Schenk , Erf , Overdrachtsbelasting en Estate Planning (RF49)
Établissement
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bevat de uitwerkingen van de casussen die besproken zijn in de werkcolleges 1 tot en met 4 van het vak Schenk, Erf, Overdrachtsbelasting en Estate Planning.
Schenk , Erf , Overdrachtsbelasting en Estate Planning (RF49)
Tous les documents sur ce sujet (42)
2
revues
Par: yvettevogler25 • 7 mois de cela
Par: bradley1 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
rosalievdb29
Avis reçus
Aperçu du contenu
Werkcollege 1: huwelijksvermogensrecht
Vraag 1
a. Wat zijn de vermogensrechtelijke gevolgen van het aangaan van een huwelijk?
Voor 1 januari 2018:
• Algehele gemeenschap van goederen met nagenoeg geen uitzonderingen.
Na 1 januari 2018:
• Beperkte gemeenschap van goederen met
b. Onderscheid huwelijksgemeenschap
Voor huwelijksgemeenschap zijn regels in het BW opgenomen; in Boek 1 zijn regels
voor alle gemeenschappen waarvan Titel 6 voor alle gemeenschap gelden en Titel 7
alleen voor huwelijksgemeenschap. Bij eenvoudige gemeenschap wordt samen een
goed aangeschaft en hiervoor gelden de regels van Boek 3 Titel 7 eerste afdeling. Dit
maakt ook uit t.a.v. het bestuur van dit gemeenschap: over de huwelijksgemeenschap
is elk van de echtlieden bevoegd om te besturen tenzij het gaat om goederen op naam.
Bij eenvoudige gemeenschap zijn de partijen altijd alleen tezamen bevoegd om te
handelen tenzij sprake is van een noodsituatie waarbij handelen vereist is ter behoud
van de zaak. Ook voor faillissement is het onderscheid van belang: bij een
huwelijksgemeenschap wordt de hele gemeenschap als failliet verklaard.
c. Verschillen wettelijke gemeenschap van goederen (tot 1 januari 2018) en
huwelijksvoorwaarden met een finaal verrekenbeding:
• Finaal verrekenbeding leidt alleen tot een geldvordering terwijl bij de wettelijke
gemeenschap van goederen er daadwerkelijk één gemeenschap is
(boedelmenging).
• Bij wettelijke gemeenschap van goederen speelt het verhaalsrisico van
schulden die verhaald kunnen worden op de gehele gemeenschap terwijl bij
het finaal verrekenbeding verhaal alleen mogelijk is tijdens het bestaan van het
huwelijk op het privévermogen van degene die de schuld heeft.
d. Noem verschillen tijdens een periodiek verrekenbeding en een finaal verrekenbeding
• Periodiek verrekenbeding betekent periodiek verrekenen van inkomen. Bij een
finaal verrekenbeding hoeft tijdens het huwelijk niets bijgehouden te worden
en pas op het einde van het huwelijk wordt alles op één hoop gegooid en
vervolgens verrekend.
Vraag 2
a. Voor ongehuwd samenwonenden zijn er geen vermogensrechtelijke gevolgen en deze
zijn er wel voor het huwelijk. Het huwelijk kent partneralimentatie, erfrechtelijke
gevolgen, zorgplicht voor Lisa, automatische erkenning van eventuele kinderen.
b. Het enige verschil tussen geregistreerd partnerschap en het huwelijk is ontbinding;
ontbinding van geregistreerd partnerschap kan zonder tussenkomst van de rechter
(tenzij gezag over minderjarige kinderen), bij het huwelijk kan dit niet.
c. Een huwelijk met huwelijkse voorwaarden en een finaal verrekenbeding; daar kan
flexibel mee worden omgegaan door alleen de tijdens het huwelijk gespaarde
inkomsten te verrekenen en het vermogen van voor het huwelijk uit te sluiten. Een
normaal huwelijk kan ook aangezien er sinds 1/1/2018 een beperkte gemeenschap van
goederen geldt waardoor het voor het huwelijk gespaarde vermogen uitgesloten is en
alleen het vermogen tijdens het huwelijk binnen de gemeenschap valt. Met betrekking
tot ontbinding zijn er geen verschillen tussen het huwelijk en geregistreerd
partnerschap omdat het kind minderjarig is.
, d. Door te trouwen in beperkte gemeenschap van goederen zijn de schulden van voor
het huwelijk uitgezonderd maar de schuldeiser kan zich wel beroepen op de helft van
de gemeenschap. Door te trouwen op huwelijkse voorwaarden met finaal
verrekenbeding blijven de schulden bij Stefan.
Vraag 3
a. Huwelijkse voorwaarden moeten verplicht worden ingeschreven door de notaris. Door
koude uitsluiting valt alleen het gezamenlijke huis onder de eenvoudige gemeenschap,
de rest blijft gescheiden. De erfenis blijft erbuiten tenzij er in een insluitingsclausule is
opgenomen.
b. Er is sprake van een beperkte gemeenschap van goederen; het huis en toekomstige
vermogen valt in de gemeenschap. Het vermogen voor het huwelijk blijft gescheiden
en de erfenis is uitgesloten. Schuldeisers kunnen aanspraak maken op de helft van de
gemeenschap.
c. Er is sprake van een algehele gemeenschap van goederen waarin het vermogen van
voor het huwelijk ook wordt meegenomen.
d. Tenzij er sprake is van een insluitingsclausule blijft de erfenis nog steeds buiten de
gemeenschap ex artikel 1:94 lid 2 sub a BW.
Vraag 4
a. De fiscaalrechtelijke consequenties bij overlijden worden beperkt; alle goederen vallen
dan in de gemeenschap en bij overlijden is sprake van ontbinding van de gemeenschap.
Floor is gerechtigd tot 50% van de gemeenschap en hoeft hierover geen erfbelasting
te worden betaald, bij het andere deel is wel erfbelasting verschuldigd. Bij koude
uitsluiting was over de totale waarde van de gemeenschap erfbelasting verschuldigd.
Bij gemeenschap van goederen kan door eventuele kinderen twee keer gebruik worden
gemaakt van de vrijstelling.
b. Bij een echtscheiding is Stefan de helft van zijn vermogen kwijt aangezien dit in de
gemeenschap zit. Daarnaast kunnen schuldeisers zich m.b.t. het ondernemersrisico
ook verhalen op het vermogen van Floor.
Door bij het aangaan van huwelijksvoorwaarden een finaal verrekenbeding met een
onderscheid tussen scheiden en overlijden op te nemen, kan hetzelfde resultaat
worden bereikt.
c. Sinds 1/1/2018 geldt de beperkte gemeenschap van goederen maar als er een algehele
gemeenschap is van voor 1/1/2018 moet in de huwelijksvoorwaarden worden
opgenomen dat er een algehele gemeenschap is. Daarnaast kan een finaal
verrekenbeding worden opgenomen.
Vraag 5
Er ontstaat automatisch een beperkte gemeenschap van goederen; alleen de woning van
€450.000 valt binnen de gemeenschap samen met hetgeen wat zij tijdens het huwelijk
verkrijgen. Alles van voor het huwelijk blijft gescheiden.
Vraag 6
Bij een periodiek verrekenbeding geldt in principe de rechtspraak van de HR dat een
vervalbeding niet geldig is. In estate planning kan er wel mee geschakeld worden door er wel
of niet een beroep op te doen. Als Erika een beroep doet op het vervalbeding van 3 jaar,
kunnen de inkomsten van de laatste drie jaar. Door geen beroep te doen op het vervalbeding,
moet alles met elkaar verrekend worden (inclusief bewijsvermoeden).
, Vraag 7
a. Als er niet wordt voldaan aan de verrekenplicht, wordt alles als gemeenschap
aangemerkt tenzij aan de bewijsverplichting kan worden voldaan. …
b. De erfenis blijft erbuiten door de uitsluitingsclausule en de rest van het vermogen van
Tim en Lauren wordt in het finaal verrekenbeding betrokken.
c. Tim moet €100.000 afstaan aan Lauren zodat beide op een vermogen van €500.000
uitkomen.
Vraag 8
a. Het huwelijk is voor 1/1/2018 aangegaan dus algemene gemeenschap van goederen.
De aandelen zijn onderdeel van de gemeenschap geworden alleen aandelen staan op
naam van Stefanie en dit vormt een uitzondering. Alleen Stefanie is bevoegd om de
stem uit te brengen.
b. Als het huwelijk in 2018 is aangegaan, is er een beperkte gemeenschap van goederen.
Aandelen blijven bij Stefanie en komen niet in de gemeenschap terecht. Dit heeft
ermee te maken dat het schenking is en vermogen dat al voor het huwelijk aanwezig
was. Stefanie is bevoegd om uit hoofde van de aandelen op naam te handelen op
grond van artikel 1:90 lid 1 BW.
Vraag 9
a. Er is een algehele gemeenschap van goederen met een zachte uitsluitingsclausule
waardoor de erfenis van de tante binnen de gemeenschap valt. Het huis is netto
€400.000 waard en de erfenis bedraagt €2.000.000 dus de totale gemeenschap
bedraagt €2.400.000. De helft, €1.200.000, is de nalatenschap van Saar. In de erfenis
van Maarten is een harde uitsluitingsclausule opgenomen dus deze valt niet binnen de
gemeenschap.
b. Alleen het huis valt binnen de gemeenschap dus de totale gemeenschap is €400.000.
De nalatenschap van Maarten is €200.000.
Vraag 10
Er is een beperkte gemeenschap van goederen dus de schenking en erfenis vallen buiten de
gemeenschap. De beleggingsleer is hier van toepassing; John heeft €75.000 ingelegd en doet
voor de helft mee aan de hypotheek (€100.000), dus de totale inleg is €175.000. Zij heeft
€25.000 ingelegd en doet ook voor de helft mee aan de hypotheek dus in totaal €125.000.
John heeft recht op 175/300 x 400 van de overwaarde en Anita op 125/300 x 400 van de
overwaarde.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosalievdb29. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.