is echter gebonden aan 3 belangrijke principes: Magna Charta
= belangrijke pijlers van het strafrecht
 Hierdoor moest de burger worden beschermd tegen het willekeurig overheidsoptreden – Strafrecht als
fundamentele bescherming voor de burger!
1) Legaliteitsbeginsel (art. 2 Sw.)
= geen misdrijf zonder wet, geen straf zonder wet
o Misdrijven en straffen moeten op voorhand in de wet vastgelegd zijn
o De rol van de rechters is beperkt tot de toepassing van de wet – ‘La bouche de la loi.’
o De straf moet gekoppeld zijn aan het misdrijf
2) Subsidiariteitsbeginsel
= Enkel strafrecht gaan gebruiken als het nodig is – De staat mag slechts daar optreden waar het
werkelijk mogelijk is
o Alleen de gedragingen die echt niet kunnen (“Strafrecht als last resort”)
3) Proportionaliteitsbeginsel
= er moet een verhouding zijn tussen de ernst van het misdrijf en de straf
o Zwaar misdrijf? Zware straf.
 Cesare Beccaria (1764) – Hij pleitte voor de rechten van de verdediging.

Het ‘revolutionair’ strafrecht (1789-1800)
Codificatie van de strafwetboeken  logisch uitvloeisel van het legaliteitsbeginsel
- Rechter = la bouche de la loi <> vandaag: rechter heeft een grote beoordelingsvrijheid

Déclaration des droits de l’homme et du citoyen van 1789
 Dit was in de eerste plaats de vertolking van de nieuwe staatsrechtelijke ideeën + ideeën van de Verlichting
- Belangrijke bepalingen: beginsel van de persoonlijke vrijheid, het proportionaliteitsbeginsel, het
subsidiariteitsbeginsel, het legaliteitsbeginsel,…

De eerste codificaties van deze nieuwe ideeën in strafwetboeken
 De codificatie van het strafrecht is het logisch uitvloeisel van een denkrichting die het legaliteitsbeginsel
vooropstelt
- 2 wetboeken waarin de nieuwe ideeën op de meest volledige wijze werden doorgevoerd
1) Code Lepeletier 1791
2) Code Merlin 1795

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisaderop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  7x  vendu
  • (0)
  Ajouter