Praktisch Staatsrecht Visscher 5e druk - 60 oefenvragen en antwoorden hele boek verdeeld in subonderwerpen - 9789001298821 / zomer 2024
Tentamen vragen Praktisch Staatrecht, 18 vragen en antwoorden die op tentamen zijn geweest, HBO recht 2024
Alle leerdoelen praktisch staatsrecht hele boek Visscher 5e druk, hogeschool utrecht
Tout pour ce livre (51)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
HBO-rechten
Staatsrecht
Tous les documents sur ce sujet (14)
Vendeur
S'abonner
sisi1
Aperçu du contenu
Leerdoelen staatsrecht:
Week 1: De Nederlandse staat
Inleiding Hoofstuk 1 (1.2 alleen lezen) en 3.2
1. De student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven; (Statuut, Grondwet)
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op
een bepaald grondgebied, waarover een organisatie het hoogste
gezag uitoefent.
De drie kenmerken van een staat zijn dan dus ook:
1. Grondgebied (territorium) -> het stuk grond of luchtruim tot hun
bezit
2. Gemeenschap (bevolking) -> de gemeenschap wordt gevormd
door mensen die daar wonen en die zich verbonden voelen met
elkaar.
3. Gezag -> staat heeft zeggenschap op en over zijn hele grondgebied. Hoogste gezag zorgt
voor orde en mag alleen geweld gebruiken. Niet alleen op burgers, maar iedereen op dat
grondgebied. (toeristen etc)
Statuut = regeling met betrekking tot de organisatie van het koninkrijk en de verhouding
tussen landen die daartoe behoren.
Grondwet = regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
staatsorganen en de verdeling van staatsmacht. Bijvoorbeeld : dat de regering wordt
gevormd door de koning en de ministers.
Hoogste gezag is overheid!
2. De student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de
Grondwet is en wat er in geregeld wordt;
Constitutioneel recht = staatsrecht
De rechtsregels die het staat gezag en de organisatie van de staat vast leggen, worden
constitutie op staatsregeling genoemd.
3 bronnen van staatsrecht:
1. Geschreven staatsrecht
- Verdragen (EU-verdragen)
- Statuut (voor koninkrijk der Nederlanden)
- Grondwet = regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
1
,staatsorganen en de verdeling van staatsmacht. Bijvoorbeeld : dat de regering wordt
gevormd door de koning en de ministers.
- Organieke wetten = wet in formele zin (door regering en Staten-Generaal) die in opdracht
van de grondwet tot stand komt.
- AMvB’s = Algemene Maatregel van Bestuur
- Ministiriele regelingen
2. Ongeschreven staatsrecht
Gewoonterecht -> regels over hoe je je moet gedragen
3. Jurisprudentie
Het rechtersrecht. Uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels voor de
verduidelijkt en toegepast in een concreet geval.
3. De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven (grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtspraak);
De vier pijlers van de rechtstaat zijn:
1. Scheiding der machten = alle macht niet in handen van
1, anders kans op misbruik. De drie functies van de
overheid door verschillende afzonderlijke organen houden
zich bezig met 1 van die taken.
Wetgeving in handen van volksvertegenwoordiging, overheidsorganen voeren deze wetten
uit en de rechter past deze wetten goed toe. In Nederland is dit echter niet gelukt want,
meer spreiding dan scheiding!
Wetgevende macht:
- Staten-Generaal = eerste + tweede kamer (de volksvertegenwoordigers), maar
wetten worden samen met regering gemaakt!
- Regering = koning + alle ministers
Uitvoerende macht:
- Regering, maar de regering kan zonder medewerking van volksvertegenwoordiging
regels vaststellen in de vorm van een koninklijk besluit die de koning dan
ondertekend.
2. legaliteitsbeginsel = uitgangspunt dat elk publiekrechtelijk optreden van de overheid een
grondslag moet hebben in wetten die mede door volksvertegenwoordiging tot stand zijn
gekomen. Bijvoorbeeld; politie mag je niet zomaar aanhouden zonder enige reden, het moet
echt in de wet staan!
3. grondrechten = invloed van overheid wordt begrensd door fundamentele rechten van
burgers. De overheid moet deze rechten respecteren en mag hier alleen inbreuk op maken
als dit wettelijk is bepaald en in het wetboek staat geschreven.
4. onpartijdige en onafhankelijke rechters = rechters bieden burgers bescherming tegen
overheidsoptreden dat willekeurig is of op een andere manier in strijd is met het recht.
Week 2 en week 3: Grondrechten
Hoofdstuk 2 en 9.1
4. De student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt verstaan
en wat het verschil is tussen beiden;
Klassieke grondrechten = grondrechten die jou beschermen tegen de macht van de
overheid.
- Waarborgnormen (creëert staatsvrije sfeer)
- Overheidsingrijpen niet toegestaan, tenzij is vermeld in GW!
- Directe werking en rechtstreeks afdwingbaarheid bij rechter.
- Verticaal en horizontale werking
Stel iets van jou wordt beperkt of wordt aangetast dan: kun je de overheid daarop
aanspreken en in laatste instantie naar de rechter.
Overheid kan klassieke grondrechten niet tegen burger gebruiken, want die grondrechten
zijn juist voor bescherming van burger van de overheid en niet andersom.
Sociale grondrechten = grondrechten die de overheid verplicht iets te doen.
- Dwingen de overheid om zich actief op te stellen bijvoorbeeld zorgen dat er recht is
op werk, huisvestiging of onderwijs etc.
- Instructienormen -> overheidsingrijpen juist gewenst
- Indirecte werking en niet rechtstreeks afdwingbaar bij de rechter.
- Alleen verticale werking
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sisi1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.