Uitgebreide samenvatting van het tweede deel van het vak Inleiding tot de Algemene Economie van de Universiteit Antwerpen op basis van lesnotities, boek en powerpoint. Vak voor de schakeljaren en PSW-studenten.
Hoofdstuk 12: Beïnvloeding van de aggregatieve vraag: de monetaire
politiek
0. Inleiding
In dit hoofdstuk nemen we de geldmarkt op in de analyse van de economische kringloop. We
bekijken de nieuwe factor die via de geldmarkt de aggregatieve vraag AV kan beïnvloeden,
namelijk de monetair politiek via de tussenkomst van de (Europese) Centrale Bank (ECB).
We houden sinds hoofdstuk 9 vast aan de assumptie van een constant algemeen prijspeil P,
deze assumptie zullen we doorheen dit hoofdstuk stilaan wegvagen.
1. Wat is geld?
Geldeconomie versus ruileconomie
Uiteraard is er niet altijd geld geweest als middel van betaling goederen. De eerste
beschavingen werden gekenmerkt door een ruileconomie. In een dergelijke economie wordt
er aan directe ruil gedaan. Stel dat ik kippen (goed A) in mijn bezit heb en Jan heeft enkele
schapen (goed B), indien ik dan een schaap zou willen, moet ik daar een bepaald aantal kippen
voor geven. In een geldeconomie gaat het er iets anders aan toe, ik verkoop mijn kippen tegen
een bepaald bedrag in geld en met dat geld kan ik dan een schaap kopen. Er wordt in principe
nog steeds geruild, goed ruilen voor geld en geld ruilen tegen goed, maar het gaat hier om
een indirecte ruil.
Er zijn uiteraard nadelen verbonden aan directe ruil:
Het voornaamste nadeel is dat er pas een ruil kan plaats vinden wanneer beide
partijen tot een akkoord komen. Ik kan pas aan een schaap raken indien Jan behoefte
heeft aan kippen. Zo niet, is er geen ruil mogelijk.
Daarnaast werden ook het aantal ruilverhoudingen jaar na jaar groter. In een
economie met slechts drie goederen, zijn er drie ruilverhoudingen, spreken we over
een economie met tien goederen, dan zijn er plots 45 ruilverhoudingen. De
verhoudingen lopen snel op.
We moeten ook rekening houden met de ondeelbaarheid van goederen. Wat doe je
bijvoorbeeld als je een huis hebt, maar een auto wil kopen? Je kan moeilijk 1/10 e van
je huis geven voor de auto. Het is dus moeilijk om zaken van hoge waarde te ruilen
tegen een beperkte hoeveelheid van een goed met mindere waarde.
Ook kredietverlening is een probleem in een ruileconomie, kredietverlening is
goederen ter beschikking stellen van iemand en de betaling pas later ontvangen.
Neem nu dat ik 100 kippen uitleen en ik met mijn schuldenaar afspreek dat hij de
schuld twee jaar nadien afbetaald. Zijn of krijg ik dan wel kippen van dezelfde
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rc_94. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.